De roep van de woestijn

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Jaar na jaar wordt op de eerste zondag van de veertig-dagentijd het verhaal voorgelezen van de bekoring van Jezus in de woestijn. De woestijn is een plaats waar niets groeit. Er is geen heg om je achter te verschuilen, geen weg of boom om je te oriënteren, geen drukte waarin je je kunt verliezen. In de woestijn heerst de macht van de honger en de dorst, van de eenzaamheid en de verlatenheid. In de woestijn kun je niet leven zonder schrik en angst. Je geraakt er aan de grenzen van je bestaan. In de woestijn gaat het alleen om het wezenlijke, het levensnoodzakelijke; bijkomstigheden kun je je er niet permitteren.

In de woestijn kan de mens zich helemaal concentreren op God. Daar spreekt God een eigen taal, direct tot het hart van de mens. In de bijbel wordt de woestijn dan ook omschreven als de plaats van de godsontmoeting, als de plaats waar de mens zijn afhankelijkheid van God het meest ervaart. "Ik zal je voeren naar de woestijn en spreken tot je hart", zegt God tot de profeet Hosea. Daarom speelt de woestijn een grote rol in het leven van bijbelse figuren: Mozes, Elia, Johannes de Doper.

Het is misschien wat vreemd dat ook het openbaar leven van Jezus moest beginnen met zo'n woestijnervaring. De Geest drijft Jezus naar de woestijn, zegt de evangelist. Jezus ondergaat daar de woestijnervaringen van honger, dorst, eenzaamheid, stilte en bekoring. Hij ervaart de woestijn als een plaats van harde beproevingen, een plaats waar hij weerstand moet bieden aan de bekoorder.

Bij het begin van deze veertigdagentijd nodigt de kerk ons uit om ons, zoals Jezus, terug te trekken in de stilte en ons te bezinnen op het wezenlijke in ons leven: Waar ben ik mee bezig? Wat bepaalt mijn leven? Hoe ervaar ik mijzelf? Hoe ervaren anderen mij? Wij zijn allemaal zo bang om wat anderen van ons denken. Wij dansen zo gemakkelijk volgens de grillen van het menselijk opzicht. Wij stellen zo gemakkelijk bijkomstige dingen op de eerste plaats in ons leven.

De stilte van de woestijn is nodig om na te denken over vragen als: Aan welke bekoringen zijn wij dag na dag blootgesteld? Daar is bijvoorbeeld de bekoring om altijd maar meer te willen bezitten; om een hogere levensstandaard te bereiken; om je meer te kunnen veroorloven dan anderen; om op onze werkplaats of in de school, kost wat kost, de beste te zijn; om alles zelf te doen en geen hulp van anderen nodig te hebben, ja, zelfs God niet nodig te hebben.

Allemaal bekoringen waaraan wij weerstand moeten bieden. En al die bekoringen komen tenslotte hierop neer: dat wij God niet de plaats willen geven die Hem toekomt, dat wij God geen God laten zijn in ons leven.

Zo blijft het verhaal van de bekoringen van Jezus ook voor ons nog actueel. Zo'n woestijnervaring in ons eigen leven, bij voorbeeld tijdens een ziekte, bij een sterfgeval, bij tegenslag, kan bewerken dat wij ons weer concentreren op wat de moeite waard is om voor te leven en kan voorkomen dat wij te zeer in beslag genomen worden door bijkomstige dingen. Maar daarvoor is ook gebed nodig. Daarin kunnen wij de kracht putten om ons hele bestaan eens kritisch te onderzoeken.