De brave krantenlezer (2013)

Als er geen boeven waren, geen mispunten, geen bedriegers, geen relschoppers, geen maffia en nog veel meer van dat soort, dan zouden de makers van de krant een groot probleem hebben, want wat zouden ze dan moeten verzinnen om de vele bladzijden die daar over gaan te vullen.
Als krantenlezer zouden we ook een probleem hebben, want het is allemaal wel bar en boos, maar tegelijk ook interessant; we lezen het graag, al is genieten niet helemaal het woord, en de krantenmaker weet dat.
Wat moet er trouwens op de TV vertoond worden als er geen schurken zijn die ontmaskerd en achtervolgd moeten worden.

Waarom zou juist dit aspect van de samenleving ons zo boeien?
Ergens schreef een psycholoog dat dit komt omdat we ons als toeschouwer van dit alles een beetje veilig voelen, want een en ander wordt aan de kaak gesteld, er wordt kennelijk loeihard tegen opgetreden en al die boze dingen vinden elders plaats en hier thuis in de stoel zit de brave borst.

In elk geval blijven we zelf buiten het beeld en buiten de krant.
We vinden het prima als er flink wordt opgetreden tegen al die boosdoeners.
Dat staat wel in tegenstelling tot de nu al weken durende oproep vanuit Jezus’ woord en daad om toch vooral mild te zijn in ons oordeel.

We kregen daar een paar argumenten voor aangereikt: Het zijn allemaal kinderen Gods, zelfs degenen die verkeerde dingen doen en God blijft oneindig geduldig en goed voor zijn mensen, dus dienen wij ook daar aan mee te doen.

Vandaag echter gaat de goede raad niet alleen naar de Godgelovige mens, maar naar ieder die het horen of lezen wil.
Okee, er moet gestraft worden, maar hoe zit dat met die brave borst in de stoel?

Die heeft dus nooit onwaarheid gesproken, nooit halve waarheden verspreid.
Die heeft nooit in zijn belastingaangifte (erg actueel zo rond 1 april, want het zaakje moet wel verstuurd zijn), nooit wat teveel naar zichzelf toegerekend.
Die heeft wellicht niemand vermoord.
Maar ook nooit iemands leven bedreigd b.v. in het verkeer.
Die is in woord, in daad, tot in zijn of haar fantasieën toe een trouwe echtgenoot.
Die kun je nooit betrappen op te hard rijden, op te veel lawaai maken, op te veel drinken, nee want dat doet ie allemaal niet.

Kwaadsprekerij, intriges, afgunst, geldzucht, machtsmisbruik en al die dingen waar je zulke leuke soapfilms van kunt maken.
Nee, zelf niet en niet in het minst.
Er wordt ons wel even de vraag gesteld of we zelf zo volmaakt zijn en als we vinden dat we dat niet zijn, kom er dan maar eens een beetje concreet mee voor de dag of moet het gevraagd worden aan iemand die het echt van ons weten kan?

Als na dit toch wat vervelende gewetensonderzoek nog steeds gezegd mag worden: "Hier mankeert niets", ja dan hebben we met iemand te maken die het vonnis over zoveel anderen mag voltrekken.

Die mag de eerste steen gooien als er dan toch gestenigd moet worden.
Maar als dat niet zo is, dan zwijg maar en smeer ‘m maar gauw en dat is dan het milde gedrag waar ook de niet-Godgelovige goede redenen voor heeft.

Mildheid is niet hetzelfde als gebrek aan oordeel.
We zouden in onze samenleving niet meer vooruit kunnen als het verschil tussen goed en kwaad volledig is vervaagd.
Wat verkeerd is van de ander, blijft verkeerd, maar dat geldt ook voor onszelf; dat oordeel moet helder zijn.
Maar voor we tot véroordelen komen worden we uitgenodigd even na te gaan of we zelf brandschoon genoeg zijn om dat te doen.
Zo niet dan kunnen we die ander beter laten gaan voor de nieuwe kans waar we het zelf ook van moeten hebben.