Waar is de pasgeboren koning der Joden?(2010)

Al wat leeft openbaart Gods nabijheid en heerlijkheid.  Luis en Ria meldden overgelukkig aan hun vrienden de geboorte van hun tweede kindje: "Dear friends, Today Maria visited us face to face.  She was born at 9:16 am with 3,375 Kg... and she's beautifull.  We are so happy with this "miracle of love".

 Lucas en  Matteüs zijn twee evangelisten die aan hun lezers de vreugde over de geboorte van Jezus mededelen.  Zij doen het elk op hun manier.  Lucas heeft geen verhaal over de magiërs (de wijzen) op weg naar Betlehem.  Vond hij dit verhaal niet in zijn bronnen?  Marcus, op wie Lucas zich vaak beroept, heeft geen geboorteverhaal, geen herders en geen wijzen.  Zelfs als Lucas het verhaal kende over de magiërs, dan vond hij het overbodig ze te vermelden omdat hij de wereldwijde betekenis van Jezus reeds had aangehaald.  

Betlehem is volgens Lucas de stad waar het leven van Jezus begon om zijn tocht naar Jeruzalem aan te vatten.  Zijn geboorteverhaal is lang.  De kleinen, de armen hebben er een voorbehouden plaats.  De hemelse boden verkondigen hun dat Jezus heil brengt aan allen.  Terwijl Matteüs de wijzen naar Betlehem laat komen om het kind te huldigen en hun geschenken aan te bieden, beklemtoont Lucas dat vanuit Betlehem God zich richt naar de ganse wereld. 

"De geboorte heeft in Betlehem plaats vanwege oude woorden van Micha de profeet.  Jezus is de Jodenkoning.  En deze Jodenkoning wordt langs een heidense (astrologische) weg ontdekt door sterrenkijkers uit Babylon (ze heten niet sophoe = wijzen, maar magoi = tovernaars, kunstenmakers).  Daarna worden we herinnerd aan het verhaal van Israëls wetgever, Mozes: er is een tiran die kinderen laat vermoorden en er is dat ene kind dat gered wordt (ten bate van een heel volk).  Lucas geeft een veel uitvoeriger geboorteverhaal.  Hij vertelt van de opgang naar Betlehem, die in beweging wordt gezet door een wereldwijde keizerlijke verordening.  De geboorte vindt plaats in een beestenstal, midden in het bestaan van Israëls outcasts.  Engelen uit de hoge proclameren en bezingen in grote wereldwoorden dit gebeuren ten overstaan van mensen in een zeer lage staat.  En het pasgeboren kind wordt in de stal gevonden en aanbeden door een groepje herders.  In de tempel wordt Jezus herkend en erkend door twee stillen in den lande, vertegenwoordigers van Israëls zwijgende minderheid.  We kunnen dus zeggen: Matteüs vertelt de geboorte van de koning van Israël, die geopenbaard wordt aan de vertegenwoordigers van de volkeren, de magiërs uit het oosten.  Lucas vertelt de geboorte van de Heer der wereld, die geopenbaard wordt aan de vertegenwoordigers van Israël, de herders en de stillen in den lande. 

Bij Matteüs staat dan ook tegenover Jezus de (pseudo-) Jodenkoning  Herodes, bij Lucas is het de grote wereldkeizer Augustus.  In beide verhalen zijn Israël en de wereld dus volop aanwezig, maar in een andere positie.  En dat heeft te maken met de blikrichting van hun hele verhaal.  Matteüs schrijft met het gezicht naar zijn volk Israël, maar verliest de wereld daarbij geen moment uit het oog.  Lucas schrijft met het gezicht naar de wereld van de volkeren, maar houdt de tempel van Israël daarbij niet buiten het gezichtsveld.

 Matteüs vertelt het verhaal van de trouw van God aan het volk van zijn verbond, die tot uiting komt in het leven van de mens die de Tora vervulde en het koninkrijk van God nabij bracht.  Gods oogmerk is daarbij de wereld: daar zullen alle volkeren leren de geboden te onderhouden.

Lucas vertelt het verhaal van Gods ontferming over de verdwaalden en de verlorenen, de buitenstaanders en de uitgeworpenen.  De aanwijsbare plaats waar dat begonnen is en van waaruit dat wereldwijde afmetingen kreeg, is het land van de Tora en de profeten" (W.R. van de Zee, Vandaag, p 66-67).

 De ontmoeting met Jezus brengt verandering teweeg.  De magiërs keren langs een andere weg terug naar hun land.  Uit de ontmoeting met Jezus en door reflectie op de schokken en de evoluties in de wereld zien we in dat we op een andere wijze onze taak in de wereld moeten aanpakken  (cf. Caritas in vertitate).  Vanuit Betlehem nemen we wensen mee voor de tocht in 2010.

 Ik wens
dat gezegend is de grond onder jouw voeten,
het pad waarop je gaat, het doel van je verlangen.

 

Ik hoop
dat gezegend is datgene waarop jouw denken zich richt,

naar wie jouw liefde vloeit, waarnaar je hoop uitgaat.

 

Ik wens
dat je vrede en vreugde vindt in wie je pad kruist,
in wie je op jouw tocht vergezelt, in wie in je leven komt.
 

Leef in verbondenheid
met je ziel, met je geliefden, met wie onze kleurrijke samenleving koestert.

 Ik bid Maria en Jozef, engelen, herders, wijzen en magiërs,
dat zij jou bewaren en behoeden op je tocht en dat het Kind geboren wordt in
jou.  (Zie www.dezielgaattevoet).