* Het feest van Allerzielen is erbij gegroeid, pas op het einde van het eerste millennium onder de invloed van de heilige abt Odilo van Cluny, die de vesper van Allerheiligen liet aanvullen met het dodenofficie, verlengd met de liturgie van de overledenen de volgende dag, om ook degenen aan de overkant te gedenken, die nog op weg zijn naar het volle licht van Gods heerlijkheid.
1. Wij sterven niet echt. Sterven is ontwaken voor God.
- Sterven is wakker worden in Gods aanwezigheid. Paus Johannes XXIII zei: "Sterven is enkel maar onzichtbaar worden". Daar is de gekende belijdenis van de stervende Theresia van Lisieux: "Ik sterf niet; ik ga het leven binnen". Het vormde een paradoxaal akkoord met het andere woord van Theresia van Avila: "Alles gaat voorbij. Alleen God sterft niet". Marthe Robin, de stichtster van de "Foyers de Charité" zei ooit: "De dood is de grote zin van mijn leven... Het is het uur van mijn ware ontwikkeling... Het schaduwdoek zal vallen dat mij een groot wonder verbergt". Daarom zong Frans van Assisi in het slot van zijn Zonnelied: "Geloofd zijt Gij, Heer, om onze zuster de lichamelijke dood, waaraan geen levend wezen ontkomen kan...". De beroemde bekeerling André Frossard schreef een boek: "Er is een andere wereld". En de Franse wijsgeer Jean Guitton vulde aan: "God en hemel zijn vanzelfsprekend, maar wel vormen wereld en mens een probleem".
- De Engelse publicist David Lodge, die van huis uit katholiek was, maar zich later een katholieke agnost noemde, bleef onbewust doordrongen van zijn gelovige achtergrond. In zijn roman "How far can you go ?", een satire op de postconciliaire tijd, en bekroond in 1980, ziet hij de grote crisis van deze tijd als het afbuigen van ons geloof in die andere wereld naar het geloof in deze materiële wereld. Zich blindstaren op deze wereld berooft ons van de sublieme kant van de dood. Voor wie gelooft is de dood helemaal geen tragedie. Het wordt de grote definitieve ontmoeting. Een priester schreef op zijn rouwprentje: "Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt. Wij zullen hem vieren in blijdschap". Een kersttekst. De sterfdag is voor wie gelooft een geboortedag: het begin van een nieuw leven, niet achterhaalbaar door de wetenschap, en onvoorstelbaar voor onze zintuigen.
2. Maar zijn we echt klaar voor deze grote ontmoeting?
- In deze ontmoeting vraagt God aan de mens: "Gelijk je op Mij ? Ik ben liefde, ben ook jij liefde ? Als je de liefde in je leven waar hebt gemaakt, kun je Mij aan, dan zal je je thuis voelen bij Mij...". Dan zou het onze treurnis kunnen zijn dat we tijdens ons aardse leven niet genoeg zullen hebben bemind, dat we zoveel liefdekansen van vergeving of van schenken hebben laten voorbijgaan... Dan is het alsof er in ons bloed nog zoveel antistoffen zijn, weerstanden die nog moeten smelten, eigen hardheid die ons onbekwaam maakt om Gods omvormende omhelzing te ontvangen en die liefdegemeenschap met Hem te beleven. En dan zegt God: "Ik heb altijd van je gehouden. Ook in je zwakke dagen. Ik wil je nu omhelzen en vernieuwen, je zuiveren en aan Mij gelijk maken, als je je niet verzet tegen Mij." God is een vuur, een vretend liefdevuur (Dt 4,24;9,3). We hoorden het daarnet: "De zielen van de rechtvaardigen zijn in Gods hand... Na een korte loutering zullen ze grote weldaden ontvangen" (Wis 3,1-9; eerste lezing). Want ook de rechtvaardige valt zevenmaal (Spr 24,16). De proef die ons wacht is echter een vreugdevol gebeuren. Die groeikans aan de overkant is gave van Gods barmhartigheid. "Zie Ik maak alles nieuw" (Apk 21,5; tweede lezing).
- Op deze Allerzielendag voelen we ons biddend met hen verbonden, die nog op weg zijn. In de grote gemeenschap die hemel en aarde doorkruist bestaat er een solidariteit van liefde in offer en gebed. Zoals er we op aarde elkaar op diverse wijzen elkaar kunnen helpen, is er ook een solidariteit over de dood heen, waardoor we kunnen bidden voor hen die ons verlaten hebben en groeien mogen naar het Licht. Deze overtuiging bestond reeds bij de Joden (2 Mak 12,46) en moest door Jezus niet bijzonder in de verf meer worden gezet. De christenen hebben deze praktijk van meet af overgenomen en doorheen de eeuwen doorgegeven. Ze werd ondersteund door kerkvaders en kerkleraars, door de leer van de Kerk, en onderschreven door de ervaringen van heiligen en mystieken. Juist dit inzicht heeft Prof. Hendrik Brugmans, eerst protestant, later eerste Rector van het Europacollege in Brugge, doen overstappen naar de Rooms-katholieke Kerk.
* Wie gelooft heeft toekomst over de dood heen, oneindig veel toekomst, Gods toekomst. Jezus' woord is als een jubelkreet: "Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven, en ieder die leeft in geloof aan Mij, zal in eeuwigheid niet sterven" (Joh 11,21-27).