25e zondag door het jaar A (2005)

Welkomswoord


Onze God zal ons niet in de steek laten, maar Hij nodigt ons telkens opnieuw uit om in te gaan op zijn roepstem, op zijn liefde. Die blijde boodschap wordt ons vandaag vertolkt in de parabel over de werkers van het elfde uur.
Ook zij zijn welkom en mogen genieten van een gelijk loon.

God beoordeelt ons niet naar onze prestaties, maar Hij komt ons steeds met goedheid tegemoet. Voor Hem zijn we wat we in oprechtheid verlangen te zijn. Want Gods wegen gaan onze wegen te boven. Hij is groter dan onze gedachten.

In de eerste lezing zegt de profeet Jesaja dat het oordeel van God eindeloos verschilt van dit van mensen. De mensen beoordelen en veroordelen elkaar op grond van het verleden.

Voor God daarentegen heeft het verleden ven een mens geen bezwarend gewicht.  De toekomst van de mens blijft helemaal open. Laten we ons in dit vertrouwen naar God toekeren.

Openingsgebed

God, onze Vader, in uw goedheid, die anders is dan de onze,
rekent Gij - gelukkig voor ons – niet naar mensenmaat.
Mogen wij, door het voorbeeld van Jezus, uw Zoon, aangespoord worden een beetje van uw goedheid met anderen te delen. Dit vragen wij U door Christus, onze Heer;