×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Zacharias, de man van Elisabet en de vader van Johannes de doper, behoorde tot de zogeheten priesterklasse. Hij was het aan zijn stand verplicht te geloven. Maar wanneer hem verteld wordt dat hij dankzij Gods ingrijpen op hoge leeftijd nog vader zal worden, lacht hij dat spottend weg. Hij gelooft er niks van, en hij wordt met stomheid geslagen; tot aan de geboorte van Johannes kan hij niet spreken.

Daartegenover wordt Maria, een eenvoudig meisje uit Nazaret, door Lucas afgeschilderd als een voorbeeld van vertrouwen. Zij gelooft wel wat haar van Godswege is gezegd, en zingt haar vertrouwen vol vreugde uit in het Magnificat. In dat lied zegt ze dat God heel verrassende en grootse dingen doet met en voor kleine en gewone mensen zoals zijzelf.

Al eeuwen lang gedenkt de kerk Maria als een gelovige vrouw, een voorbeeld voor ons allemaal. Vandaag horen we dat zij haar veel oudere nicht Elisabet gaat helpen. De ontmoeting van twee vrouwen die allebei een kind verwachten, uitzien naar nieuw leven.

‘Wanneer een vrouw moet gaan bevallen', zegt Jezus een keer, ‘is zij bedroefd omdat haar uur is aangebroken. Maar is het kindje eenmaal geboren, dan denkt ze niet meer aan haar benauwdheid, van pure vreugde dat er een mens ter wereld is gekomen'.

We herkennen dat beeld allemaal, denk ik, want geboorte van nieuw leven gaat met pijn en moeite gepaard. Zo is er rondom ons ook nieuw leven aan het groeien in kerk en samenleving, maar van een pijnloze bevalling kan geen sprake zijn. Nood, pijn en lijden als de barensweeën van een nieuwe tijd voor kerk en wereld zien getuigt van echt optimisme.

Dat gelovig optimisme treffen we volop aan bij Maria. God zal het laatste en verrassende woord spreken - zo zingt ze -, en niet de machthebbers van nu, niet zij die nu de dienst uitmaken, niet de alleskunners, maar zij die God echt eerbiedigen, kleine en gewone mensen die op Hem vertrouwen, die mogen rekenen op zijn hulp en mededogen. Maria zelf durft het leven aan zich te laten gebeuren, erop vertrouwend dat het goed komt dankzij God.

Hoe anders reageren wij op de werkelijkheid die ons omringt. Wij zouden alles in één slag willen veranderen. Er valt in onze wereld nog zo veel te doen voordat zij echt bewoonbaar is voor allen. Maar we worden er wel eens mismoedig van. We hebben maar twee handen, en zijn niet bij machte de hele wereld binnen de kortste keren te veranderen. Als het in ons geloof alleen op actie zou aankomen, zag het er slecht voor ons uit, en restte ons alleen nog de moed der wanhoop.

Maria kijkt anders naar de werkelijkheid. Het geloof dat in haar lied te beluisteren valt, gaat niet uit van overspannen verwachtingen van onszelf, die ons mistroostig maken en verlammen. Wij horen in dat lied de zekerheid dat het uiteindelijk God is, die alles ten goede keert. Die zekerheid geeft ons de vrijheid te doen wat we kunnen, maar ook niet méér te willen doen dan we kunnen. En Maria is hoog in de hemel het stralende teken dat God kleine mensen groot maakt.