Op deze heilige avond zijn wij samengekomen om te doen wat Jezus ons heeft voorgedaan. Wij zijn hier op dezelfde dag en op hetzelfde uur samen als Jezus met zijn apostelen toen Hij het Laatste Avondmaal vierde. Hoe het daar gebeurde vertellen ons de evangelisten in zeer weinig woorden.
Tijdens de maaltijd nam Jezus het brood, brak het en gaf het om het te verdelen; evenzo nam Hij de beker, sprak een dankgebed uit en reikte hem over aan zijn leerlingen.
Het is opvallend hoe sober de gebaren zijn, hoe schaars de woorden. Eigenlijk is alles zo eenvoudig, zo heel gewoon. En toch... in dit gebeuren steekt een rijkdom, waarover de Kerk al eeuwenlang heeft nagedacht. Het is als een goudmijn, waaruit telkens weer nieuwe schatten opgedolven worden. Die woorden zijn als een bron, waaruit elke generatie op haar beurt fris en levend water putten kan. Alle diep menselijke handelingen zijn kort en sober, maar juist daarom ook dikwijls ongehoord rijk aan inhoud en gevolgen. Wie trouwt doet dit met één woord: ja... maar de gevolgen van dit ene woord strekken zich uit over een heel mensenleven. Je kunt zelfs zeggen: hoe dieper een menselijke handeling is, des te eenvoudiger zal ze zijn. Mensen die elkaar liefhebben, gebruiken geen overvloed aan woorden: één woord, één gebaar... kan voor hen die liefhebben voldoende zijn om de onmetelijke rijkdom van hun liefde te doen aanvoelen.
Op die avond voor zijn lijden en dood - dat is deze avond -drukt Jezus zijn liefde uit in een heel diep en eenvoudig gebaar, vergezeld van een heel eenvoudig woord. Hij neemt het brood, breekt het en deelt het uit, terwijl Hij zegt: ‘Dit ben Ik, gegeven voor u'.
Stellen wij ons even midden in de kring van de apostelen om de oneindige rijkdom van dit gebeuren te beseffen, zodat ook wij van die liefde kunnen leven, zoals de Kerk door alle tijden heen reeds van dit gebaar geleefd heeft.
Jezus hield maaltijd met zijn apostelen. Maaltijd vieren is veel meer dan samen eten. In een warenhuis eten ook honderden men-sen samen in een zaal, maar van maaltijd vieren is daar geen sprake. Maaltijd vieren kun je alleen in een kring van vrienden, die daardoor uitdrukken dat zij samen het hele leven willen delen. Zo vierde Jezus deze maaltijd met zijn vrienden om uit te drukken dat Hij ons leven wil delen met zijn lief en zijn leed, en wij nemen het brood uit zijn hand aan en drinken uit de beker als een teken dat ook wij willen delen in zijn goddelijk leven.
Jezus geeft ons de twee wezenlijkste dingen die een mens nodig heeft om te leven: brood en wijn, voedsel en drank, als een teken dat Hij ons wil voeden met alles wat wij wezenlijk nodig hebben.
Deze maaltijd was een offermaaltijd. Bij een andere maaltijd geeft de gast iets van zichzelf. Maar in deze eucharistische maaltijd geeft Jezus zichzelf, zijn lichaam. De Joden in zijn tijd hebben reeds het ongehoorde van deze daad beseft, toen zij tegen elkaar zeiden: ‘Hoe kan Hij ons zijn eigen vlees en bloed te eten geven?' Wij communiceren deze avond met Iemand die zich voor ons ten dode toe gegeven heeft. De Heer geeft zich aan ons als gebroken brood, als vergoten wijn. Communiceren met Jezus wil zeggen dat wij bereid zijn om ook zoals Jezus ons leven prijs te geven ten bate van velen. Daardoor aanvaarden wij, zoals pater Kolbe, zoals Mgr. Romero en anderen, gegeven mensen te zijn tot het uiterste.
Tenslotte is deze maaltijd een eschatologische maaltijd. Deze maaltijd is een voorafbeelding van de maaltijd die wij eens zullen vieren met de verrezen Heer. De eucharistie richt ons leven reeds naar het eeuwige bruiloftsmaal met het Lam. Daarom verkondigen wij zijn dood en verrijzenis totdat Hij komt.
De heilige eucharistie is de teerspijze, waardoor wij nu reeds delen in de verrijzenis van de Heer, op weg naar de eeuwigheid. Wie van dit brood eet, zal leven in eeuwigheid. De eucharistie is de voedingsbron van eeuwig leven.