×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden
De meester ging met groep vier de Sint Jan in Den Bosch bekij­ken. De in oude glorie herstelde kathedraal maakte veel indruk op de kinderen. En ze troffen het: het was een mooie zonnige dag, en de zon scheen volop door de glas-in-lood-ramen. De gids vertelde over de heiligen die in de ramen waren afgebeeld. Een week of wat later vroeg de meester in de klas wat heiligen wa­ren, en toen zei een van de kinderen: ‘Dat zijn mensen die licht doorlaten’.

 ‘Mensen die licht doorlaten’ - een betere omschrijving is er eigenlijk niet te vinden. Mensen die het licht van God doorla­ten; in hen schijnt Hij dichterbij.

De heiligen hebben het wat moeilijk in onze tijd. Meer dan vroeger hebben wij aandacht voor de aarde. Onze blik is minder op de hemel gericht, en meer toegewend naar de wereld. We zijn ons meer bewust geworden van onze eigen verantwoorde­lijkheid en mogelijkheden. We hebben niet overal meer een pa­troonheilige voor die het wel even zal regelen.

De heiligen hebben het wat moeilijk in onze tijd. Maar dat komt ook doordat de kerk die heiligen zo ver en zo hoog van ons van­daan heeft geplaatst. Als je iets over heiligen las, ging het bijna altijd om heel uitzonderlijke mensen, louter heldhaftigheid, en liefst met een aantal wonderen op hun naam. Mensen die bijna geen mensen meer waren, zo volmaakt. Of mensen zonder kraak of smaak.

Maar de heiligen die ik ken, zijn mensen die af en toe best eens lastig kunnen zijn, maar die nooit te beroerd zijn om anderen te helpen; voor niks en op de ongelukkigste momenten staan ze klaar. De heiligen die u en ik ook wel eens tegenkomen, zijn mensen zoals ze beschreven worden in de bergrede. Heel ge­wone mensen, en dus ook met gebreken, maar die toch iets la­ten zien van Gods goedheid. Door hun zachtmoedigheid, hun inzet, hun vredelievendheid. En de heiligen die wij vandaag ge­denken, waren in feite zulke mensen. Mensen die vanuit hun geloven iets goeds van hun leven wilden maken. Vaak met wis­selend succes en veel strijd binnen en buiten zichzelf.

Petrus was zo’n heel gewone mens met een grote mond en een klein hartje. ‘Al laten ze U allemaal in de steek, ik nooit’, zei hij tegen Jezus. Maar hij was de eerste die — toen het echt moeilijk werd - deed alsof hij Hem niet kende. Toen kraaide de haan, en die grote Petrus huilde als een kind.

Heilige mensen zijn vaak veel gewoner dan ze ons zijn doorver­teld. Maar het waren wel allemaal mensen die ‘het licht doorlie­ten’, die iets van Gods goedheid uitstraalden. Het waren men­sen die in hun leven iets lieten oplichten van de blijde bood­schap, en een stuk van de zaligsprekingen hebben waarge­maakt.

Gelukkig zijn dat niet alleen de heilig-verklaarden. Het zijn er veel en veel meer. Ze leefden en leven om ons heen, en om hen viert de kerk vandaag het feest van alle heiligen. Vandaag vie­ren wij ook dat het licht in mensen nooit gedoofd wordt. Zelfs niet door het duister van de dood. God heeft ons ertoe bestemd te leven in zijn licht, en Johannes vertelt ons daarover in zijn visioen. Dat toekomstvisioen mogen wij vieren als bron van in­spiratie en bemoediging voor ons alledaagse leven. Degenen die Gods licht doorlaten, zijn daarbij ons voorbeeld…