Het is moeilijk om je goede humeur te bewaren
als je weer even het journaal op de TV hebt bekeken
en bent bijgepraat door de NOS.
De oorlog in Syrië neemt geen einde
mensen die kinderen inenten zijn in Pakistan vermoord
lage schoolkinderen zijn neergeschoten in de VS;
de economische crisis duurt langer dan gedacht….
vele bouwvakkers staan op straat
hee…. hier niet: heeft de restauratie van onze kerk ook een sociaal nut.
Voetballen is ook niet leuk meer,
vind je het gek dat mensen denken dat de wereld aan de ondergang toe was?
En dan gebeuren er ook nog dingen die je niet in de krant leest:
twee jonge mensen zouden hier trouwen 5 januari:
het huwelijk gaat niet door: zij is ernstig ziek.
Anderen missen hun dierbaren die
ze in het afgelopen jaar moesten missen.
Heeft al dit vieren nog wel zin?
Ik denk toch dat het hoopvol is en tot nadenken stemt
als wij merken dat zoveel mensen al vanaf de 6e december
hevig bezig zijn met kerstmis en er allerlei goed initiatieven
in glazen huizen en ook vanavond in de kerken gaande zijn.
Ik heb de indruk dat het feest zelfs in de lift zit
omdat wij er meer dan ooit behoefte aan hebben:
elkaar te zien, saamhorigheid op te bouwen.
U bent hier gekomen deze nacht,
ik heette u al welkom, en dat meen ik echt.
Ik hoor niet tot de mensen die knorrig en streng zeggen:
‘het hele jaar zie je ze niet en met kerstmis komen ze opeens aanzetten.’
Dat vind ik een domme en arrogante, beledigende opmerking.
Ik hoor tot de mensen die zeggen:
‘wat fijn dat u gekomen bent, voel u welkom
want we hebben elkaar nodig.’
U hebt ons misschien nodig als zangers en voorgangers
maar wij hebben u nog veel meer nodig
om samen te kunnen voelen dat er
ook een andere kracht werkzaam is in onze geschiedenis.
Dat is de stille kracht van Iemand die ons bijeenroept
die ons ook nodig heeft en uitdaagt:
God die zegt: we wanhopen toch niet samen
we gaan toch verder met ons grote avontuur:
de opbouw van de liefde onder de mensen.
II. We zitten samen in onze glanzende kerk.
Boven onze hoofden is de perfect gerestaureerde koepel
waaruit in deze nacht ook een bijna hemelse muziek heeft geklonken.
De koepel die boven onze hoofden is uitgespreid
moet ons doen denken aan de liefdevolle handen van God
die als een beschermende hemel over ons zijn uitgespreid.
Binnen in de koepelrand is, sinds kort een bijzonder randschrift te lezen
dat er nog nooit geweest is maar wel op de oude tekeningen van
de architect was getekend:
met mooie krulletters staat er boven onze hoofden
Sanctus, Sanctus, Sanctus… Heilig is onze Heer!
En de tekst eindigt: ‘Pleni sunt caeli en terra majestatis gloriae tuae:
vol zijn hemel en aarde van DE MAJESTEIT van uw glorie!’
Toe maar.
Het visioen waarnaar de tekst boven ons hoofd verwijst is komt van Jesaja.
Hij was kritisch tegenover de kleinburgerlijkheid van de koning,
de priesters en de gewone burgers van Jeruzalem.
Hij weet, net als wij, dat wij het alleen niet redden:
de krachten die ons bij de opbouw van een goede wereld blokkeren
zijn zo sterk.
Daarom verkondigt hij een machtsovername door God.
In de tempel krijgt Jesaja zijn visioen en hoort de engelen zingen
over de kracht en de majesteit van God. Slaat dat wel ergens op?
Wat we deze nacht vieren is dat het een ander soort majesteitelijkheid is
dan machtige belangrijkheid waar wij aan gewend zijn.
Het is de majesteit de bescheiden weerloze liefde zoals die
in een kind op ons af komt.
III. Het kind van Bethlehem is de bode van Gods nieuwe wereld.
We worden opgeroepen ons te verzamelen rond hem
en dan klinkt "vrede op aarde" klinkt als aankondiging èn als opdracht.
We dromen dat die liefde het zal winnen van de haat
en die vrede het zal winnen van de oorlog.
Om naar die uitbundige geloofsbelijdenis toe te groeien komen we hier samen.
We alleen samen kunnen we geloven
dat de geschiedenis een goede kant op kan gaan.
Engelen spreken ervan en nodigen de mensen (de herders) uit
gauw te gaan kijken.
De herders zullen in het Lucas-verhaal direct afstevenen
op het woord dat in Bethlehem is geschied,
de belofte van God die werkelijkheid is geworden.
De herders, de armen, zijn de centrale figuren.
De armen die in onze samenleving niet opvallen
(omdat ze volgens God aandacht verdienen noemt Lucas ze voortdurend ).
'Zie ik verkondig ú een grote blijdschap die voor heel het volk bestemd is.'
Zij mogen als eerste horen namens het volk. 'U is heden geboren.'
Een engel des Heren staat naast hen en de glorie des Heren omstraalde hen. Een hele schare hemelse machten voegt zich bij hen
om te gaan juichen over het woord van God dat werkelijkheid wordt.
Ze juichen omdat er hoop is: omdat de liefde het kan winnen van de haat
en de vrede het zal winnen van de oorlog.
Ze zingen met het gezicht naar de aarde toegewend en over de aarde:
'Vrede op aarde.' Daar, hier zal het moeten gebeuren.
Het weerloze kind in de kribbe strekt zijn armpjes naar ons uit
en zegt als het ware: help mij toch
bij het stichten van de vrede op aarde.
De tegenkrachten zijn zo sterk
er is zoveel reden om te wanhopen:
doe dat toch niet.
De herders zijn namens heel het volk
- en dat volk weer namens heel de mensheid –
getuige van dat nieuwe begin van God in deze geschiedenis.
Ze gaan hun ervaringen gauw aan andere vertellen.
Wat zal de reactie zijn op hun verhaal? Uiteraard verwondering.
Dat hoeft geen blijde verbazing te zijn over het roerende kersttafereel.
Het is negatiever: hoe durven jullie.
Hoe durven jullie, arme sloebers
te verkondigen er terwijl de keizer en zijn trawanten regeert
een andere geschiedenis begonnen is, die van de liefde.
Hoe durven wij samen te hopen
dat er toch leven is, niet alleen na de dood
waar de advertenties op de TV ons altijd belachelijk mee maken;
wij geloven dat er leven is voor de dood:
hier en nu en dat wij dat leven
voor alle mensen die nog in ellende leven
mogelijk moeten maken.
Leven dat als kroon voor wat we hier doen het leven na de dood heeft.
Maar eerst dus is er hier veel, heel veel te doen!
Maria en de herders worden met ere genoemd.
Maria omdat ze de woorden bewaarde en overwoog.
Ze zou niet toelaten
dat er iets aan deze woorden zou worden afgedaan of toegevoegd.
In haar hart wilde ze openstaan voor dit wondere plan van God.
Wij ook?
Daar zitten wij dan:
boven onze hoofden staat de aankondiging
van de revolutie die God te weeg brengt.
En buiten glanst in deze nacht het vergulde kruis.
Het herinnert ons aan Jesus’ levenseinde
toen hij zijn handen aan het kruis naar ons allen uitstrekte.
Dat deed Hij opdat ook wij
in solidariteit onze handen naar elkaar zouden uitstrekken.
III. Ik begon met het NOS-journaal en ik eindig met
ons Bavojournaal: het verslag van wat zich hier beneden afspeelt.
Er zijn goede dingen die hier gebeuren.
Een jonge parochiane die graag met haar vriend zou gaan samenwonen
maar ervoor gekozen heeft eerst even te gaan wonen bij haar oma
die zwaar dement is en niet zonder hulp kan.
Jongelui die mij vertellen dat ze van plan zijn
een jaar te gaan werken in Mali om daar mensen bij te staan.
En dan zijn er nog de honderden vrijwilligers die in deze kerk helpen.
De jongens, meisjes en mannen van ons koor die
met een verbluffend enthousiasme zingen dat het een aard heeft.
En dan zijn er ook nog de mensen die opgewekt hun werk doen,
thuis, zonder drukte, zich inzetten voor hun kinderen.
Ouderen die hun zieke partners verzorgen
er is zoveel dat niet op het journaal komt maar
zeker zo belangrijk is.
God heeft grote verwachtingen van ons, van u en van mij.
Hij is onze grote Supporter met een hoofdletter.
Hij zal ons de kracht geven die wij nodig hebben
en wat zou het heerlijk zijn als Hij alle zieken nou eens even zou genezen.
Dat is ons niet gegeven.
Wel wordt ons solidariteit van Zijn kant toegezegd
en als wij ons willen inzetten voor de liefde
wie durft!! God zegene ons allen, ieder op haar of zijn eigen plek.