Evangelieprikje 2016

Alles verloopt vlot, zijn normale gangetje, ... Er zijn er wel die zeggen dat het gevaar achter de hoek lonkt, maar dat zijn maar doemdenkers zeker. En dan plots neemt het allemaal een plotse wending, je leven lijkt helemaal in te storten. Ook al was het voorspeld en gevreesd door sommigen, toch komt het allemaal nog onverwachts over. Ik heb het over Jezus’ gevangenneming, proces, geseling en kruisdood. De leerlingen die dachten dat met deze man hun broodje gebakken zou zijn, blijven verweesd en bang achter. Het is ook wat heel wat Belgen overkwam op 22 maart, ook dat was voorspeld en gevreesd door sommigen, maar toch kwam het als een mokerslag bij heldere hemel. Ook hier zou de eerste reactie kunnen zijn dat we ons leven aanpassen, ons opsluiten met gelijkgezinden, denkend dat we zo aan het gevaar ontsnappen. Zowat iedereen vertelt ons nu dat dit geen oplossing is, maar tussen dit rationele feit en ons gevoel gaapt een kloof. Net als bij Jezus’ leerlingen. Bang om hetzelfde lot te ondergaan van Jezus, hadden ze zich opgesloten in een huis. Als je de gruwel van het kruis ziet of de gruwel in Brussel, Zaventem en zoveel andere plaatsen waar terrorisme zijn stempel drukte, dan klan je toch niet geloven dat het ooit weer goedkomt. Kan uit zoveel ellende nog nieuw leven groeien?

De Bijbel zegt van wel. En als christenen hebben wij dat geloof vorige week nog eens bevestigd toen we onze doopbeloften hernieuwden. In de duisternis van de avond en de kruisdood kwam het licht van Jezus langzaam weer de Kerk in om te getuigen van de verrijzenis. En zoals bij elke eucharistieviering werden we op het einde uitgezonden om de Blijde Boodschap te verkondigen. Ook dat gebeurde bij de leerlingen. En net als de leerlingen zinnens zijn om dat te doen, duikt de twijfel op, de rationele twijfel in het verhaal gepersonaliseerd in de figuur van Thomas. Die Thomas loert altijd om de hoek, ook wel eens in ons eigen hart. Omdat de schrijvers van de Bijbel deze twijfel ook herkennen bij mensen en wellicht ook bij zichzelf, schreven ze het verhaal van Thomas op. Net zoals vele mensen van vandaag wil hij tastbare bewijzen; Hij wil zijn handen in de wonden van Jezus kunnen leggen. Dat dit uiteindelijk wel gebeurt is misschien belangrijk maar hetgeen Jezus er aan toevoegt is nog belangrijker: “gelukkig zij die zonder gezien te hebben toch tot geloof komen.” Jezus heeft het over alle gelovigen die na de eerste leerlingen tot geloof zullen komen. Wie hierin een oproep leest om toch maar alles te geloven, slaat de bal mis. Het geloof van de christenen is niet gebaseerd op een lege doos. Als wij in een geloofsbelijdenis ons geloof in de apostolische kerk uitspreken, betekent dat onder andere dat onze Kerk gebouwd is op het geloof van de apostelen. Veel van die apostelen hebben er hun leven voor gegeven. Ondanks het verbod om nog te spreken over Jezus, hebben zij het toch gedaan. Wellicht een belangrijker feit dan het lege graf als het om “bewijzen” van de verrijzenis gaat.

Dit evangelie is een evangelie dat actueel zal blijven, want “Thomassen” zullen er altijd zijn, laten we dat ten minste hopen. Mensen als Thomas en de Thomas in ons moet er voor zorgen dat we niet zomaar in iets of iemand gaan geloven. De Bijbel leert ons dat God van de mensen houdt, dat Hij wil dat ze vrij zijn en roept hen op om alle mensen te helpen zo menswaardig mogelijk te leven. Alles wat daar tegen in gaat, moet de Thomas in ons wakker schudden.

Maar zelfs als ik zeg dat ik geloof in de verrijzenis, is het me zeer moeilijk te omschrijven wat dit precies inhoudt. De volle rijkdom van die geloofsbelijdenis is misschien iets voor na mijn aardse dood, maar mijn geloof in de verrijzenis kan mij nu al omvormen tot een hoopvol christen. Elk leven kent zijn tegenslagen, in ons geloof zien we dat God dit niet uit de weg gaat. Maar nog belangrijker: pijn, lijden, dood hebben nooit het laatste woord, in alle stilte bouwt de Liefde die ons te boven gaat en die we aarzelend God mogen noemen aan een nieuwe toekomst. Die toekomst zal anders zijn, de wonden gaan niet weg, ook niet bij de verrezen Christus. Maar zelfs met die wonden gaat de Liefde door, over de grenzen van de dood.

Twintig eeuwen geleden mochten enkele mannen en vrouwen iets meemaken, iets ervaren dat hen volledig heeft veranderd. De radeloze, bange leerlingen werden opeens aangevuurd door de heilige overtuiging dat Jezus was opgewekt uit de dood. Hield de angst de deuren en ramen gesloten, dan opent het geloof, de hoop en de liefde weer de ramen en de deuren. Mogen wij in ons hart datzelfde geloof laten groeien, ons optrekken aan diezelfde hoop om liefdevol verder te gaan, zelfs na verschrikkelijke, laffe terreurdaden.