Jezus ging voorop

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Aan het begin van het stukje evangelie dat wij op palmzondag lezen, staat een zin, die gewoonlijk in het Nederlands niet duidelijk wordt weergegeven en die eigenlijk toch heel belangrijk is: Jezus ging voorop en steeg op naar Jeruzalem. Wat dan volgt ziet de evangelist als een manier om Jezus te volgen. Jezus gaat vrijwillig voorop naar Jeruzalem, naar zijn dood op het kruis.

Dit evangelie bevat ook nog een belangrijke aanwijzing: Jezus rijdt op een ezel Jeruzalem binnen. Elke Jood dacht daarbij direct aan het woord van de profeet Zacharia: ‘Hij is deemoedig, Hij rijdt op een ezel, op een veulen... dan kondigt Hij vrede af'.

Dat Jezus de vredesbrenger is, dat weten wij allang, maar is deze uitspraak in ons al vlees en bloed geworden? De Russische schrijver Marsjak zag eens kleine kinderen die aan het spelen waren. ‘Wat spelen jullie?' vroeg hij. ‘Wij spelen oorlog,' antwoordden de kinderen. Daarop antwoordde de schrijver: ‘Hoe kunnen jullie oorlog spelen; jullie weten toch hoe verschrikkelijk een oorlog is. Speel liever vrede!' Dat is een goed idee, zeiden de kinderen. Ze overlegden en giechelden. Toen kwam een kind voor hem staan en vroeg: ‘Opa, hoe speel je vrede?'

Gaat het zo ook niet heel dikwijls bij ons? Als het gaat om ons te verdedigen hebben wij een heel arsenaal van verontschuldigingen, als het echter om mogelijkheden gaat tot verzoening, als wij bruggen zouden moeten bouwen naar de vrede, dan is onze fantasie uitgedroogd.

Jezus achterna gaan betekent: creatief bezig zijn met vrede, verzoening en het wekken van vertrouwen. Als ons iemand, ook in het parochieel werk op de tenen trapt, als onze interessen geschaad worden, dan zijn wij er vlug bij om van ons af te bijten, maar als het erom gaat de rechten van de anderen te verdedigen, dan hebben wij vaak lood in de schoenen. De weg naar Jeruzalem is voor Jezus een weg naar de vrede, de verzoening.

Volgens Matteüs en Marcus zijn het de mensen langs de straat die Jezus toejuichen, volgens Lucas begonnen de leerlingen zelf blij en met luider stem God te loven om de wonderen die zij gezien hadden. Zo wil de Kerk ook vandaag de dag de Koning, die komt in de naam van de Heer, toejuichen. Het is de taak van de Kerk, haar weg door de tijd te gaan, om God te loven en zijn wonderdaden te verkondigen. Dat is de betekenis van onze processie, wij verkondigen dat de Heer zal komen op het einde der tijden. Wij weten dat Hem alle macht gegeven is, dat Hij achter ons staat, en zijn werk zal voleindigen. Daarom durven wij in deze wereld tegen de stroom op te roeien, daarom durven wij de vinger op de wonden van deze tijd leggen en durven wij het boze met de naam te noemen.

De weg van de Kerk is niet doelloos. Dat drukken wij uit door onze palmprocessie, die optrekt naar de parochiekerk. Als wij daar aankomen staan wij met het gezicht naar het oosten gericht, en zien wij uit naar de zonsopgang, naar het licht, naar de verrijzenis.

Wij gaan deze processie ook niet op eigen houtje. Soeverein beveelt Jezus aan twee leerlingen de ezel te halen. Soeverein weet Hij zijn weg en brengt Hij zijn voornemen ten uitvoer. Zoals die twee leerlingen zijn wij onderweg, door Hem geroepen. geleid en op weg gezet naar onze eindbestemming.

Een schrijver uit de veertiende eeuw vat deze weg van de navolging van Jezus zo samen: Jezus heeft geen andere handen, dan alleen onze handen, om zijn werk vandaag te verrichten. Jezus heeft geen andere voeten, dan alleen onze voeten, om de mensen zijn weg te laten betreden. Jezus heeft geen andere lippen, dan alleen onze lippen, om de mensen over Hem te vertellen. Jezus heeft geen andere hulp, dan onze hulp, om mensen aan zijn zijde te brengen.