"Heb je vijanden lief"; in geen enkele godsdienst is deze oproep sterker verwoord dan in het christelijk geloof. Jezus roept zijn leerlingen op tot meer dan het normale. Normaal is wat de gemiddelde mens doet. Normaal is wat algemeen voor waar en goed wordt gehouden. Dat verandert overigens door de tijden heen. In 1780 voor Christus liet Hammurabi, de koning van Babylon, in steen allerlei wetten beitelen. Een ervan was "Oog om oog, tand om tand". Dus met gelijke munt betalen. Niet in drift meer straf eisen. Ook niet als rijke, ook niet als koning. Voor die tijd was dat een stap vooruit in de geschiedenis van de beschaving. Het joodse volk nam dat over. Het ging vaak niet letterlijk om een oog of een tand, maar om een boete, waarvan de waarde overeenkwam met de geschatte waarde van het verloren lichaamsdeel. Het joodse volk gaat al een stap verder en waarschuwt voor wrok. Het gaat het niet alleen om vergoeding van de geleden schade. Er wordt ook de oproep gedaan om negatieve emoties niet uit de hand te laten lopen. "Bemint uw naaste als uzelf". Het staat er letterlijk. Je kunt dus het Oude Testament ook niet tegenover het Nieuwe Testament zetten door te zeggen dat het Oude over wetten en plichten gaat en het Nieuwe over de kracht van de liefde. Liefde voor de naaste, daartoe roept ook de joodse bijbel ons al op. En daar hoorde ook toen al bij: gastvrijheid en respect voor vreemdelingen.
Jezus wil deze gedachte van de liefde voor de naaste verdiepen. Hij heeft het over de liefde tot de vijand. Ik moest daarbij denken aan een uitzending, donderdagavond op TV met Oprah Winfrey. Het was een bijzondere uitzending, want het ging over seksueel misbruik door priesters. In de studio zaten honderd Amerikaanse mannen van in de veertig die als kind door een priester misbruikt waren. 97 van hen waren publiek; het gesprek werd gevoerd met een blanke tweeling en een zwarte meneer. De tweelingbroeders waren jarenlang gruwelijk misbruikt. Als verlegen en wat baldadige jongens waren ze een gemakkelijk doelwit geweest, zeiden ze. Het misbruik, en ook het aanvankelijke ongeloof bij hun eigen familie, had een inktzwarte schaduw gelegd over hun leven; het waren wantrouwende, verbitterde mannen geworden. Het was goed dat ze hun verhaal konden doen. Opmerkelijk was de inbreng van de zwarte man. Hij was de verbittering te boven gekomen zei hij, omdat hij de dader had kunnen vergeven. Oprah Winfrey vroeg meteen of hij niet ontkende wat er gebeurd was. Nee, dat was helemaal niet het geval. De man had op een gegeven moment beseft dat de dader en hij beiden mensen waren, kwetsbare en feilbare mensen, en dat het niet was de slechte dader tegenover het goede slachtoffer. De daden werden publiek veroordeeld en de dader kreeg ook een fikse straf. Maar het slachtoffer bleek na verloop van tijd in staat om de dader als mens te vergeven. Juist dat doorbrak de verbittering en de wrok bij hem. Hij kon weer stap voor stap opbloeien en vertrouwen krijgen. Een indrukwekkend gesprek, zo op de televisie.
Wat me opviel was het herwonnen gevoel van eigenwaarde bij die zwarte man. Toen hij jong was en slachtoffer werd van de wellust van de dader, heeft hij zich zeker minderwaardig en vies gevoeld. Hij zal zich klein en machteloos hebben gevoeld en een houding hebben aangenomen waardoor het normaal werd dat er over hem heengelopen werd. Die houding zie je wel meer bij slachtoffers van geweld. Dat het geweld ook naar binnen is geslagen, en dat ze een houding aannemen van: "Ik ben er niet; doe maar gewoon alsof ik er niet ben". Die houding, de realiteit ontkennen, is bij slachtoffers een vluchtroute om innerlijk te kunnen overleven. En je kunt daarin blijven hangen. De zwarte man laat niet meer over zich heenlopen. Hij heeft zijn gevoel van eigenwaarde herwonnen en kan vandaar uit ook vergeven.
Bij de liefde voor de vijand veronderstelt de bijbel een sterk zelfbewustzijn. Jezus gaat er van uit in dit evangelie. "De andere wang toekeren" dat is niet: over je heen laten lopen. Nee, het is vanuit een situatie van kracht de ander een spiegel voorhouden: "Kijk eens wat je aan het doen bent! Zie eens onder ogen wat je gedaan hebt". In het evangelie staat een wat vlakke vertaling van het Griekse werkwoord άντιστηναι (antistènai). Er wordt vertaald dat Jezus zegt: "Ik zeg u geen weerstand te bieden aan het onrecht". Misschien kun je het ook zo vertalen: als je onrecht wordt aangedaan, wordt niet een en al tegenstander. Met andere woorden: houdt je hoofd koel en laat de ander voelen wat hij gedaan heeft. De apostel Paulus heeft het daar ook over in de Romeinenbrief. Hij zegt daar: "Als je vijand honger heeft, geef hem dan te eten. Als hij dorst heeft, geef hem dan te drinken. Zo immers stapelt u vorige kolen op zijn hoofd." Paulus voegt daaraan toe: "Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede". Ik wens ons allen dat we dat kunnen, dat we leren, niet alleen van Jezus maar ook van elkaar, en van indrukwekkende hedendaagse voorbeelden die op ons pad komen, zelfs op TV.
Hans Oldenhof
Jezus wil deze gedachte van de liefde voor de naaste verdiepen. Hij heeft het over de liefde tot de vijand. Ik moest daarbij denken aan een uitzending, donderdagavond op TV met Oprah Winfrey. Het was een bijzondere uitzending, want het ging over seksueel misbruik door priesters. In de studio zaten honderd Amerikaanse mannen van in de veertig die als kind door een priester misbruikt waren. 97 van hen waren publiek; het gesprek werd gevoerd met een blanke tweeling en een zwarte meneer. De tweelingbroeders waren jarenlang gruwelijk misbruikt. Als verlegen en wat baldadige jongens waren ze een gemakkelijk doelwit geweest, zeiden ze. Het misbruik, en ook het aanvankelijke ongeloof bij hun eigen familie, had een inktzwarte schaduw gelegd over hun leven; het waren wantrouwende, verbitterde mannen geworden. Het was goed dat ze hun verhaal konden doen. Opmerkelijk was de inbreng van de zwarte man. Hij was de verbittering te boven gekomen zei hij, omdat hij de dader had kunnen vergeven. Oprah Winfrey vroeg meteen of hij niet ontkende wat er gebeurd was. Nee, dat was helemaal niet het geval. De man had op een gegeven moment beseft dat de dader en hij beiden mensen waren, kwetsbare en feilbare mensen, en dat het niet was de slechte dader tegenover het goede slachtoffer. De daden werden publiek veroordeeld en de dader kreeg ook een fikse straf. Maar het slachtoffer bleek na verloop van tijd in staat om de dader als mens te vergeven. Juist dat doorbrak de verbittering en de wrok bij hem. Hij kon weer stap voor stap opbloeien en vertrouwen krijgen. Een indrukwekkend gesprek, zo op de televisie.
Wat me opviel was het herwonnen gevoel van eigenwaarde bij die zwarte man. Toen hij jong was en slachtoffer werd van de wellust van de dader, heeft hij zich zeker minderwaardig en vies gevoeld. Hij zal zich klein en machteloos hebben gevoeld en een houding hebben aangenomen waardoor het normaal werd dat er over hem heengelopen werd. Die houding zie je wel meer bij slachtoffers van geweld. Dat het geweld ook naar binnen is geslagen, en dat ze een houding aannemen van: "Ik ben er niet; doe maar gewoon alsof ik er niet ben". Die houding, de realiteit ontkennen, is bij slachtoffers een vluchtroute om innerlijk te kunnen overleven. En je kunt daarin blijven hangen. De zwarte man laat niet meer over zich heenlopen. Hij heeft zijn gevoel van eigenwaarde herwonnen en kan vandaar uit ook vergeven.
Bij de liefde voor de vijand veronderstelt de bijbel een sterk zelfbewustzijn. Jezus gaat er van uit in dit evangelie. "De andere wang toekeren" dat is niet: over je heen laten lopen. Nee, het is vanuit een situatie van kracht de ander een spiegel voorhouden: "Kijk eens wat je aan het doen bent! Zie eens onder ogen wat je gedaan hebt". In het evangelie staat een wat vlakke vertaling van het Griekse werkwoord άντιστηναι (antistènai). Er wordt vertaald dat Jezus zegt: "Ik zeg u geen weerstand te bieden aan het onrecht". Misschien kun je het ook zo vertalen: als je onrecht wordt aangedaan, wordt niet een en al tegenstander. Met andere woorden: houdt je hoofd koel en laat de ander voelen wat hij gedaan heeft. De apostel Paulus heeft het daar ook over in de Romeinenbrief. Hij zegt daar: "Als je vijand honger heeft, geef hem dan te eten. Als hij dorst heeft, geef hem dan te drinken. Zo immers stapelt u vorige kolen op zijn hoofd." Paulus voegt daaraan toe: "Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede". Ik wens ons allen dat we dat kunnen, dat we leren, niet alleen van Jezus maar ook van elkaar, en van indrukwekkende hedendaagse voorbeelden die op ons pad komen, zelfs op TV.
Hans Oldenhof