1e zondag in de veertigdagentijd

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

De duivel kan natuurlijk aan Jezus niet zeggen: 'als Gij de zoon van uw Vader zijt', wat nu, zoals vroeger nogal dom klinkt, of: 'als God uw Vader is'. God was Vader voor Israël en Jezus, kind van zijn volk, had God als Vader. Maar het is ook niet om deze eenvoudige reden dat de Satan Jezus zo niet aanspreekt. Het is omdat de duivel nooit waarheid spreekt, omdat hij altijd in alles de leugen mengt. Hij leeft in de leugen en zoekt de mens in de leugen mee te trekken. Hij leeft in het duister en vecht tegen helderheid en licht in het hart van de mens en in de afspraken, de liefde, de betrekkingen tussen de mensen onderling en tussen de mensen en God, hun Vader. Als de duivel over God spreekt, krijgt hij het woord Vader niet over zijn lippen. Het is hét woord van waarheid, dat op Jezus' lippen ligt, in elk van zijn gebeden en in het gebed dat Hij zijn leerlingen leert: 'Onze Vader, die in de hemelen zijt'.

Als de duivel Jezus bekoort, als hij Hem verleidt, probeert hij Hem af te leiden van de grondwaarheid van zijn leven. Hij wil eigenlijk zeggen: 'Ik weet dat God uw Vader is, maar doe alsof Hij het niet is'. 'Gij kunt zelf wat uw Vader kan'. 'Gij hebt uw Vader niet nodig'. 'Gij zijt even groot als Hij'. 'Gij zijt op weg naar uw Vader. Onderbreek die weg. Ga uw eigen weg'.

Jezus zal zijn geest in de handen van zijn Vader bevelen. Hij zal allen in hun eer van kinderen herstellen. De duivel wil Hem treffen in het hart van die onderneming. Hij wil de Vader zelf treffen, tegen wie hij voorgoed in opstand is. Daarom staat zijn leugen in de drie bekoringen.

Jezus kán aan een steen bevelen 'dat hij in brood verandert'. Maar Hij scherpt juist zijn honger om het woord van God zuiverder te proeven: 'De mens leeft niet van brood alleen'. Het zuiverste woord van God en over God is juist dat Hij Vader is en in het bijzonder Vader van Jezus. Jezus zal zelf Woord en Brood zijn, Woord en Brood uit de hemel, voor wie Hem als de geliefde Zoon zal erkennen en in Hem tot God als tot zijn Vader zal naderen.

'Alle koninkrijken der wereld' zijn aan de duivel 'geschonken'. Het is waar wat hij zegt: 'Ik geef ze aan wie ik wil'. Maar Jezus is de woestijn ingetrokken, 'vervuld van de heilige Geest', niet om van de duivel macht te ontvangen, maar om hem alle macht te ontnemen. De duivel 'vergeet' te zeggen dat hij maar voor een tijd de macht heeft, precies tot de tijd dat Jezus Messias komt. De macht wordt hem ontnomen, zijn macht wordt ontzenuwd, als hij niet meer geduld wordt, niet meer vereerd, niet meer aanbeden. 'De Heer uw God zult ge aanbidden en Hem alleen dienen'. En de zuiverste aanbidding is de aanbidding van God als Vader. Zo aanbidt Jezus God in de woestijn.

De engelen zullen Jezus 'op de handen nemen' als Hij zich naar beneden werpt. Maar de duivel 'vergeet' hier het begin van de psalm, die hij citeert. Alleen wie 'de bescherming geniet van de Allerhoogste en die in de schaduw van de Almachtige woont', alleen wie tot Hem bidt: 'Mijn toevlucht, mijn burcht, mijn God op wie ik vertrouw', wordt door Hem voor gevaar gevrijwaard. En het eerste gevaar dat de mens bedreigt is God niet als zijn Vader te erkennen.

Het gaat in de bekoringen niet om brood, om macht, om wonderen. Het brood, de macht, de glorie niet vergoddelijken: dáár gaat het om. Maar wie God niet als zijn Vader eert, aanbidt vroeg of laat het brood, de macht en de eigen glorie. Juist om dát te bestrijden en om de mensen weer tot hun Vader te brengen weerstaat Jezus aan de bekoring, overwint Hij de duivel.