Toen ik de kinderen eens uitlegde
dat er in onze kerk zoveel heiligen waren afgebeeld,
vooral in de gebrandschilderde ramen, zei een van hen:
'als ik het goed begrijp zijn heiligen mensen waar licht door schijnen kan...'
een prachtige definitie.
Met een heilige is een mens bedoeld die een licht is voor anderen,
die doet wat hij doen moet tot vreugde van velen.

Iemand die zich wil laten vullen met zijn opdracht
en daar voor leven wil tot zijn laatste snik.
Dat is een geschiedenis van vallen en opstaan.

Van sommige heiligen lezen we - en dat is onzin-
dat ze van kinds af aan al heilig waren.
Van de heilige Nicolaas wordt bijvoorbeeld verteld
dat hij als baby al; op vrijdag de moederborst weigerde
omdat hij zich wilde onthouden.

Maar over de meeste heiligen horen we andere verhalen.

Meestal was er in hun leven sprake
van een worsteling om te proberen hun roeping te vinden.

In vele heiligengeschiedenissen lees je dan ook
dat ze eerst een oppervlakkig en zondig bestaan leidden
en zich dan -gelukkig niet te laat- bekeerden
en anderen tot zegen konden gaan zijn.
Dat staat bijvoorbeeld in het verhaal van Bavo te lezen.

Wat die verhalen ons willen leren is
dat in ieder menselijk leven er een groei is naar God toe.

Het gaat meestal niet vanzelf,
het gaat niet gemakkelijk en niemand
-ook niet Nicolaas- is meteen echt vol van God.

Daar heb je tijd voor nodig.
De roepstem van God naar ieder mens toe
krijgt heel geleidelijk en langzaam-aan pas antwoord.
Ieder mens ontdekt zijn roeping
doordat een ander hem nodig heeft.
Misschien ervaart u dat ook in uw eigen leven.

Als je voor God kiest en Zijn gerechtigheid en Zijn vrede
zul je tegenwerking ontmoeten.
Je zult weerloos zijn in de grote wereld
waarin andere waarden gelden
en waarin de macht van de sterkste alleen nog maar telt.

Als Jesus met zijn vrienden heeft plaatsgenomen op de berg
wijst Hij hen op de omgekeerde wereld
zoals God die voor ogen heeft.

De wereld van God waarin niet onmiddellijk
de gewone rijken rijk zijn
maar waarin de mensen die arm kunnen zijn
de nieuwe rijkdom zullen ontdekken van het gaan met God.

De vrienden die bij het heilige volk willen horen
zullen treuren omdat zij zien wat er allemaal aan vreselijks gebeurt,
ze zullen niet tevreden zijn met alles
wat is zoals het is maar hongeren en dorsten naar de gerechtigheid.

In die uitspraken van Jesus, de zaligsprekingen genoemd,
wordt alles op zijn kop gezet.

De mensen die het hier goed hebben
worden niet genoemd maar juist degenen die lijden,
die tekort komen en die vervolgd worden.

Of degenen die door hun karakter uitstralen
dat zij anderen tot zegen kunnen zijn:
dat zij kunnen vergeven,
dat ze zachtmoedig kunnen zijn en mild;
dat zij willen kiezen met hun hele wezen voor God
en Zijn nieuwe toekomst, de zuiveren van hart en inzet.

God is -staat in een van de nieuwere tafelgebeden
die we regelmatig in deze kerk bidden-
altijd maar bezig zich een volk te verzamelen.

Een volk van mensen die voor Hem willen kiezen, een Heilig volk.
Tot dat volk behoren grote geesten
als Thomas van Aquino en Theresia van Avila,
tot dat volk behoren ook de simpelen van geest
zoals Benedictus Labre -gelukkig ook in onze kerk afgebeeld-,
tot dat volk behoren kinderen en ouderen,
zonderlingen en geleerden.

Het is allemaal begonnen bij een volk dat heilig genoemd werd
door God zelf. Een volk van geroepenen,
het volk Israël.

Een volk dat tussen ons christenen een beetje is plat gedrukt.
Wat er de afgelopen 2000 jaren is voorgevallen
poets je niet in korte tijd, ook niet in 50 jaren, uit.

Het joods volk is bijna 2000 jaar
steeds slachtoffer geweest
van de meest gruwelijke misdaden tegen de mensheid.

Helaas voelden degenen die die vreselijkste misdaden pleegden
-inclusief Hitler in de jaren 30/40- zich daarbij gesteund
door de verkondiging in de christelijke kerken.
Daarin werden immers de joden aangemerkt
als de moordenaars van Jesus Christus
-terwijl de romeinen in werkelijkheid de boosdoeners waren.
De geschiedenis van dat volk was voor ons van geen belang meer.
Ze telden niet meer mee.

Waarom ik u dat allemaal vertel?
Omdat het nodig is dat wij eindelijk verlost worden van dat misverstand.
De Bijbel zelf vertelt ons namelijk iets heel anders.
Jesus zelf is tot aan zijn laatste snik jood gebleven
en in de eerste lezing van vandaag hoort u
hoe God zijn volk getrouw is
en Zijn eens gegeven woord nooit zal vergeten.
U hoorde immers in de eerste lezing van vandaag vertellen
hoe het nu juist de kinderen Israëls zijn,
die de kern vormen van het nieuwe volk van God.

Heel de mensheid wordt namelijk gegroepeerd
rondom de 144.00 getekenden, de 12 x 12.000 getekenden
uit alle stammen van Israël. En dan klinken al 20 eeuwen
door de 12 namen van de stammen van Gods lievelingsvolk.

Bijna was er een ongeluk gebeurd vandaag
en hadden we hun namen niet gehoord.
In uw boekje staan ze namelijk niet vermeld,
helaas, waarschijnlijk om tijd en drukinkt te besparen.

Wat een afschuwelijk gebrek aan respect
voor de namen van Gods kinderen.

Wij hebben gelukkig de volledige bijbel even gepakt
en zo hebt u dus toch, als vanouds, de namen gehoord
van alle stammen Israëls, van iedere stam 12000 getekenden.

Uit de stam Issachar, Zebulon, Naftali
en de stam JUDA, de stam van Jesus zelf!
Je mag ze toch niet vergeten,
de mannen en vrouwen van het volk
waar God mee begonnen is op weg te gaan;
de heiligen van het begin: de oerheiligen eigenlijk.

Ze staan daar als de kern van een nieuw nog groter nieuw volk van God.

De niet joden mogen alleen maar in een kring om hen heen staan.
rondom dit unieke volk
gemarteld en gekwetst als geen ander volk;
in de loop der geschiedenis meerdere malen met uitsterven bedreigd
maar levend en stralend voor God hier de volle Gloria!

Als wij het feest van alle heiligen vieren,
vieren we dat God ooit tot zijn joden heeft gezegd:
'wees een heilig volk.'

Het slotgebed van vandaag zegt:
‘wij smeken U Heer, schenk ons Uw genade
om onze heiliging te kunnen voltooien.'

We wenden ons dan tot Hem die ons uitdaagt
in deze wereld zijn naam hoog te houden
en niet te geloven in de macht van de afgoden
en de grote machten om je heen.

Vandaag wil Hij ons zeggen:
probeer toch te geloven dat mijn geschiedenis van vrede en recht
de enige echte belangrijke geschiedenis is
en die maak ik met jullie, mijn mensen: groten en kleinen,
mannen en vrouwen, kinderen en volwassenen:
allemaal maken jullie deel uit van dat mijn lieve heilige volk.

In het slotlied vandaag kijken wij naar degenen
die hun reis hebben volbracht en over hen zullen wij het luid uitzingen:
‘Voor al uw heiligen in de heerlijkheid
die U beleden in hun aardse strijd...
waart Gij hun rots, hun burg en al hun macht
Gij Heer, hun loods en licht in storm en nacht
Gij hebt uw pelgrims veilig thuis gebracht.'

Voor ons geldt dat nog niet:
- en dat staat ook in het lied- :
‘Maak ons, uw strijders in dit aards gevecht
moedig als hen wier pleit reeds werd beslecht
tot aan de tijd die Gij hebt toegezegd.'

Om die volharding bidden wij hier op aarde
gesterkt en bemoedigd door allen die hun reis voltooiden
en voor ons ten beste spreken.

Uw naam zij lof gebracht Heer onze God
Halleluiah, Halleluiah