Bij zijn pauskeuze koos kardinaal Bergoglio voor de naam van Franciscus. Hij pelgrimeerde op 4 oktober 2013 naar Assisi, stad van dialoog en vrede. Zijn voorganger was er in juni 2007, waar toen het achtste eeuwfeest werd gevierd van de bekering van Franciscus, zoon van een rijke lakenhandelaar.. Vijfentwintig jaar, levensgenieter, flierefluiter. De ontmoeting met een melaatse, een bezoek aan het vervallen kerkje van San Damiano, een roep om de kerk te herstellen, deze ervaringen gaven een wending aan zijn leven. Op 24 februari 1208 is hij fel geraakt door een woord van het evangelie. Het gaf een andere wending aan zijn leven
Franciscus spreekt tot op vandaag mensen aan. Julie en Ivan houden veel van Franciscus. Tijdens hun verloving stapten ze door Umbrië om er de geest van de Poverello in te ademen. Ze kozen de feestdag van Franciscus voor de inzegening van hun huwelijk.
Riet, bewoonster in het psychiatrisch centrum Caritas, toonde me onlangs bij het begin van de eucharistie een brief van Albert, een van haar vrienden uit de beschutte werkplaats. Albert stuurde haar een eenvoudige schets van het leven van Fransciscus. Ik neem deze van hem over, zoals hij die wellicht zelf ergens gevonden heeft.
"Franciscus hoort in een kerk de woorden van het evangelie: geen goud, zilver of goed zult gij op zak hebben, geen reiszak, geen overtollig kleed of schoenen bij u. Franciscus doet een simpel kleed aan. Sandalen doet hij aan zijn voeten aan. Opschouwend naar het kruis heeft hij de nietigheid van het aardse begrepen. Voor hem is het kruis alles, inhoud en waarde. Het is zijn glorietitel.
Hij is geen priester, maar hij sticht een orde die de hele wereld omspant. Hij brengt in de kerkelijke en maatschappelijke wereld zulk een verandering te weeg en laat zo diepe sporen van zijn inwerking achter, dat niemand ze over het hoofd kan zien. Franciscus bemint God. Hij heeft de kerk lief. Hij bemint de armen, de geringen, de vogels, de zon, de bomen. Zij zijn zonder uitzondering voor hem boden van God. Wat is Francicus rijk! En hoe rijk maakt hij alles.
"Zalig de armen van geest", zij die vrij zijn van alle aards verlangen en bezit! Wilt ge volmaakt zijn, ga dan heen en verkoop wat gij bezit en volg mij. Weinigen begrijpen de woorden: "Zalig de armen van geest." Ook wij die dagelijks onszelf als offergave wegschenken bij het vieren van de eucharistisch offer. Helaas zijn het maar al te zeer formules, woorden, zonder de daad.
We kunnen veel van Franciscus leren. Wij bidden hem om de genade te willen bewerken, naar zijn voorbeeld, het kruis lief te hebben en het aardse te verachten. Het aardse te verachten en ons ten allen tijde in de deelname van de hemelse gaven verheugen." Albert voelt dat hij een preek schrijft, want hij besluit met een krachtig "Amen" zijn getuigenis over Franciscus.
"Armen van geest", de eerste zaligspreking. In Franciscus heeft deze zaligspreking de meest innige menselijke vertaling gekregen. "De heiligen zijn de ware exegeten van de Schrift." (J.Ratzinger, Jezusboek, p. 93). We kijken naar heiligen om de bergrede beter te vatten.
Peter Schmidt vertaalt de eerst zaligspreking aldus: "gelukkig die zich arm weten." In die eerste zaligspreking "radicaliseert Matteüs en universaliseert de bezitloosheid tot basishouding van elke mens tegenover God." Jezus "confronteert ons met de grondwaarheid van alle Bijbelse geloof, namelijk dat God alleen God is en al het andere zijn gave" (P. Schmidt, Ongehoord. Christen zijn volgens de bergrede, p. 77).
Franciscus heeft dit uitstekend gevat. Het leven is gave en God de gever. Chesterton heeft na zijn eigen bekering een klein boekje over Franciscus geschreven. Daarin gebruik hij volgende zinnen om Franciscus te typeren: "He who was has seen the whole world hanging on a hair of the mercy of God has seen the truth." Wie de hele wereld heeft zien hangen aan het draadje van Gods barmhartigheid, heeft de waarheid gezien. "De overgang tussen een goed mens en een heilige is een vorm van revolutie, bij dewelke iemand voor wie alle dingen naar God verwijzen en hem belichten iemand wordt voor wie God alles doorlicht en doorstraal." (G.K. Chesterton, Francis of Assisi).
Een grote heilige doordesemt al zijn gedachten met dank. Alles wat bestaat, verbetert en krijgt meer glans, als wij het zien als gave.
Dit kon Franciscus. Vanuit dit geloof heeft hij zijn zonnelied geschreven en gezongen. Dit lied is bij hem geboren in en vanuit perioden van neerslachtigheid en depressie. Hij kende een donkere periode in de grot van La Verna. Wat was er geworden van zijn broeders en het eerste ideaal? Hij leed in zijn ziel en in zijn lichaam.
Franciscus keert terug naar Assisi en herademt daar in San Damiano, waar zuster Clara woont en waar hij tot de Almachtige God zijn dank uitzingt voor broeder zon en zuster maan, voor het water en de vuur en om elkeen die God, zijn oorsprong, bemint (ZJ. 814).