Zusters en broeders,
Wachten lijkt vandaag het thema te zijn. De eerste lezing situeert zich in de tijd dat de Israëlieten uit de ballingschap terugkwamen. Ze werden daarbij niet alleen geconfronteerd met een verwoeste tempel, maar ook met wanhoop en teleurstelling omdat de thuiskomst niet bracht wat ze gehoopt hadden, namelijk dat alles terug het oude en vertrouwde zou zijn. Maar dat was het niet. Door de jarenlange ballingschap in een vreemde cultuur met vreemde goden hadden ze niet alleen hun thuis, maar ook het contact met hun geloof en hun vertrouwen in Jahweh verloren. En daar wil de profeet Maleachi verandering in brengen. God zal een gezant sturen die de weg naar Hem zal banen, belooft hij. Het is de gezant van het Verbond, naar wie zij al zolang verlangend uitzien. Hij zal het vuur van het geloof weer aanwakkeren, en hij zal hen van alle twijfels bevrijden.
Het is op die gezant dat ook Simeon in het evangelie wacht. Hij is een heel oude man, en de heilige Geest rust op hem. Die heeft hem verzekerd dat Hij niet zal sterven voorr hij de Gezalfde van de Heer heeft gezien. Het is ook de heilige Geest die hem nu naar de tempel heeft gezonden, en daar weet hij met zekerheid dat het kind in de armen van Maria de Gezalfde, de Gezant is op wie de Israëlieten al eeuwen wachten. De Gezalfde die een licht zal zijn voor de heidenen en de Israëlieten. Dat voelt ook de stokoude weduwe Hanna aan: dat kind zal verlossing brengen.
Wachten dat verwachten werd, een verwachting die met de komst van Jezus wordt vervuld. En zo’n wachten is niks speciaals, integendeel, het maakt gewoon deel uit van het leven van ieder van ons. Wachten in de wachtzaal van de dokter, wachten op de liefde. Wachten op beter weer, op de thuiskomst van je man, je vrouw, je kinderen. Wachten op iets of iemand: we doen het elke dag. En dat wachten wordt elke dag meer verwachten dan wachten. Hopen dat het goed is waarop we wachten.
De oude Simeon geeft ons daar een goed voorbeeld van. Heel zijn leven heeft hij gewacht op een moment waar hij vol hoop naar uitzag. Hij heeft het nooit opgegeven, heeft geduld gehad, en wellicht ook gestreden tegen twijfel, maar zijn geloof en zijn vertrouwen waren sterker dan zijn onzekerheid en zijn twijfel. Ik denk dat wij dat ook moeten doen: hoopvol wachten. Niet verlangen dat iets onmiddellijk gebeurt, en gefrustreerd zijn als dat niet het geval is. Maar wachten. Op onszelf, op onze kinderen, op elkaar, op God. Wachten en hopen. En ook geloven.
Zusters en broeders, vandaag is het 2 februari, dus is het Lichtmis, en dat sluit direct aan bij Simons woorden van dank aan God wanneer hij het kind in zijn armen houdt. ‘Mijn ogen hebben de redding gezien die Gij voor alle volkeren hebt bereid: een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen en dat tot eer strekt van Israël,’ zegt hij vol dank. Want zo is Jezus: het licht op zijn en onze zoektocht naar God, naar onszelf en naar onze medemensen. Een zoektocht die niet altijd zonder pijn en zonder smart verloopt. Simeon zegt tegen Maria: ‘Dit kind zal een teken zijn dat betwist wordt, en uw ziel zal door een zwaard doorboord worden.’ Nee, wij worden niet door een zwaard doorboord, maar we weten allen dat ons leven niet altijd vlekkeloos en zonder pijn verloopt. Maar meer dan anders is Jezus dan het licht dat ons in die duistere momenten van ons bestaan de weg aanwijst van kracht en troost, en van geloof, hoop en liefde. Amen.