Het oude is voorbij (2 Kor. 5,17)

Thuis komen uit een ver land. Pasen vieren op een nieuwe plek.

Meer dan goed is, kijken we achterom. Dikwijls met een stuk nostalgie. Het was eertijds toch wel beter. Vandaag in de lezingen krijgen we drie keer de boodschap dat wij niet in het verleden moeten blijven. We dragen het mee en we kunnen er uit leren. Maar we vertrouwen in het nieuwe.

Het is halfvasten. De drie Bijbelpassages van deze zondag suggereren feestelijkheid: het paasfeest in Kanaän: de nieuwe schepping die Paulus in het vooruitzicht stelt; het feest dat de vader aanricht voor zijn ‘verloren’ zoon en dat hij eveneens aanbiedt aan zijn oudste zoon. Om Pasen te vieren moeten wij niet wachten tot de Paaszondag. Het kan elke dag Pasen zijn, zelfs in de veertigdagentijd. Pasen gebeurt immers wanneer wij gaan van dood naar leven. Verzoening brengt leven en laat ons delen in de paasvreugde.

De overtocht gelukt

Jozua is blij en gans het volk met hem. Ze zijn bevrijd uit Egypte. Ze hebben de Jordaan overgestoken. Het is Pasen en ze vieren feest. Vreugde, want de zwerftocht is ten einde. De Israëlieten zijn in het land, waar ze van droomden en zich zullen vestigen. Hun nomadebestaan is voorbij. De levensvoorwaarden zijn beter, Gedaan met precaire toestanden, Ze kunnen genieten van de producten van het land en oogsten wat ze zelf hebben gezaaid.

Een boodschap van verzoening

Paulus heeft het eveneens over een nieuwe begin. Hij bezingt de vernieuwing, die Jezus heeft gebracht. Hij denkt vooral aan de verzoening, het grote geschenk van God. Door de ontmoeting met Christus op de weg naar Damascus wijzigde zijn kijk op God en de wereld. Hij is de verkondiger geworden van Christus, de nieuwe schepping. Hij voelt zich in Christus herboren en hij betrekt de christenen van Korinthe in die vreugde.

Gezanten van Christus

Vreugde straalt op het gelaat van een aantal mensen die me Pasen zullen gedoopt worden. Zij zijn blij om de nieuwheid in hun leven door Jezus.

Vreugde is er bij mannen en vrouwen die voor Jezus hebben gekozen. In april 2019 viert de gemeenschap van La Tiberiade, in Lavaux Sainte Anne hun veertig jaar bestaan. In deze gemeenschap zijn jonge zusters en broeders, enkele komen uit Litouwen en Zaïre. Vaak zijn ze onderweg om mensen te ontmoeten en met hun de vreugde van het evangelie te delen. Hun driemaandelijks contactblad ‘Verbonden in Gebed - Fraternité de Tibériade bevat getuigenissen over hun eenvoudig leven.

Het evangelie van de vreugde

Vreugde is er in het evangelie van Lucas. Hij is de evangelist van de vreugde en de barmhartigheid. Wij volgen hem dit leesjaar C. Enkele keren wijkt hij voor het evangelie van Johannes, zo in de paastijd. Vandaag krijgen we het verhaal van een verloren zoon. Het evangelie van volgende zondag, dat komt van Johannes, gaat over een verloren gewaande dochter. Zowel voor de verloren zoon van de vierde zondag als voor de verloren dochter van de vijfde zondag begint een nieuw bestaan.

Drie jaar geleden werd in het Lucas jaar het jaar van de barmhartigheid gevierd. Maar barmhartigheid is niet aan een jaar verbonden. Elke dag zijn we daartoe opgeroepen. De veertigdagentijd is zeker de tijd waar we ons keren tot de genadige en barmhartige God. We zijn op zijn barmhartigheid aangewezen en zijn door hem geroepen tot barmhartigheid. “Wees barmhartig zoals je Hemelse vader barmhartig is” (Lc. 6,36). Het is de stelregel die Jezus meegeeft in de vlakterede. Wij hebben aan de barmhartigheid een concrete invulling gegeven in de zeven lichamelijke en zeven geestelijke werken van barmhartigheid.

Lucas illustreert de barmhartigheid aan de hand van twee gelijkenissen, deze van de barmhartige vader met zijn twee zonen en de gelijkenis, waarin Jezus vertelt over de barmhartige Samaritaan. Het is vooral Jezus zelf die barmhartig is in zijn omgang met mensen. Hij beleeft wat hij in de Bergrede en in de vlakterede heeft verkondigd: “Wees barmhartig zoals je Hemelse vader barmhartig is” (Lc. 6,36). Hij gaat om met tollenaars en zondaars van allerlei slag. Hij was en is in de ogen van de goeie gemeente van toen en nu in slecht gezelschap. Jezus is er voor op de vinger getikt door de autoriteiten. Zij namen aanstoot aan zijn omgang.

Jezus geeft zijn criticasters een antwoord. Hij doet het met gelijkenissen. Wie het schoentje past, trekke het zich aan. Parabels, zijn spiegels voor onze ziel.

Kan ik de Duitse predikant tegenspreken die zei; „In unserem Land wurde die Barmherzigkeit abgelöst von der öffentlichen Meinung, und die ist allemal unbarmherzig!“ Is het bij ons zoveel anders? Hoe gaan we om met gevangenen en ex-gevangenen?

Een man had twee zonen

Jezus vertelt over een conflict tussen een vader en zijn zoon, ja met beide zonen. In hun terugblik zeggen een aantal personen dat de omgang met hun vader niet zo vlot was. Misschien zeggen de dochters het zelfde over hun moeder.

Er zijn vele latente conflicten. Een moeder zou anders spreken tegenover haar zoon dan tegenover haar dochter. Wanneer de dochter huwt, wenst ze haar geluk en voorspeelt dat ze allicht een beter man zal vinden dan haar vader. Tegenover haar zoon zou ze anders spreken; jongen, waarom verlaat je het huis om te trouwen, ze vindt nooit een vrouw zo goed als je moeder.

Een teken van volwassenheid zou zijn dat wij onze ouders kunnen aanvaarden zoals ze zijn en geweest zijn.

De zoon is van huis weggegaan. Hij had zijn deel opgeëist. Hij was ver weg. Hij verpauperde. Kunstenaars hebben hem geschilderd. Een tijd lang werd een schilderij van Hieronymus Bosch aanzien als een dit van de verloren zoon, die in een slordig plunje een slecht befaamd huis verlaat. Nu wordt gedacht dat hij een marskramer bedoelde.

Men kan zijn bezit verkwisten door drugs, alcohol, slecht beheer. Wein, Weib und Gesang, waren de uitdrukking van losbandig leven; Wanneer een geneesheer een patiënt daar attent op maakte, zie deze dankbaar; Ja, dokter ik zal je raad opvolgen en niet meer zingen!

De vader stond op de uitkijk. Hij verwachtte dat zijn zoon zou terugkeren. Nu vandaag zou hij over een smartphone bezitten, een moderne navelstreng, waardoor ouders altijd zouden kunnen weten waar hun kinderen zijn.

We kunnen dicht bij elkaar leven en in onze hart, door wrok een grote afstand hebben. Er zijn innerlijke muren van scheiding, Ik u, Ich, Du, Deze twee Duitse woorden staan in het SMAK elk op een andere kant van een dikke muur.

De vader staat op de uitkijk. De zoon heeft een ommekeer meegemaakt. Hij is terug op weg naar de vader. Hij wordt hartelijk ontvangen als een nieuw geboren zoon. Welkom thuis.

“Er moet feest en vrolijkheid zijn, omdat die broer van je dood was en levend is geworden, verloren was en is teruggevonden” (Lc. 15,32). “Wij zijn zo blij dat alles weer is goed gekomen”, zei een moeder die veel geleden had om een vete in de familie.

Op het schilderij van Rembrandt staat de oudste zoon op een verhoog, hij kijkt hautain neer op de jongste zoon, die knielt voor zijn vader. De oudste zoon houdt zijn handen opeen, gesloten. Ziet hij in dat hij zelf bekering nodig heeft. Zal hij zijn hand uitsteken naar de broer die is teruggekeerd?

Vreugde, het is de zondag van laetare. Laat de muren van haat en scheiding tussen mensen en volkeren vallen.