Pasen - 2025

Op de eerste dag van de week kwam Maria Magdalena vroeg in de morgen - het was nog donker - bij het graf. Ze zag dat de steen van het graf was weggerold en dat het graf leeg was. Ze was wanhopig, want waar was het lichaam van de vermoorde Jezus?

Zusters en broeders, het zijn momenten en gevoelens die wij ook kennen. Momenten dat we vastzitten, dat het ook bij ons nog donker is, zodat we niet weten wat we moeten denken of doen. Momenten van intens verdriet, van wanhoop bij het verlies van een partner, een kind, een vader, een moeder, een broer, een zus. Dikwijls is dat een traumatische ervaring die we niet kunnen verwerken. Net zoals Maria Magdalena en de apostelen de moord op Jezus niet kunnen verwerken.

Maar dan komt er ineens een totale verandering, een bevrijding van de wanhoop  en het verdriet, want het lichaam van Jezus is niet verdwenen, Hij is verrezen, zoals Hij voor zijn  lijden en dood had gezegd: de derde dag zou Hij opstaan uit de dood. Het is een gebeuren dat bij de apostelen blijft nazinderen en hun een ongekende kracht geeft. Want zij weten dat het geen leugen en ook geen fantasie is. Zij hebben immers ‘met Jezus gegeten en gedronken nadat Hij uit de dood was opgestaan’, zegt Petrus heel nadrukkelijk in de eerste lezing. Ze kennen geen wanhoop meer, en ook geen verdriet, alleen maar een onverbreekbaar geloof in de verrezen Heer die ze drie jaar hebben gevolgd.

Maar zij zijn niet de enigen voor wie zich een nieuwe toekomst heeft geopend, want door de verrijzenis van Jezus staan ook wij op uit de dood en hebben ook wij een heel nieuwe toekomst en een heel nieuw leven. Een leven waarin wij getuigen zijn van Gods boodschap dat we geschapen zijn naar zijn beeld en gelijkenis, niet om te sterven, maar om in eeuwigheid te leven. En om effectief te leven naar zijn beeld en gelijkenis, zodat Hij kan leven in onze gemeenschap, in onze Kerk, in ons gezin, in heel ons leven, ook al zijn we misschien soms zwakke en zondige mensen.

Maar ook dan is God bij ons en spoort Hij ons aan om te leven in het spoor van zijn verrezen Zoon. ‘Denk niet meer aan het verleden en sla geen acht op wat reeds lang voorbij is. Ik onderneem iets nieuws, het begin is er al. Ziet gij het niet?’, vroeg Hij twee zondagen geleden. We moeten dus niet blijven stilstaan bij onze zwakte, onze twijfels, onze onzekerheid. Nee, we moeten Gods liefde in ons door laten dringen, zodat er in ons een liefde kan groeien die sterker is dan de dood. Een liefde die tot uiting komt in onze woorden en daden. Een liefde die steunt op onze hoop en op ons geloof.

Zusters en broeders, 2025 is een Jubeljaar, het 31e sinds het eerste, dat plaatsvond in 1300. En wat is een Jubeljaar? Dat is een jaar van bekering, van herstel en vergeving voor de hele Kerk.  In die zin zijn we dit jaar ‘pelgrims van hoop’, luidt de slogan. Hoop op een beter leven als christen en als Kerk. Hoop die we uitzingen in het lied van het Jubeljaar. 

Vlam van liefde, hoop die ons doet leven,

hoor ons lied, een lofzang uit ons hart.

Gij, de bron van vred'en eeuwig leven,

laat ons veilig voortgaan aan uw hand.

Zo zingen we in het refrein. Laten we doen wat we in het laatste vers zingen: ‘Laat ons veilig voortgaan aan uw hand.’ Veiliger dan aan de hand van God en de verrezen Heer Jezus kunnen we niet voortgaan. Moge dat de beleving zijn van ons Paasfeest, niet alleen vandaag, maar alle dagen van ons leven. Amen.