Beste vrienden,

 

Meer dan zestig procent van onze kinderen weet niet meer waarom het kerstfeest gevierd wordt. Een gerenommeerd instituut heeft daartoe een zogenaamde representatieve enquête bij 700 kinderen tussen 6 en 12 jaar doorgevoerd. Enkele antwoorden die daarbij werden genoteerd: „we vieren kerstmis omdat het winter is“ of ook „omdat de kerstman verjaart“. Tot mijn grote verbazing waren er nog ongeveer 15% van de onwetenden die er toch nog een vaag vermoeden van hadden dat het ergens iets met Jezus Christus te maken had. 

Anderzijds was er ook nog een tweede enquête. En daar ging het erom wat de mensen voor zichzelf voor kerstmis zouden wensen.  En wat stond daar bovenaan de top-tien?  

83% noemden sleutelwoorden zoals: „Rust, een harmonisch familiaal leven, rustige bezinning”! Ja, de verwachtingen voor dit feest zijn ook dit jaar weer hoog gespannen, en zo ontstaat voor veel mensen telkens weer het fenomeen dat ze onder druk geraken en door de zogenoemde kerststress worden getroffen; door al dat shoppen en voorbereiden voor het feest is er geen tijd meer voor rustige bezinning en op de duur is men verwonderd dat men de wissel van stress naar bezinning niet zo maar om kan leggen. Men kan zich niet bezinnen op bevel!  Hoe kan het dan, ondanks alles, bij en in ons toch nog kerstmis worden?

In de nachtmis hebben we weer het oude en toch zo ontroerende verhaal van Jezus’ geboorte gehoord en daarjuist het evangelie van het woord dat er van in het begin was en van het licht dat de wereld moet verlichten. Maar daar klinkt toch ook al door dat HIJ in zijn eigendom kwam en dat de zijnen HEM niet hebben opgenomen. Wat is er dan nodig om het voor ons kerstmis te kunnen laten worden, opdat wij HEM bij ons zouden opnemen?

Ik wil u hier niet lastig vallen met vrome tekstballonnetjes of met banale algemeenheden. Neen, volgens mij is het beter als we kerstmis heel langzaam benaderen. Om het met een beeld te zeggen: Voor vele mensen is kerstmis zoals een oude wandklok die men heeft geërfd. Ze hangt nog wel aan de muur, maar ze tikt niet meer. Ze werd ook al zo lang niet meer opgewonden. Sommigen hebben haar zelfs al helemaal van de muur genomen: wat? gij gaat nog naar de kerk? Wat gaat ge daar in Gods naam nog zoeken? 

Met kerstmis kunnen we die oude klok nog eens opwinden en dan misschien ontdekken dat het oude ding toch nog werkt. Misschien loont het om dat eens te proberen. Laten we ons bezinnen en ons herinneren aan de eenvoudige dingen van ons geloof. Daarbij kan ik u drie dingen aanbevelen.

Een eerste stap: Opdat het ook bij ons weer kerstmis zou kunnen worden, stellen we Gods werkelijkheid gewoon voorop. We gaan er gewoon van uit dat Hij bestaat en we martelen ons hoofd niet voortdurend met de vraag: Bestaat God wel?

Hoe velen onder ons zijn nog opgegroeid met het idee dat de donder bij een onweer iets met God te doen had? Vandaag daarentegen lijkt zowat alles doenbaar, herkenbaar en verklaarbaar te zijn.  En toch: er is geen enkele wetenschap die ons een antwoord geeft op de wezenlijk belangrijke vragen: Waarom leef ik? Wie ben ik?  Waar vind ik houvast? 

Zeker, de relativiteitstheorie kan me misschien verklaren hoe één en ander in mekaar zit, zodat ik de wereld en haar samenhang beter kan begrijpen.  Maar ze kan me niet omhelzen als het slecht met me gaat; ze kan me niet troosten in mijn leven en sterven. Het woord “Religio” betekent „aanbinding“, en ik voel toch alle dagen weer hoe hard ik het nodig heb om me vast verbonden te weten; om een houvast te hebben, om iets te hebben waarnaar ik mijn leven kan richten.  

En hoe kom ik dan tot geloven en tot de godsdienst? Ik ben ervan overtuigd dat de eerste stap daar naartoe die is die door mijn hart wordt gezet. En als we nu met kerstmis daar iets van willen begrijpen, dan is dat toch alleen maar dat ik de eerste stap niet met mijn verstand, maar met de ogen van mijn hart moet zetten. Daar bedoel ik mee dat ik Gods werkelijkheid voorop kan zetten en me niet voortdurend met één of ander Godsbewijs moet bezig houden.   Neen, ik vertrouw er gewoon op dat Hij aanwezig is – de eerste stap. 

De tweede stap zou dan zijn dat ik me afvraag: “Wat zou het me helpen, als er ergens een God zou zijn, en ik alleen maar zou weten dat Hij bestaat?  Er zijn toch veel mensen die zeggen: „er zal wel ergens iets zijn; één of ander hoger wezen”. Maar het komt er toch op aan of dat wezen ook iets met mij te maken wil hebben. En daar gaat het in de Bijbel nu juist om. De Bijbel verklaart niet, hij vertelt. „Uw redder is geboren!“ Daar begrijp ik uit dat die uitspraak ook voor mij is bestemd. Niemand kan toch echt aannemen dat de essentie van kerstmis erin zou bestaan dat we ons gewoon aan een gebeurtenis van 2000 jaar geleden herinneren. Aan het verhaal van enkele eenvoudige herders die op het veld een uitzonderlijk lichtverschijnsel hebben waargenomen. Neen, het gaat erom dat er ons een licht zou opgaan. Wij allemaal, u en ik, maken ook deel uit van dat verhaal. Ons christelijk geloof gaat er niet om dat er ergens een naar beneden gekomen God bestaat, maar het is een geloof aan een God die mij persoonlijk raakt, een God die me zegt: ik bedoel jou, ik wil bij jou komen!!! 

De werkelijkheid van God voor mogelijk te houden is de eerste stap; een God aanvaarden die me zegt dat Hij mij bedoelt en om mij geeft is de tweede stap. En de derde stap?

Het komt er op aan het geloof te bewaren en het door de dagelijkse problemen niet terug verloren te laten gaan. Hoe dikwijls heb ik niet het gevoel dat het licht van kerstmis, dat tijdens de kerstdiensten bij zo veel mensen wordt ontstoken, bij het verlaten van de kerk dikwijls al terug begint te flakkeren. Voor mij is dat een reëel beeld van onze huidige werkelijkheid: hoe kunnen we in de koude buitenwereld ons geloof volhouden, de ijskoude wind blaast daar zo geweldig in ons gezicht. Hoe kan het licht van kerstmis behouden blijven – ook tot ver in het nieuwe jaar? En hoe kunnen we ons geloof bestendigen als we het leven niet meer begrijpen? “Als er een God bestaat, waarom laat Hij dan dat alles toe...? zeggen we dikwijls en sommigen houden datgene wat ze in de kerstnacht hoorden voor een vroom sprookje dat nog onder de kerktoren al door de wind wordt weggeblazen. 

Als God bestaat, als Hij de absolute Liefde is en Hij zich altijd weer in liefde tot ons richt, waarom is er dan zo veel leed? Zo veel kwaad – ook in ons zelf? Waarom breken er dan zo veel relaties? Waarom oorlogen, ziekte en dood? Er bestaat geen antwoordrecept voor al deze vragen en ook geen antwoord voor ons verstand. Wat weet een kikkervisje van de oceaan? Wat weet een mens uiteindelijk van God en van de zin van datgene wat achter al deze vragen staat? De Bijbel geeft ons geen rationeel antwoord. Maar hij vertelt ons het kerstverhaal. Hij vertelt ons dat, wanneer het in een mensenleven het donkerst is, God dan juist aanwezig is.  God daalt tot ons af, plaatst zich op gelijke hoogte met ons mensen en wordt nederig en gering. Of wij dat ooit ten volle zullen kunnen begrijpen weet ik niet. Ik weet alleen dat midden in de nacht een nieuwe dag begint – en juist dat is de betekenis van kerstmis. Laten we dat geloof nooit lichtvaardig over boord gooien. 

Herinnert u het zich nog? Het geloof is soms zoals een oude wandklok die men heeft geërfd. We proberen haar op te winden, te kijken of ze nog functioneert, of het geloof er nog is. En dan vieren we kerstmis; luisteren naar dat verhaal van het pasgeboren kind, een kind dat ons grote vreugde wil schenken, een vreugde die aanstekelijk is en die ons innerlijke vrede wil brengen.  Laten we de vreugde van kerstmis in ons binnen komen, laten we haar bewaren en uitdragen – als licht in onze dikwijls zo duistere dagen. Amen.