Met een oor op de grond, het andere naar de hemel gericht

 

Prof. Georges van Riet (1916-1998) zei op de hoogdag van Hemelvaart aan de seminaristen dat zij op die dag eerst en vooral Jezus moesten feliciteren. Dit hoort trouwens bij elk Christusfeest, waarop wij Jezus mogen loven, prijzen en danken om wat hij door zijn leven heeft betekend en blijft betekenen. De Leuvense hoogleraar, tevens geestelijk directeur van het Leo XIII seminarie, was hierbij beïnvloed door de spiritualiteit van de zalige Columba Marmion (1858-1923) en diens publicaties over Le Christ dans ses mystères.

Op Hemelvaart feliciteren wij Jezus om de door hem afgelegde weg. Wij danken hem om wat zijn leven hier op aarde aan goeds heeft gebracht voor de ganse mensheid. Wij feliciteren hem omdat God zijn Vader hem heeft opgenomen en hem laat delen in zijn heerlijkheid. Het Credo zegt het met deze woorden: “Hij is opgevaren ten hemel: zit aan de rechterhand van de Vader. Hij zal wederkomen in heerlijkheid om te oordelen levenden en doden. En aan zijn Rijk komt geen einde.”

Al heeft hij ons verlaten

Zijn heengaan is geen afscheid. “Al heeft hij ons verlaten, hij laat ons nooit alleen” (ZJ 412). Hij is en blijft de Levende. Hij blijft aan het werk in onze wereld. Wij zien uit naar zijn Wederkomst. Hij die aanvang is, is tevens eindpunt. Hij heeft het eerste en het laatste woord.

“’k Heb u zien rijzen hoger dan de glans der sterren,

‘k heb u de heimlijke stille gang naar God zien gaan.

Hoe heerlijk uw geluk van zo eindloos verre

Maar ‘k weet, uw harte blijkt zo goed ons hart verstaan.”

 

Dit is een tekst van Hans Melen (1914-1988), een minder bekende dichter uit de Leiestreek bij Deinze, toepasselijk op de dag van Hemelvaart.

Christus is naar de Vader gegaan; een afscheid maar geen eindpunt. Hij blijft met ons begaan. Voorheen beperkt binnen de grenzen van Palestina, overschrijdt Hij nu tijd en ruimte. Hij is toegankelijk voor ieder die zich tot Hem bekent.

Lucas plaatst de Hemelvaart op het einde van zijn evangelie. Hij herneemt het verhaal bij het begin van zijn boek over de Handelingen van de apostelen. Hemelvaart is immers een scharnier tussen de tijd van Jezus in Palestina en deze van de Kerk, waarvan Hij de Heer is.

Ga terug naar de stad

Hemelvaart is het begin van een lange tussentijd. Eens zal Hij wederkomen. De tijd van wachten is tevens een tijd van handelen. “Ga terug naar de stad, kijk naar de aarde, maar vergeet de hemel niet”, is de boodschap van Bethanië, de plaats waar Jezus uit onze ogen verdween.

De dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren zijn een tijd van biddend wachten op de Geest van Jezus. Deze zal met ons gaan doorheen de lange tijd van de geschiedenis. Hij zal ons weer oprichten, wanneer wij moe het willen opgeven. Hij zal ons helpen om in de wisselvalligheid van de tijd de blik op de hemel gericht te houden en om Jezus te herkennen in de ontmoetingen van elke dag. Als we tot hem bidden: “Maranatha, kom Heer Jezus”, mogen wij niet verwonderd zijn wanneer Hij ons gebed verhoort en onder ons verschijnt als pelgrim en ons wellicht doet opschrikken in de gestalte van de vreemdeling en de vluchteling. “Leg je ene oor tegen de grond, dan is het andere open voor de hemel”(Afrikaans spreekwoord).

Rerum novarum

Op Hemelvaart 2016 herdenkt de katholieke gemeenschap dat paus Leo XIII 125 jaar geleden de sociale encycliek Rerum Novarum bekend maakte. Rerum novarum, nieuwe tijden. De kerk erkende met enige vertraging de industriële evolutie en haar weerslag op de sociale verhoudingen. Het was een reflectie over kapitaal, winst, arbeid en een rechtvaardige ordening.

De encycliek werd niet zo gemakkelijk aanvaard in de katholieke middens. Priester Daens (1839-1907) kwam op voor de arbeider en beriep zich op de encycliek. Hij nam een politiek mandaat op. Hij werd tegengewerkt en mocht zijn priestertaak niet meer opnemen. Vorig jaar bracht aartsbisschop Leonard tijdens een viering in Aalst hulde aan priester Daens. Te voren had hij in een brief aan priester Daens het volgende geschreven: “Ik weet dat u een moeilijk karakter had en dat uw woorden soms wat nuance misten. Door openlijk uw werk te steunen had men u misschien tot iets meer gematigdheid kunnen aanzetten. Maar over de grond van de zaak had u volledig gelijk. U deed er goed aan mee te strijden aan de kant van de arbeiders, die schandelijk werden uitgebuit, die heler dagen voor een hongerloon moesten werken, die blootgesteld waren aan willekeur en misbruiken van allerlei slag. Zelfs al is het principieel niet aan te bevelen dat een priester een politieke beweging lanceert, toch kon men het u grotendeels vergeven door de uitzonderlijke omstandigheden waarin u en uw mensen leefden.”

 

Sociale leer van de kerk

Sinds paus Leo XIII hebben al zijn opvolgers de visie van de kerk op sociale vraagstukken verfijnd en geactualiseerd. Nieuwe uitdagingen door de kloof tussen rijk en arm, zeker op wereldvlak, de digitalisering en de robotisering, de klimaatveranderingen, het terrorisme en het vluchtelingenprobleem.

In de drie jaar van zijn pontificaat heeft paus Franciscus daar al herhaaldelijk over gesproken en geschreven. In zijn Exhortatie over de Vreugde van het evangelie wijst hij op de sociale dimensie van de evangelisatie. Evangelisatie en sociale inzet kunnen niet van elkaar gescheiden worden. Er is een onlosmakelijke band tussen kerygma en caritas. Godsdienst mag niet beperkt blijven tot het privéleven. “Een authentiek geloof impliceert altijd een diep verlangen om de wereld te veranderen” (De vreugde van het evangelie, 183).

Hij blijft trouw aan zijn keuze voor de armen. “Ik verlang een arme kerk voor de armen” (Ibid. n° 198). Hij weet dat de kerk hier zelf voor eigen deur moet vagen. Hij vraagt aandacht voor herverdeling van eigendom en voor de opbouw van sociale zekerheid. De meer gefortuneerden moeten sommige van hun rechten opgeven om zo hun goederen meer in dienst te stellen van de armen. De Panama papers tonen aan hoe wie veel bezit zich aan de belastingplicht onttrekt.

Armen hebben recht op méér dan alleen maar een ‘waardig levensonderhoud’ of voldoende voedsel. Zij hebben recht op onderwijs, toegang tot gezondheidszorg en werkgelegenheid. De optie voor de armen betekent tevens dat de armen ons veel te leren hebben:

Werken aan sociale rechtvaardigheid.

De nabijheid tot de armen houdt de bekommernis in voor sociale rechtvaardigheid en de noodzaak om de structurele oorzaken van armoede op te lossen. “Zolang de problemen van de armen niet radicaal opgelost worden door de absolute autonomie van de markten en de financiële speculatie te verwerpen en door de structurele oorzaken van ongelijkheid aan te pakken, zal geen oplossing worden gevonden voor de problemen van de wereld. Ongelijkheid is de wortel van sociale ziekten” (Ibid., n°202): Winst maken als doel op zich is een nieuw vergif.

In zijn encycliek Laudato si over de ecologie wijst paus Franciscus op onze verantwoordelijkheid en zorg voor ons gemeenschappelijk huis de schepping. “Ons ‘huis’ is bouwvallig en dat berokkent iedereen schade, vooral de armsten. Ik doe dus een beroep op de verantwoordelijkheid, op grond van de opdracht die God aan de mens gegeven heeft voor de schepping: de ‘tuin’ waarin Hij hem geplaatst heeft ‘bewerken en beheren’ (cf Gen. 2,15)” (Paus Franciscus, woensdagaudiëntie 17 juni 2015).

In februari 2016 ontmoette paus Franciscus in Juárez tijdens zijn bezoek aan Mexico vertegenwoordigers van arbeidsorganisaties en van ondernemer. Hi zei hun: “Het is spijtig dat de tijd, waarin wij leven, het paradigma van het economisch nut zich als beginsel voor de persoonlijke verhoudingen heeft opgedrongen. De overheersende mentaliteit wil de groots mogelijke hoeveelheid winst verwerven, dit om het even tot welke prijs en liefst zo vlug mogelijk. Dit leidt niet alleen tot het verlies van de ethische dimensie van het ondernemen, maar men vergeet hierbij dat de beste investering die men maken kan, erin bestaat om te investeren in mensen, in personen en in hun gezin. Die beste investering is het scheppen van kansen. De overheersende mentaliteit stelt de transfer van personen in de dienst van de stroom van het kapitaal en provoceert aldus de uitbuiting van de aangestelden als voorwerpen, die men kan gebruiken en wegwerpen (vgl. Enc. Laudato si, n° 123). God zal van de slavendrijvers van onze dagen rekenschap eisen. Wij moeten alles in het werk zetten opdat zulke toestanden niet verder mogelijk zijn. De kapitaalstroom mag de stroom en het leven van de mensen niet bepalen.”

“Het enige wat de sociale leer van de kerk beoogt, aldus nog de paus in Mexico, is waken op de integriteit van de persoon en op de sociale structuren. Elke keer dat om diverse redenen deze integriteit bedreigd is of gereduceerd wordt tot een consumptiegoed, zal de sociale leer van de kerk de profetische stem zijn die ons helpt om ons niet te verliezen in verleidelijke zee van de ambities.”

Paus Franciscus kwam al enkele keren op de cover van belangrijke tijdschriften. Hij wordt bekeken en bevraagd door economisten om zijn stellingname. Zie Trends, maart 2016: L’Economie selon François.

Een aantal verenigingen, ondernemers en arbeidersorganisaties werken aan een menselijke economie. Ze ontmoeten elkaar bij nationale en Europese sociale weken. De zesde Europese sociale week vond in februari 2016.plaats in Doorn (Nederland).

De vieringen van 125 Rerum Novarum, vooral vanuit Beweging net, zullen de zorg om het primaat van de mens in de economie alweer benadrukken en ze tevens plaatsen in de huidige uitdagingen. Hoe vaak heeft Jozef Cardijn (1882 - 1967) het uitgeroepen en verkondigd: “De persoon van iedere jonge arbeider en arbeidster is meer waard dan al het goud van de wereld.” Er is de inzet van nieuwe sociale bewegingen en van allen die met de armen en kwetsbare opkomen voor een waardig bestaan (Poverello, De vierde wereldbeweging, Beweging van mensen met een laag inkomen, Hart boven hard).