×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 201 niet laden
In de eerste lezing hoorden we hoe de profeet Ezekiel in een visioen de tempel zag als een bron van leven en vruchtbaarheid. Het was een droom, geen werkelijkheid, maar het geeft wel aan hoe het zou moeten zijn.
Zo kun je ook dromen van de kerk van vandaag, dromen hoe op een zondagmorgen een grote stroom gelovigen uit de kerk komt, ieder op weg naar zijn eigen thuis, zijn eigen leefomstandigheden, en ook: ieder vol van de boodschap van heil, vrede, liefde die hij in de kerk heeft ontvangen, en ook: ieder met het vaste voornemen om er ook iets mee te gaan doen, op zijn gewone plaats in het leven, zodat de viering in de kerk ook echt vruchtbaar wordt in het gewone leven van alledag.
Je zou bijvoorbeeld kunnen dromen over een moeder die uit de kerk thuis komt, waar haar opgroeiende kinderen net uit bed komen. Dat die moeder een soort innerlijke blijheid uitstraalt die de kinderen meteen opvalt: wat heb je, je straalt alsof je O.L.Heer zelf hebt gezien.
Of die vader die thuis komt en de rommel van zijn zoon gaat opruimen, terwijl hij hem 's avonds tevoren nog de huid heeft vol gescholden omdat hij altijd alles liet slingeren. En de zoon vraagt verbaasd: Wat is er met je gebeurd dat je zo anders bent?
Of dat echtpaar dat net aan het ontbijt zit als ze hun buren uit de kerk zien komen, waarbij de vrouw tegen de man zegt: je kunt echt aan ze zien dat het hun iets gedaan heeft. Zouden we volgende week ook niet eens gaan?
Nu zit u misschien te denken: je bent flink aan het fantaseren. Wat je daar zegt, klinkt wel mooi, maar het kan gewoon niet. Dan zeg ik: inderdaad, u hebt helemaal gelijk, het kan niet. En toch zit ik met de vraag: zou het zo niet moeten zijn?
Als we in de kerk echt ons gelovig zijn vieren, onze saamhorigheid rond de Heer; als we echt geraakt zouden zijn door het woord en voorbeeld van Jezus, zou dat dan niet wat meer zichtbaar moeten zijn aan ons als we uit de kerk komen? Zouden we dan niet wat meer blijheid en enthousiasme moeten uitstralen.
De werkelijkheid is vaak zo anders: als de bel klinkt haast iedereen zich naar buiten, sommigen kijken op hun horloge: dat is vlug afgelopen vandaag, of: die preek had wel wat korter kunnen duren, of: het koor ging flink de mist in, of: gauw naar huis, want mijn wasmachine draait, of: moet je zien wat die voor een rare jas aan heeft.
Je hoort wel eens mensen zeggen: ik heb geen zondag als ik niet naar de kerk geweest ben. Maar misschien kunnen we beter de vraag stellen: wat neem ik uit de kerk mee naar huis? Gelovig zijn is niet iets wat zich alleen afspeelt binnen de muren van een kerkgebouw, het moet zichtbaar worden in alles wat we buiten dat gebouw zijn en doen met en voor elkaar.
Buitenstaanders moeten aan ons doen en laten kunnen zien dat we gelovige mensen zijn. En zondags na de viering zouden ze ook aan ons moeten kunnen zien dat ons ge loof nieuwe inhoud en kracht heeft gekregen. Een droom? Wellicht, maar wel een die ons aan het denken moet zetten.