×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden

SPOOKHUIS

Het gebeurde niet vaak dat ik vroeger te laat thuis durfde te komen. Eén keer herinner ik me nog goed. Op het Raadhuisplein werd de Najaarskermis opgebouwd. Ik was intens geboeid. Door de manier waarop met ruwe blokken hout de vloer voor de botsautootjes waterpas werd gelegd. Door de sterke vrachtwagentjes met hun platte snuit die op de millimeter nauwkeurig grote wagens op hun plek maneuvreerden door met een ijzeren staaf tegen de bumper te duwen. Maar vooral hield ik de wagen in de gaten van waaruit het spookhuis werd opgebouwd. Tot het invallen van het donker wachtte ik op het uitladen van de spoken. Ik wachtte tevergeefs. Thuis gekomen spookte het echter behoorlijk.

DROOGZEMMEN

Kinderen hebben een haat-liefde verhouding met de angst. Een griezelverhaal aan het kampvuur is puur genieten. Pietje-de-dood achter Jan Klaassen is klassiek. Sluipschutters die in een computeravontuur uit een doolhof te voorschijn springen, zorgen nog steeds voor een heerlijke middag. Ook het t.v.-amusement van volwassenen bestaat voor 80% uit griezelen.
Een spel met de doodsangst is een manier om ons voor te bereiden op de grilligheden van het bestaan. Een soort droogzwemmen.

HALLOWEEN

‘Halloween’ betekent ‘heilige avond’, ‘heilige vóór-avond’; dat was de avond voor Allerheiligen, de Keltische oudjaarsavond. Het is een griezelavond waarop gespeeld wordt met de doodsangst, met satans, vleermuizen, uilen, vampiers en alle nachtdieren waarvan men dacht dat ze contact hadden met de doden. Als op 1 november de natuur kaal werd, en het begin van de winter  werd gevierd, dan kwam de oude angst op dat de doden hun graven zouden verlaten. Wegwijzers werden onleesbaar gemaakt. Geschenken moesten hen gunstig stemmen, vruchten en bloemen werden op de graven gelegd. Er was van alles te doen op die heilige avond voor 1 november.

OORSPRONG

In Byzantium was het feest ontstaan om alle onbekende martelaren te gedenken.  In de zevende eeuw werd het door Rome overgenomen. In het jaar 837 werd het van 17 mei verplaatst naar 1 november, wellicht om daar de Keltische griezelfeesten rond de doden te kerstenen.
De dag bleef met heidense rituelen omgeven. Mensen hechtten daaraan. Emigranten brachten ze mee naar Amerika. In overwegend protestantse streken had men niet zoveel op met heiligen. Daardoor profaniseerde Halloween tot nationale griezeldag.

EEN GEMEENSCHAP...

In de kerk of buiten de kerk: mensen flirten graag een beetje met de dood. Het mag zijn dat Halloween uit Amerika komt overwaaien, maar eeuwen eerder is het vanuit Europa naar Amerika geëxporteerd. Het mag zijn dat de Keltische oorsprong voor veel ongelovigen een plus-punt is, maar eeuwenlang is het een christelijke traditie geweest.
Het is goed om niet al te krampachtig met de dood om te gaan. Het is goed om te griezelen. Het is goed om een lichtje te branden bij de foto van een dierbare of een roos op een graf te leggen. Het is goed om te beseffen dat wij met de levenden, met alle kinderen en kleinkinderen en degenen die uit hen geboren zullen worden, met allen die onze ouders zijn, onze vier grootouders en acht overgrootouders en 16 betovergrootouders en allen daarvoor, dat we samen één mensheid vormen, één gemeenschap.

...VAN HEILIGEN

Een gemeenschap van heiligen, zeggen de eerste christenen. Niet omdat ze zo braaf waren maar omdat ze zo bijzonder waren. Mensen dragen het stempel van God. Ze zijn in staat om over de eigen grenzen heen te blikken, om het belang van anderen te achten, om zichzelf te geven. Daarin zijn we heilig. Een gemeenschap van heiligen.
Dat besef zal ons dankbaar stemmen. Alles wat we bezitten hebben we dankzij alle offers van wie ons zijn voorgegaan. Alles wat we beheren, behoeden wij ter wille van een leefbare wereld voor wie na ons komen. Dat is Allerheiligen: het besef dat we door de eeuwen heen één gemeenschap zijn. Een gemeenschap van God.

NIKS AAN DE HAND

Lieve kinderen. De opa van Tom was dood. Er moest van alles geregeld worden. Tom lummelde wat rond in de kamer.
‘Toe ga nou fijn buiten spelen’, zei mamma, maar dat hielp niet. Hij wilde erbij zijn. Tom had een grote plastic hand. Het was een griezelhand met groene haren erop en lange nagels. De vingers stonden krom. Het was een spookhand. Hij gaf licht in het donker. ‘En doe dat ding weg!’ riep mamma geïrriteerd.
‘Die doe ik in de kist bij opa’, zei Tom. ‘En dan laat ik hem onder de deksel naar buiten komen.’
‘Nou is het genoeg, naar je kamer!’ Mamma keek geschrokken en zei tegen de meneer die de begrafenis kwam regelen: ‘Zo praat ie nooit. Hij is wat in de war.’ Nu werd Tom ineens heel boos.
‘Dat was een idee van opa zelf!’ riep hij tegen zijn moeder. ‘Opa heeft gezegd: als ik dood ben moet je die hand onder de deksel van mijn kist steken, dan maken we er een griezelbegrafenis van.’ Hij begon bijna te huilen. Mamma trok hem op haar schoot en wreef door zijn haren.
‘Weet je wat: leg de hand maar in de kist en doe er een briefje bij voor opa dat het nu geen tijd voor grapjes is.’ Tom was even stil. ‘Eigenlijk wil ik ‘m liever houden. Dan bewaar ik de hand van opa.’
‘Ach Tommie, je bent precies je opa!’ Ze veegde een traan weg.