Vertrouwen C (2013)

Een lezing over Mozes. Hij moet leren vertrouwen op God, zoals Abraham, Izaak en Jacob. Een parabel van Jezus over een vijgenboom. Durf je te vertrouwen dat de boom eens vrucht zal dragen en heb je daar werk en inspanning voor over? Durf je daar nog een jaar op te wachten? Vertrouwen is iets voor elke dag. Vanavond zomaar een verhaal over vertrouwen.

Moeder is furieus. Ze kan amper wachten tot vader thuis is. Het is weer gebeurd? Wat? Youri heeft weer geld uit mijn portemonnee gehaald. Weet je het zeker? Hij dacht dat ik weg was, maar ik was in de tuin en ik zag door het raam dat hij naar mijn tas liep en er iets uithaalde. Ik heb het later nageteld en ik mis 50 gulden. Wat heb je gedaan? Ik stond eerst aan de grond genageld. Toen ben ik snel naar binnen gelopen en ik kon hem net tegenhouden. Eerst deed hij of er niets aan de hand was. Toen ik hem aan bleef kijken werd hij steeds brutaler. Totdat ik zei dat ik het gezien had. Toen maakte hij me uit voor leugenaar en spion en rende hij via de keukendeur weg.

Op dat moment, breekt moeder in huilen uit. Wat moeten we toch doen met dat joch, dat is nu onze zoon. Het enige dat vader kan doen is haar vasthouden. Kom we gaan erbij zitten. Kan jij niet een keer met hem praten. Je laat het ook altijd aan mij over. Dat is niet waar. Maar vader weet dat hij nu niets hoeft te zeggen. Een zoon van zestien. Enigst kind. Het had jaren geduurd, ze waren dolgelukkig, al is het er maar één. Maar kleine kinderen, kleine zorgen, grote kinderen grote zorgen.

Ik vertrouw hem niet meer. Ik ga dit aangeven bij de politie. Dit is de derde keer en drie keer is scheepsrecht. In haar verdriet lijkt moeder tegelijk vastberaden. Geef hem nog een kans, zegt vader. Dat is vreemd, de vorige keer wilde jij hem hard aanpakken en toen zei ik dat. En nu zeg jij: geef hem nog een kans. Kan je zo’n jongen dan nog vertrouwen, al is het je eigen zoon. Eerst f 75,-, toen f 100,- en nu f 50,-. En toch wil ik hem nog een kans geven. Waarom? Omdat ik vroeger zelf ook zo’n kans heb gehad. Wat voor kans, jij?

Ik was nog een jaar jonger dan Youri nu. Ik was enorm kwaad op mijn vader dat ik geen brommer mocht kopen. Hij wilde hem niet betalen, ik moest zelf maar sparen. Maar ik mocht maar een middag werken. Dat zou me twee jaar kosten. Toen dacht ik slim te zijn, en ik nam steeds iets uit de portemonnee van mijn moeder. Ik dacht over twee jaar betaal ik dat gewoon stiekem weer terg. Ik leen het alleen maar. Maar mijn moeder merkte het. En mijn vader was woest. Toen nam mijn moeder het voor me op. Ik heb toen mijn les geleerd. Je weet nooit wat er nu in Youri’s hoofd omgaat.

Waar zal hij nu zij? Misschien durft hij niet eens meer thuis te komen. Er blijft een gespannen sfeer in huis hangen, tot tien uur. Er stopt een auto. Vader en moeder kijken elkaar aan. Er wordt gebeld en tegelijk gaat de voordeur open met de sleutel. Youri staat bedremmeld in de gang, met achter zich oom Erik, de peetoom van Youri en de vader van zijn neef Johan. Voor vader of moeder iets kunnen zeggen, geeft oom Erik hen een vette knipoog, zo dat Youri het niet kan zien. Ze snappen het. Dag Erik, fijn dat jullie er zijn, er is volgens mij een hele boel te vertellen. Maar doe je jas uit en kom binnen. Nog iets drinken. Koffie? Graag. Youri, jij wat drinken? Youri kijkt wat ongelovig, het gaat allemaal anders dan hij had gedacht. Cola, klinkt het wat ingehouden.

Dan zitten ze. Er valt een stilte. Misschien dat ik het voortouw kan nemen, zegt oom Erik. Dan mag Youri het straks aanvullen. Verleden maand was Youri bij ons en onze Johan had toen pas zijn motor. Youri wilde dolgraag ook eens een stukje rijden. Je hebt toch niet op die motor gereden. Moeder wil uitvallen, maar oom Erik steekt zijn hand op in een gebaar dat tot kalmte maant. Youri wilde graag rijden, maar dat mocht van ons niet, hij is te jong. Maar ja, wat niet mag, dat is extra aantrekkelijk. Onze Johan had gezegd dat hij het niet zo erg vond, maar dat wij bezwaar hadden. Dus Youri probeert toch een stukje. Dat pakte erg ongelukkig uit. Youri had de motor gestart en wilde net schakelen toen onze hond, dat grote bakbeest blaffend en springend de tuin in rende en naar hem toe kwam. Hij liet de koppeling los, de motor schoot naar voren. Hij houdt hem niet meer en valt om.

Om kort te gaan. Behoorlijk wat schade. Youri had niets, gelukkig, maar Ik vond dat ze allebei schuldig waren en dat ze de schade samen moesten delen. De schade was de ‘no claim’- korting. Want verder is de motor all risk verzekerd. Maar toen kwam het. Youri zou het met jullie bespreken en iets met z’n zakgeld regelen. En nu bleek dat dat niet gebeurd is.

Vanmiddag kwam hij aan, bleek, nerveus. Je hoefde geen helderziende te zijn om te merken dat er iets niet goed zat. Johan was er niet en toen ik er naar vroeg, tja, toen was er weinig meer van onze stoere Youri over.

Waarom heb je ons niets gezegd, vraagt moeder. Jullie worden toch boos, ik weet heus wel dat het niet mag, ik dacht, ik leen het gewoon en dan betaal ik het later weer terug, maar toen merkte je het.

Dan blijft het stil.

Wat zou je nu willen? Vraagt vader na een poosje. Ik hoop dat jullie me nog een kans geven. Zegt Youri. ‘Dan moeten we je wel kunnen vertrouwen”. Zegt moeder. Maar er klinkt geen greintje boosheid meer in haar stem. Youri knikt en er rollen stille tranen, dat ze hem niet meer vertrouwden vond hij nog het ergste. Oom Erik legt zijn hand op zijn schouder en neemt afscheid. Bedankt.

Meestal bidt hij voor het slapen gaan in stilte maar deze keer bidt Youri’s vader hardop.

Vader in de hemel. Goede God, dank U wel dat U vertrouwen in ons blijft stellen. Dank U wel dat U ons steeds weer een kans hebt gegeven. Help ons om ook Youri te blijven vertrouwen. Dank U wel voor deze les, voor hem en voor ons. Geef Youri, dat hij hierdoor rijpt en tot volwassenheid komt en geef ons meer vertrouwen. Amen. Zei moeder.

Op hetzelfde moment knielt Youri naast zijn bed. God, dank u wel voor Erik en dank U wel voor mijn vader en moeder. Het zijn de beste van de wereld. Wilt u mij helpen om later net zo te worden als zij. God, sorry dat ik zo stom was. Pap en mam hebben me vergeven, wilt U het me ook vergeven? Amen.