5e zondag in de vasten C - 2007

We kunnen ons de omstandigheden van dit gebeuren misschien niet zo goed meer inbeelden en misschien hebben we dat wel gedeeltelijk te danken aan dit verhaal, maar het moet verschrikkelijk geweest zijn. Het is vandaag nog altijd verschrikkelijk, want in bepaalde landen is dit nog altijd praktijk: doodstraf voor overspel.

Het verhaal, dat we in de oudste versies van het Johannesevangelie niet terugvinden, is eenvoudig. Jezus, de profeet die het volgens de gevestigde religieuze orde te veel opneemt voor zondaars, zit op het tempelplein. Niet zozeer de Wet verkondigt Hij, die kennen de mensen al en die moeten ze naleven. Neen, als aanvulling of verdieping op die Wet predikt Hij vooral de liefde en barmhartigheid van God die Farizeeën en schriftgeleerden wat uit het oog verloren hebben. Voor mensen die de stabiliteit van hun leven zoeken in regeltjes, is dit een oorlogverklaring. Nochtans, waar zou dat wispelturige uitverkoren volk staan als God niet barmhartig was? Maar de vraag blijft: waarom geeft God ons geboden wanneer, bij de overtreding ervan, ook nog rekening moet gehouden worden met Zijn barmhartigheid en liefde? Die profeet die zo Gods liefde en barmhartigheid centraal stelt, zal Hij durven ingaan tegen de Wet van Mozes?

Ze brengen Hem een vrouw die op heterdaad betrapt is bij het overspel. De joodse samenleving mag dan patriarchaal zijn, zo vrouwonvriendelijk was de Wet van Mozes nu ook niet. Er is wel sprake in Leviticus dat wie betrapt wordt op overspel gestenigd moet worden, maar dat geldt dan wel voor beide partijen. Aangezien hier alleen de vrouw voor Jezus gesleept wordt, lijkt het de aanklagers niet in eerste instantie te doen te zijn om rechtvaardigheid. Het heeft er alle schijn van dat dit gebeuren aangegrepen wordt als een valstrik voor Jezus.

Daar staat ze dan: de overspelige vrouw, verstijfd van angst en ingesloten door een stel macho's die enkel in groep het vonnis durven uitvoeren. Die bedreigende kringen: ze bestaan ook vandaag nog. Je ziet soms hoe een kind te kijk gezet wordt als slachtoffer van pesterijen. Er vormt zich een bedreigende kring rond het kind, ontsnappen is onmogelijk. Met woorden wordt het zelfvertrouwen van dat kind vermoord. Als er geen leerkracht ingrijpt, is hij getekend voor het leven ... Maar het gebeurt niet alleen op speelplaatsen: er zijn honderden situaties en plaatsen waar mensen in het nauw gedreven worden door een groepje die samenhorigheid gebruikt als vernietigingswapen.

Jezus schrijft in het zand. We zullen wellicht nooit weten of Hij iets opgeschreven heeft en indien wel, wat het dan zou mogen wezen. Sommigen opperen dat Hij een aanvulling schreef op de Wet, anderen zeggen dan weer dat hij de zonde van de vrouw in het zand schreef, als teken dat het iets is dat door de Geest van liefde kan weggeblazen worden. We zullen het nooit weten ... Misschien was het gewoon een middeltje om de spanning op te bouwen, want de aanklagers worden ongeduldig. En dan komt dat antwoord: wie zonder zonde is, mag de eerste steen werpen ... en ze druipen af. Dit is dus echt wat ze noemen een ontwapenend antwoord. Jezus blijft alleen met de overspelige. Ook Hij veroordeelt haar niet, maar nodigt haar uit het niet meer te doen.

Het is onvoorstelbaar dat dit verhaal al zo lang in een traditie verteld wordt waar nog altijd mensen de plak zwaaien die via strikte regelgeving Gods liefde en barmhartigheid uitsluiten. Waar halen ze het recht vandaan? Als Jezus het in dit verhaal opneemt voor een vrouw aan wiens schuld niet getwijfeld wordt, hoe kan iemand zich dan volgeling van Jezus noemen en iemand, misschien wel het slachtoffer van een echtscheiding, uitsluiten om ter communie te gaan? Hoeft het ons te verwonderen dat mijn leerlingen in dit verhaal de oude mannen zien als een symbool van de Kerk? Het hoeft ons misschien niet te verwonderen, maar het maakt het niet minder erg en pijnlijk.

Ik weet, voor sommige onder u lijkt het nu alsof ik de neergevallen stenen opgeraapt heb om die "oude mannen" te stenigen. Dat is natuurlijk ook niet de bedoeling. Ik vraag mij alleen af hoe bepaalde goedmenende kerkmensen kunnen overtuigd worden dat Jezus vooral van ons verwacht dat wij een liefdevolle en barmhartige God verkondigen. Ik pleit niet voor alles moet kunnen, maar sluit de kerkelijke regelgeving het persoonlijk geweten niet te veel uit? Moet het er in onze Kerk niet in eerste instantie om te doen zijn dat elk mens ten volle kan leven? Dat elk mens menswaardig behandeld wordt?

Het is lastig vertellen van een Kerk die liefdevol en zorgzaam in het leven staat, wat ze ook doet (!!) zonder dat leerlingen je confronteren met het andere gezicht van die Kerk. En akkoord, we mogen ook geen stenen gooien, al was het maar de stenen die ze laten vallen hebben. Dat is nu leven in een Kerk van heiligen en zondaars ... beiden hebben er hun plaats. Daarom mag ik er, als kleine zondaar, ook nog bijhoren en mogen die anderen die ik soms niet begrijp er ook bijhoren. In theorie fantastisch, in praktijk wat moeilijker maar als we ons laten doordringen van Gods liefde, dan moet het lukken. We moeten er dus over waken dat ons hart niet versteent, anders gaan we te hard en ongenadig uit de hoek komen.

Zoals gieren in een cirkel rond hun prooi vliegen,
zo sluiten de oudsten de vrouw die op overspel betrapt is, in.
Met een Wet die het wil opnemen voor de zwakkeren,
bedreigen ze het leven van deze vrouw, omwille van een fout die ze met een ander maakte.
Gans het leven van een mens in de weegschaal gegooid door één misstap.
En dan doorbreekt Jezus de cirkel:
Hij maakt de stenen harten mild door hen in eigen hart te laten kijken.
Zoals een vader die zijn verloren kind terug in zijn armen sluit,
zo sluit Jezus de vrouw in Uw liefde, een liefde die enkel insluit en niemand uitsluit.

God,
geef ook ons die wijsheid opdat we mild zijn voor anderen.