In zijn Geest verbonden (2002)

Samen 140 jaar klooster- en priesterleven. Het is onmogelijk die 140 jaar even in een 10 minuten preek door te nemen. Wat wil ik dan wel doen? Kijken naar het fundament waarop jullie dit leven hebben kunnen bouwen, zoeken naar de bron, omdat die bron voor ieder van ons een levensbron wil zijn. 

Roeping is voor veel mensen iets mysterieus. Wanneer je dus drie jubilarissen hebt, dan is daar drie keer die roeping heel concreet geworden, tastbaar, voelbaar. Wanneer we een 50 jarig huwelijkspaar hebben, is het aardig om te horen hoe ze elkaar hebben leren kennen. Dat zijn soms voor de hand liggende momenten geweest. Ze hebben elkaar leren kennen op de dansvloer, bij de kermis, na het lof of op een bruiloft. Maar onder die schijnbaar gewone omstandigheden, gaat ook altijd iets bijzonders schuil. Waarom nu die ene? 

In de Westlandse Courant staat een interview van jullie en daarin wordt het in het begin al even aangetipt. Dat klimaat thuis, een klimaat van geloof op een echte en krachtige wijze. Moeder leefde het voor, vader bracht het ook onder woorden. Maar, dan kun je zeggen, dat zijn de omstandigheden, dat is net zoiets als de kermis of het lof of de danszaal. Inderdaad, ook bij jullie is er een moment geweest waarin je op een of andere manier geraakt werd door die Ene. 

Veel mensen verwarren de roeping met het werk dat je als kloosterling of priester gaat doen. Ze denken dan op deze manier: ‘Voel je je geroepen tot jeugdwerk, dan ga je naar een congregatie voor de jeugd, voel je meer voor de zieken of de sociaal zwakkeren, of meer voor onderwijs of studie, of meer voor missie en ontwikkeling, of meer voor parochiewerk, dan zoek je een orde of congregatie die daarin gespecialiseerd is. Dikwijls wordt de roeping verward met het werk dat je gaat doen, dan wordt roeping zoiets als een studiekeuze en een sollicitatie in een. Maar dat is niet de roeping, dat is eerder de zending. De roeping gaat daaraan vooraf. In jullie verhaal wordt duidelijk dat het werk dat je mocht doen niet onbelangrijk is, maar het komt toch duidelijk op de tweede plaats. Eerst is er de roeping. Maar hoe word je nu geroepen? 

We kijken naar het Evangelie dat jullie gekozen hebben. “In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: ‘Als Gij Mij liefhebt, zult ge mijn geboden onderhouden....’” En of het nu gaat om het onderhouden van wat Hij ons heeft geleerd, of om zijn roep in ons hart, of om de plek waar Hij ons naar toe stuurt, het gaat steeds om die vraag: ‘Als gij Mij liefhebt.’ 

Maar hoe ontdek je nu dat je God liefhebt, dat je Jezus wilt volgen in deze tijd? Dan komen we op het klimaat thuis. Want als roeping een antwoord in liefde is, dan moet dat klimaat voor roeping een klimaat van liefde zijn. En dat is wat jullie ook zelf aangaven. Liefde met wijsheid en passende strengheid op zijn tijd, liefde die een diepe geborgenheid geeft en vertrouwen, een menselijke liefde, de liefde van ouders, liefde die uiteindelijk een fundament heeft in Gods liefde. Roeping heeft natuurlijk alles te maken met je relatie met God. En nog voor jullie er woorden aan konden geven, wist je diep van binnen dat het geloof van jullie ouders, hun vertrouwen, hun liefde en hun innerlijke vrede, alles te maken had met hun band met God. Zo kun je zeggen dat hun roeping tot het huwelijk als gelovige mensen, aan de basis ligt van jullie specifieke roeping tot navolging van Christus. 

Jullie zijn drie echt verschillende mensen. Jullie roeping is dan ook verschillend. Jo en Piet ervaarden dit al heel vroeg als kind. Jeanne ook wel, maar zij zocht eerst het huwelijk en werd gaandeweg gelokt naar deze bijzondere levensweg. Jullie broer Jan speelde een invloedrijke rol, hij was een belangrijke schakel in jullie eigen ontwikkeling. Blijkbaar kon je aan hem zien dat die weg met Jezus een mooie weg is, die zinvol is, een weg die je leven vervult. 

Nu even terug naar die andere vraag. Je roeping valt niet samen met het werk dat je gaat doen. Nee je roeping kan plaats vinden tijdens een onweer, wanneer je bij harde wind door de kas loopt en het dak ziet golven, maar toch niet bang wordt, omdat je geborgen bent in Gods hand. Die innerlijke veiligheid en zekerheid wordt dan de basis van je hele levensweg. Overal ben je veilig bij Hem, wat zou je nog zorgen maken. Daarbij denk je niet na over toekomstig werk, God zal je wel iets te doen geven dat hij belangrijk vindt. 

Zo kan God tot je spreken, niet schrikwekkend, zijn roep is uitnodiging, is verlokking, een stem die net zo lief klinkt als de stem van je moeder. Dat is een persoonlijke stem, die jou als persoon wakker roept en je uitnodigt tot een persoonlijke relatie. Het werk komt later. Hij zal het wel wijzen. 

Of als je een keer alleen thuis bent met je ouders, zo’n moment in je jeugd, opnieuw die geborgenheid en veiligheid, zo iets goeds, en dan de ervaring, het besef dat je precies zo geborgen bent bij God. Dat wordt fundament van je roeping, de weg gaan die God je wijst. Het wonderlijke is, dat dit je zo’n kracht geeft dat je later dat veilige nestje kunt verlaten en het juist niet vasthoudt. Tegen die tijd zul je wel zien voor welke taak Hij je roept. 

Ik had bijna vier bladzijde vol geschreven en ben eigenlijk nog niet veel verder dan de eerste bladzijde van mijn aantekeningen. Ik moet die andere bladzijden dus samenvatten. En ik doe dat door terug te keren naar de lezingen. In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: ‘Als Gij Mij liefhebt, zult ge mijn geboden onderhouden....’ Het mysterie van de roeping is de liefde van Christus. En die liefde is jullie nabij gekomen eerst in de liefde van je ouders en later heel bijzonder ook in de persoon van de heilige Geest. Jezus zegt: ‘Gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn.’ Dat is ook jullie ervaring. De Geest die levend maakt, die samen-bindt, die opbouwt, die doet beminnen. Die Geest maakt jullie steeds jong, zodat je de zestig en de zeventig reeds bent gepasseerd, maar nog steeds ontwikkelt en nog steeds groeit in liefde tot God en de naaste. 

Die heilige Geest is weergegeven in het symbool van de duif op de voorzijde van jullie boekje, met ook die wereld waarover julie zijn uitgewaaierd. Zo wordt uitgedrukt dat de Geest waait waar Hij wil, en dat God jullie zendt waar Hij jullie nodig heeft. Gods Geest die deze wereld tot één grote familie maakt, allemaal kinderen van God. Saamhorigheid en wederzijds begrip. 

Ik wil sluiten met een paar woorden uit de eerste lezing: ‘Filippus’ woorden oogstten algemene instemming toen de mensen hoorden wat hij zei en de tekenen zagen die hij verrichtte. Ik denk dat dit in grote lijnen ook op jullie van toepassing is. In dienst van het Goddelijk Woord. Met God en elkaar verbonden en veilig in Gods hand, doen wat Hij je te doen geeft, daarheen gaan waarheen Hij je zendt, om op zijn en jullie tijd thuis te komen. Wij zijn dankbaar voor jullie getuigenis, dankbaar met jullie aanwezigheid hier, dankbaar ook dat we dit met jullie mogen vieren, en bidden dat dit getuigenis ook in de nieuwe generatie opnieuw tot leven komt. Amen. 

Eerste lezing: Hnd. 8, 5-8. 14-17 - Evangelie: Mt. 21, 28-32