×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 538 niet laden
Al zou ik het gewild hebben, de afgelopen week heb ik niet kunnen ontkomen aan het gegeven, dat het leven van een mens broos en eindig is. &Midden in het leven zijn wij door de dood omgeven&, zingt een middeleeuws lied. Maandag stond ik aan het ziekbed van een huisarts, die voor het eerst van zijn leven iets mankeerde, maar dan ook massief. Vanuit zijn vak wist hij wat er allemaal mis kon gaan, en dat ging dan ook allemaal mis tijdens drie achtereenvolgende operaties. Hij lag aan de beademing op de intensive care, en keek me met grote bezorgde ogen aan. &Ik zal voor je bidden, Frans Jozef&, beloofde ik hem. Dinsdagavond vroeg ik aan een medebroeder, die vier jaar ouder is dan ik: &Hoe is het met je?& &Niet zo geweldig, ik voel me niet lekker.& De volgende ochtend om half zeven was hij dood: een verwaarloosde longontsteking. Hij is de derde zestiger onder ons die de afgelopen twee maanden overleed. Woensdagmiddag las ik in een internetbericht, dat twee jezuïeten in Moskou werden vermoord. &Midden in het leven zijn wij door de dood omgeven.&
Ziekte en dood drukken ons met de neus op de feiten, dat je het leven niet kunt maken, maar alleen kunt ontvangen, in dankbaarheid. We zijn niet voor eeuwig hier, maar ons wacht een toekomst waarover we nauwelijks iets zinnigs kunnen zeggen, omdat al onze woorden en beelden tekortschieten. Soms vangen we een glimp op van die andere wereld, soms spreekt iemand een profetisch woord, zoals Jesaja die ons toezegt, dat God de dood voor eeuwig zal vernietigen en van alle gezichten de tranen zal afwissen. Of ik lees het getuigenis van pater Jan van Kilsdonk, op 1 juli overleden, die vertelde hoe hij ongeveer tweehonderd aidspatiënten tot hun laatste snik heeft begeleid. En ongeveer allen - voor een groot deel niet kerkelijk van huis uit, voor een ander groot deel niet meer kerkelijk - zeiden spontaan: Ν ga ik naar het licht.& Een dergelijke beeldspraak hoorde ik ooit ook uit de mond van een Vlaamse priester, die op de televisie gevraagd werd naar zijn beeld van God: &God is een ruimte vol teder licht.&
Met Allerheiligen en Allerzielen gedenken wij hen die ons zijn voorgegaan en toegetreden zijn tot de gemeenschap der heiligen: de grote heiligen van naam en onze kleine heiligen, onze dierbaren, die lijfelijk uit ons midden zijn verdwenen.
De traditie van Allerzielen stamt uit de befaamde Franse abdij van Cluny, waarvan de abt in het jaar 998 bepaalde dat alle met Cluny verbonden kloosters op de dag na Allerheiligen de gestorvenen op een bijzondere liturgische wijze moesten herdenken. Die goede gewoonte werd vier eeuwen later door de hele kerk overgenomen. Lange tijd heeft er ook het gebruik bestaan, dat de nabestaanden op Allerzielen een zielebroodje aten en aan armen zielebroodjes uitdeelden. Op die manier werd getoond, dat rouw en verdriet niet naar binnen moeten slaan, maar dat je ondanks je verdriet vroeger of later weer de moed opbrengt om open te staan naar anderen. Misschien komt hiervan wel de uitdrukking: &De een zijn dood is de ander zijn brood.& Er zijn historici die zeggen, dat Allerzielen teruggaat op een Keltisch feest, dat in de nacht van 31 oktober op 1 november werd gevierd. Dat was in de Keltische kalender de nieuwjaarsnacht, waarbij het oude jaar werd begraven en een nieuw jaar opstond uit het graf.
Op een dag als vandaag moeten we het maar niet hebben over zaken als vagevuur en hel, ingewikkelde theologische constructies van eeuwen geleden, die ons eigenlijk op geen enkele manier helpen bij het verwerken van ons verdriet, laat staan dat vagevuur en hel ons hoop en perspectief bieden. Vandaag gedenken wij hen die ons door de dood zijn voorgegaan: onze grootouders en ouders, onze partners en kinderen, onze vrienden en buren, al die mensen die op een of andere manier naast ons gestaan hebben. Hun namen mogen klinken in ons midden. Hun goedheid mag ons opnieuw ontroeren. Hun humor en streling mogen ons verkwikken. In hen allen heeft God ons nabij willen zijn. We bidden dat we hun zwakke en zwarte kanten langzamerhand kunnen vergeven. We bidden dat ze geborgen mogen zijn bij God. &Midden in het leven zijn wij door de dood omgeven.& Jazeker. Maar dat is niet alles. &Midden in de dood zijn wij in het leven, want Eén breekt het brood, om met ons te leven midden in de dood.& (Muus Jacobse)
Tenslotte een tekst van de hedendaagse Israëlische dichter Yehuda Amichai. Wat hij schrijft moge van toepassing zijn op al onze overleden dierbaren en ooit ook op onszelf:

Rust in vrede. Je ziel is daarheen teruggestuurd
als een grote verrassing. Je hebt hem veel mooier gemaakt
sinds hij je werd gegeven, onherkenbaar veel mooier.
Engeltjes zullen de mooie verpakking openmaken
met kreten van verwondering.