3e zondag in de paastijd C - 2007

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 225 niet laden
Vandaag zijn we niet te gast op het laatste avondmaal van de lijdende Jezus maar wel op het ontbijt bij de verrezene Christus.

Met het evangelie van vandaag focussen we ons op de periode na de kruisdood en de verrijzenis van Christus.
De leerlingen zijn nog te veel bezig met het verdriet om de gestorven Jezus.
Drie jaar lang waren ze bij hun meester. Hij die op alles een antwoord had, is er nu niet meer.
Redelijk bang zijn ze wat weg gedoken op een plaats waar ze vooral niet opvallen.
Misschien herkennen we onszelf in die donkere periode van de apostelen.
Christenen ja maar dan alleen onder elkaar en veilig weg van de boze wereld.
We mogen en moeten blij zijn door de verrezen HEER.
Johannes confronteerd ons heel duidelijk met de kleine zwakke mens, die alleen zo nietig zo hulpeloos is.
Maar die met de hulp van de verrezene tot verrassende zaken in staat is.
We mogen aannemen dat Petrus en de andere apostelen beroepsvissers zijn die duidelijk weten wat vissen inhoud.
Een hele nacht zonder ook maar iets te vangen.
Na de vraag van Jezus om het over een andere boeg te gooien zitten hun netten vol.

Vandaag zijn we aan het einde van het evangelie volgens Johannes.
Het einde brengt ons weer bij het begin: Jezus die mensen uitnodigt hem te volgen. Maar nu is het de verrezen HEER die dat doet.
En de geroepenen zijn niet meer de jonge enthousiastelingen maar mensen die door scha en schande zichzelf hebben leren zien zoals zij werkelijk zijn.

Pasen is niet alleen het feest van mijn toekomst en leven, maar ook van de toekomst en het leven van allen die door God in deze wereld tot leven geroepen zijn.
Het is niet voldoende op zondag te bidden: ik geloof in de verijzenis van de HEER. Ook door de week en in ons dagelijks leven mogen wij de aanwezigheid ervaren, van de verrezen HEER.
Paasgeloof sluit in dat wij ervoor zorg dragen dat het leven ook bij andere mensen tot zijn volle ontplooiing kan komen.
Wij christenen zeggen nooit: daar is toch niets aan te doen.
Johannes zegt tegen zijn gelovigen een dus ook tegen ons dat we de moed niet mogen opgeven in donkere dagen.
Johannes gebruikt voor de kerk ook een beeld van het net.
Het net staat voor die kerk waarbinnen ruimte is voor iedereen, zo verschillend als mensen zijn. En toch zal die kerk niet uit elkaar vallen.
Het net scheurt niet waar mensen ver