4° Zondag Vasten C (2010)

Het vijftiende hoofdstuk uit Lucas, waaruit deze zondag gelezen wordt, is een heel bijzonder: het gaat over de goede herder, de vrouw die haar drachme terugvond en over de verloren zoon.
In de eerste twee parabels valt het woord vreugde vier keer. Dat past goed bij deze vierde zondag van de vasten, halfvasten, die naar het beginwoord van de Latijnse openingszang zondag "Laetare", "Verheug u', heet. En de derde parabel, over de verloren zoon, eindigt met "Feest en vrolijkheid."
Jezus zelf legt uit waarom er reden tot vreugde is: "Er zal in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die zich bekeert dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen bekering nodig hebben."
Vandaag dan het verhaal over de verloren zoon. De jongste van twee zonen wil de wereld in en vraagt van zijn vader zijn deel van erfenis: "Hij vertrekt naar een vreemd land en verkwist zijn bezit in een losbandig leven." Ik neem aan dat u vertrouwd bent met de afloop.
Een zinnetje uit een boek van Mia Leijssen, Tijd voor de ziel, heeft voor mij een nieuw licht geworpen op dat beroemde schilderij van de verloren zoon: "De ziel is rechtstreeks te ervaren als een soort lichamelijk gevoelde vibratie die gepaard gaat met: geraakt zijn, verwondering, ontroering, vreugde, dankbaarheid, ontzag, diepte en verbondenheid."
In dat licht moet ik zeggen dat het de jongste zoon was die zijn ziel ervaren heeft. "Hij vertrok naar een ver land," horen we. Als een ontdekkingsreiziger maakt hij van alles mee: hij wordt geraakt door een mooi landschap, een waterval, het eindeloze golven van de zee, muziek en dans, hij ontmoet mensen die verwondering, ontroering, vreugde, dankbaarheid, ontzag, diepte en verbondenheid bij hem te weeg brengen. Zo wordt hij een ander mens, hij groeit, al die ervaringen maken hem rijk: de reiziger heeft zijn ziel ontdekt. Die rijkdom, bestaande in alles dat hij heeft gezien en meegemaakt, vervliegt niet, zelfs niet als hij aan lager wal raakt en honger lijdt. En hij reist verder, terug naar zijn oorsprong.
Zoals de goede herder op zoek is gegaan naar dat ene schaap, en de huisvrouw alle lichten aansteekt om dat ene geldstuk terug te vinden, zo staat de vader, wie weet hoeveel jaren, uit te kijken of zijn zoon terugkomt.
Als hij daar eindelijk is, haalt zijn vader hem in als een overwinnaar met gouden medailles. Hij laat hem niet eens uitpraten, steekt hem in passende kleren en steekt een ring aan zijn vinger en laat een groot feest klaarmaken.
Daar komt de oudste zoon terug van een dag hard werken op het land. Zijn vader kan hem niet zover krijgen dat hij aan het feest meedoet. Hij heeft alleen dit te zeggen: "Al zoveel jaren dien ik u en nooit heb ik uw geboden overtreden, toch hebt gij mij nooit een bokje gegeven om eens met mijn vrienden feest te vieren." En de vader: "Jongen, jij bent altijd bij me en alles wat van mij is, is ook van jou. Maar er moet nu feest en vrolijkheid zijn." Daar was de arme kerel niet aan toe!  Wij wel?
Om u even rijk te voelen als die jongste zoon hoeft u niet naar een ver land te vertrekken of een zondig leven te leiden. Wat dan wel? Tijd nemen voor uw ziel: luisteren en aandacht besteden en stil blijven staan bij die "lichamelijk gevoelde vibratie die gepaard gaat met geraakt zijn, verwondering, ontroering, vreugde, dankbaarheid, ontzag, diepte en verbondenheid."
Daarin zult u nooit alleen zijn: ergens anders op de wereld doet iemand met u mee, en voor u het weet, begint er iets te veranderen in u zelf, de wereld om u heen en de wereld ver weg.
In de taal van Jezus heet dat: "Zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die zich bekeert, dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen bekering nodig hebben."