4de zondag 40dagentijd C (2010)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 194 niet laden

CRÈCHE

OPENINGSWOORD

Broeders en zusters, allemaal van harte welkom op deze vierde zondag van de veertigdagentijd.

Gisterenmiddag om 16.30 uur hebben wij voor de eerste keer de heilige Mis gevierd in de Mediaan in de stad van de Zon.

.......

Laten wij nu samen om vergeving vragen. Zoals altijd vragen wij vergeving ook voor onze eigen zonden en tekorten, maar wij mogen als gemeenschap God ook vergeving vragen voor de zonden van anderen, want dat hebben de profeten van het Oude Testament ook altijd gedaan. Ik denk nu even aan het schandaal van het misbruik in de Kerk waarover wij momenteel bijna iedere dag horen.

Het gaat hier om heel grote zonden. Als Jezus Christus in het evangelie van Matteüs spreekt over wat mensen kinderen kunnen aandoen, zegt Hij in hoofdstuk 18, vers 6, het volgende: "Maar als iemand een van deze kleinen die in Mij geloven aanstoot geeft, zou het beter voor hem zijn als men hem een molensteen om de hals hing en hem liet verdrinken in het diepste van de zee." Laten we bidden voor de slachtoffers van misbruik. Maar laten wij ook bidden voor de daders, binnen èn buiten de Kerk: dat zij zich oprecht bekeren!

Strakjes zal ik er nog iets meer over zeggen.

OPENINGSGEBED

Laat ons bidden. Goede God, wij hebben gezondigd, wij zijn verlamd en niet bij machte uit eigen kracht weer op te staan. Wie immers kan verzoenen dan Gij alleen? Zie neer op ons geloof, wees voor ons een barmhartige Vader omwille van uw Zoon, die de vergiffenis is van alle zonden: Jezus Christus, onze Heer. Die met U leeft en heerst ... .

KINDERWOORDDIENST

PREEK

Vandaag het verhaal van de verloren zoon, ook wel genoemd het verhaal van de barmhartige vader. Waarom is dit verhaal één van de mooiste? Omdat het leven nog zo kan meezitten, maar wij gaan allemaal weleens in de fout. Wij maken een grote of kleine vergissing. En te midden van al het goede blijft dat ene dan toch aan ons knagen. Dan hebben wij een gezagvol iemand nodig, een barmhartige vader, die tot ons zegt: Het is goed, ik vergeef het je. Ga maar verder.

Misschien dat wij onszelf niet zo herkennen in die verloren zoon. Wij gaan ‘s zondags trouw naar de Kerk, wij bedriegen en stelen niet, vloeken en moorden niet. Wij zijn God en mensen trouw gebleven. Dat kan zijn. Daar mogen wij dan ook dankbaar om zijn.

Maar misschien herkennen wij in onszelf wèl iets van die oudste zoon. Hij was iemand, die het leven serieus nam. Hij wist, dat hij verantwoordelijk was voor bepaalde zaken en deed zijn werk goed. Dat zei hij ook tegen zijn vader: "Al zoveel jaren dien ik u en nooit heb ik uw geboden overtreden". Hij was een harde werker en daar mag je respect voor hebben.

Wij hebben er misschien dan ook wel begrip voor dat die de oudste zoon zich ergerde aan wat hij zag gebeuren toen zijn broer weer thuiskwam. Die leidt eerst een vrolijk leventje met het geld, dat zij met hard werken hadden verdiend. En wanneer alles op is en hij gebrek begint te krijgen, dan komt hij - ik spreek nu even vanuit de visie van de oudste zoon - ‘zogenaamd' met een berouwvol hart naar huis en omdat hij zo vroom en zielig doet, wordt hij weer aangenomen als zoon van zijn vader met alle rechten, die daarbij horen.

Die barmhartige vader neemt zijn zoon weer op zonder ook maar één woord van verwijt te spreken. Hij ontvangt hem met open armen. Hij krijgt nieuwe kleding. Er wordt een groot feest georganiseerd, met muziek en dans. Het gemeste kalf wordt geslacht. Gaat dat alles niet een beetje te ver!?

Veel mensen zijn weleens als die oudste zoon. Wij geven dat misschien niet zo graag toe, maar laten wij eerlijk zijn: vaak voelen wij hetzelfde. Ook wij denken nogal eens in termen van rechten en plichten. Wij proberen oprecht ons aan Gods geboden te houden. Wij vervullen onze dagelijkse plichten. Maar tegelijkertijd zien wij, dat sommige anderen zich nergens wat van aantrekken. Zij leven erop los, houden alleen rekening met zichzelf. En toch gaan zij zomaar te communie. Zij worden vanuit de Kerk begraven en dan waren zij de besten die er ooit zijn geweest. En dan komt ons hart weleens in opstand. Want eigenlijk vinden wij, dat het recht het moet winnen van de barmhartigheid.

God vraagt vandaag aan ons: Wat zou jij doen als je zo'n losbol van een broer of zus hebt? Denk jij dan ook alleen maar in termen van recht en van verdienste? Vind jij dat ze alleen maar recht hebben op de goedheid van God als ze het hebben verdiend? Wie van ons kan zeggen, dat hij er recht op had, dat Jezus voor ons aan het Kruis ging? De paus niet. Zelfs Moeder Maria niet. Niemand! Het is voor iedereen een vrije en onverdiende gave. Als wij allemaal die allergrootste gave van God zomaar krijgen, alleen maar omdat God van ieder van ons houdt, mag een ander dan ook niet de gave van Gods barmhartigheid krijgen!?

De vader uit het evangelie houdt intens veel van zijn oudste zoon, maar de jongste is evenveel zíjn zoon. En daarom zal bij God - op voorwaarde, dat Hij bij mensen minstens een beetje berouw ziet - de barmhartigheid het altijd winnen van de rechtvaardigheid.

Die vader zegt tegen zijn oudste zoon, dat hij toch altijd bij hem is. Alles wat van de vader is, is ook van de zoon. Dag en nacht leeft de zoon in de liefde en de zorg van de vader. Maar die oudste zoon wordt zo verteerd door boosheid en ergernis, dat hij het goede in zijn eigen leven niet meer ziet.

Wij weten niet of de oudste zoon uiteindelijk toch aan het feest heeft meegedaan. Het gaat er ook niet om of híj heeft meegedaan, maar of wíj meedoen. De vraag is of wij een ander het goede gunnen zonder dat die ander dat nu echt heeft verdiend.

Denken wij tijdens deze viering even aan allerlei mensen die wij kennen. Kijken wij of wij op sommigen van hen misschien toch een beetje neerkijken, zo van: je verdient ook niet beter! Bedenken wij dan dat God hen in zijn barmhartigheid opneemt. Híj geeft hen de kans. Moeten wij hen die kans dan ook niet geven!? Is dat niet christen-zijn!? Doen wij wat Jezus zou doen!?

Wij mogen natuurlijk wel enig onderscheid maken. Laatst hoorde ik op de radio over mensen, die geen Nederlands paspoort hebben, die op geen enkele wijze proberen de Nederlandse taal te leren of een bijdrage te leveren aan de maatschappij, maar die wel hun hand ophouden. Daar valt inderdaad over te discussiëren: moeten we dat wel doen? "Al te goed is buurmans gek", zeggen we dan. Maar laten wij niet iedereen over één kam scheren. Proberen wij als christenen de normen en waarden van het evangelie te volgen. Leven wij als Jezus Christus. Hij is ònze Heer. De Heer en broeder van àlle mensen.

SLOTWOORD

De brief van bisschop Jos Punt over sexueel misbruik aankondigen.