Een nieuw gebod (2007)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden

Het gebod van de naastenliefde was voor de Joden helemaal niet nieuw. In het boek Leviticus uit het Eerste of Oude Testament staat letterlijk: 'Bemin uw naaste als uzelf' (19,18). Met die naaste wordt niet alleen de volksgenoot bedoeld, maar ook de vreemdeling.

Als Jood kende Jezus zeker deze tekst en ook nog andere waarin wordt opgeroepen tot naastenliefde die verder gaat dan liefde voor volksgenoten. Toch zegt Jezus volgens het evangelie van vandaag: ‘Een nieuw (!) gebod geef ik jullie.’ Het nieuwe zit 'm in de toevoeging: ‘Met de liefde die Ik voor jullie heb gehad, moeten jullie ook elkaar liefhebben.’ Die toevoeging wijst natuurlijk op het voorbeeld van Jezus zelf. Hij heeft op een nieuwe manier laten zien hoe Hij anderen liefheeft. Tevoren hadden profeten al gezegd dat de mensen hun naasten moeten liefhebben als zichzelf. Maar Jezus heeft zelf radikaal voorgeleefd, hoever je moet gaan, tot welke uiterste consequenties naastenliefde kan leiden.

Jezus' liefde tot de naaste heeft zich allerminst beperkt tot vriendelijke, lieve, zachte woorden die Hemzelf ongemoeid en buiten schot lieten. Hij wist van bedrog en verraad, van ontrouw en schijnheiligheid. Hij ondervond hoe keihard deze wereld kan zijn. Zijn liefde heeft Hem dan ook bloed, zweet en tranen gekost. Hij heeft miskenning en hoongelach op de koop toe genomen en aanvaard als een soort prijs als je je medemensen echt tot het uiterste toe wilt liefhebben. Hij is zelfs zo ver gegaan dat Hij zijn leven heeft gegeven. Daarmee heeft Hij zijn uitspraak waargemaakt: ‘De grootste liefde die lemand zijn vrienden kan laten zien, bestaat hierin dat zo iemand zijn leven voor hen geeft’ (Joh 15,13).

Wij zouden het gebod van de naastenliefde pas afgezaagd mogen noemen, als wij zelf Jezus' voorbeeld voor de 100% zouden navolgen. Zolang dit niet het geval is -en wie van ons is daartoe in staat?- en zeker als onze naastenliefde niet veel verder komt dan vriendelijke woorden of hulp die onszelf buiten schot laat, is het goed dat wij telkens opnieuw worden herinnerd aan Jezus' uitspraak en voorbeeld. ‘Met de liefde die Ik voor jullie heb gehad.’ Die toevoeging heeft nóg een betekenis. Je kunt over de liefde heel diepzinnige beschouwingen houden. Maar bereik je daarmee dat mensen elkaar metterdáád liefhebben? Ouders bv. en anderen die kinderen opvoeden, beseffen maar al te goed: alleen met woorden, hoe mooi ook, kun je geen kind leren anderen lief te hebben. Dat kun je alleen door eerst zelf dat kind te laten ervaren wat ontvangen en geven in je leven betekent. Als mensen een kind liefhebben, stellen zij het kind in staat om op zijn beurt van jou en van anderen te houden.

Zo kunnen we ook zeggen: wie zich openstelt voor Jezus' liefde, en daarmee ook voor de liefde van zijn en onze Vader, wordt door Hem in staat gesteld tot radikale liefde, tot liefde die bereid is zichzelf tot het uiterste toe te geven. Oprecht liefhebben wordt daarmee niet gemakkelijk. En we komen er ook nooit helemaal mee klaar. Maar ons wordt wel gevraagd, ons erop toe te leggen. Denken wij daarbij aan het laatste vers van het evangelie van vandaag: ‘Hieruit zullen allen kunnen opmaken dat jullie mijn leerlingen zijn: als jullie onder elkaar de liefde bewaren.’ Naarmate wij althans proberen Jezus na te volgen, verwezenlijken we de nieuwe hemel en de nieuwe aarde die Johannes op het einde van zijn leven voorzag in een visioen. Door elkander - elk-ander! - oprecht lief te hebben, vernieuwen wij het aanschijn van de aarde. Dan schept God, mede door ons, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.