Evangelieprikje 2013

Zullen we eens flauw beginnen? Ken je het verschil tussen de magiërs en de moderne mens? Wel, de drie wijzen volgden een ster en vonden Jezus en de moderne mens volgt zijn gps en vindt meestal zichzelf nog niet. Een raadseltje zoals er dertien in een dozijn zijn. Het leert ons in ieder geval dat mensen nog altijd onderweg zijn, duizenden generaties lang. In de eerste lezing was er ook al sprake van mensen die onderweg waren, meer bepaald naar Jeruzalem. Alle volken van de hele wereld komen af om Gods heerlijkheid te mogen aanschouwen. Het hoeft ons dus met deze tekst van Jesaja niet te verwonderen dat de magiërs uit het evangelie eerst even in Jeruzalem passeren, ook al lijkt het hier maar om de slapende hond, genaamd Herodes, wakker te maken. Na dit kleine oponthoud met nare gevolgen- zo zal later blijken – begeleidt de ster de magiërs nar de plek waar Jezus te vinden is. Voor de geschenken hebben ze niet ergens ingetekend op een geboortelijst, neen; ook hier lezen we bij Jesaja al welke geschenken er geschonken zullen worden. Enkel de mirre stond niet bij de cadeautips van Jesaja. Het verwijst waarschijnlijk al naar de lijdensweg en de dood van het kind in de kribbe. En zo kregen we een verslag van het eerste babybezoek bij Jozef en Maria, volgens het evangelie van Mattheüs. Zijn het bij Lucas de herders die als eerste op bezoek mogen komen, bij Mattheüs zijn de magiërs. Waarom dat verschil?

Het verschil heeft vooral te maken met het doelpubliek waarvoor de respectievelijke evangelisten schrijven. Mattheüs schijft voor joodse christenen en hij wil blijkbaar onmiddellijk duidelijk maken dat Jezus er is voor alle mensen. De eerste die buigen voor Jezus zijn vreemdelingen, het zijn niet de joden die Jezus eerst als Messias hebben erkend. Aangezien Jezus er voor iedereen is, heeft Paulus het evangelie , samen met enkele anderen, in de rest van de wereld mogen verkondigen en zo komt het dat ik van mezelf vandaag kan zeggen dat ik probeer een christen te zijn. Vraag is natuurlijk of ik in mijn pogingen om christen te zijn en er naar te leven soms niet vergeet de tocht te doen van die drie magiërs. Speur ik nog naar tekenen van Jezus’ aanwezigheid in het leven van elke dag? Die ster uit het verhaal is meer een theologische ster dan een ster zoals wij die zien, dus kunnen we ons de vraag stellen welke sterren wij volgen om bij Jezus te komen. En … bieden wij Jezus nog ons goud en wierook aan? Bieden wij met andere woorden ons allerkostbaarste aan, vergezeld van ons gebed? Een prangende vraag.

Wanneer we in onze taal tegen iemand zeggen dat dit of dat zijn god is, wil dat zeggen dat die persoon daar alles of toch heel veel voor over heeft. Vraag is dus hoeveel wij als christenen over hebben voor Diegene die wij God noemen? Geen god met macht, maar een god die mens wou zijn zoals wij, met ongetwijfeld wel wat vreugdes, maar ook en vooral veel pijn, lijden, ontgoocheling. Is dat de God die wij aanbidden? Ja, zegt de Bijbel. Ja, zegt dit verhaal ons: het openbaart hoe God voor de mensen wil zijn: broos en kwetsbaar als een kind. Het doet me denken aan een fragment uit “Oscar et la dame Rose” naar het boekje “Oscar en oma Rozerood”. De jongen die aan kanker lijdt wordt meegenomen naar een kerk om hem te laten zien wie God is. Bij het bekijken van Jezus gelooft hij zijn ogen niet: wie kan er nu vertrouwen op iemand die aan een kruis hangt? Wel, dat doen christenen, dat belijden we in ons geloof.

Dit verhaal is niet alleen voor de joden een heilzame les, ook voor ons nog. God openbaart zich als de meest kwetsbare, hij zal zelfs moeten vluchten. Dat is geen gemakkelijke God om in te geloven. Een God die machtig is en kan ingrijpen om mensen te genezen, rampen te voorkomen, … is veel nuttiger. Sommige gelovigen hunkeren naar zo’n God: het zou nog eens oorlog moeten zijn, … Zij zien God als beschermheer. Iets heel anders dan die God die daar als een baby ligt te schreien en die zal sterven aan een kruis. Als we beslissen te geloven, dan is het niet omdat we een soort goedkope levensverzekering willen afsluiten. Neen, geloven is voor mij antwoorden op het geloof van die God in mij. God heeft mij totaal niet nodig, u waarschijnlijk ook niet en toch wil Hij onder ons wonen. Je kan dat enkel maar verklaren vanuit de liefde. Liefde is, louter economisch bekeken, misschien niet het meest renderende dat je kan toelaten in je leven, maar hoe arm is de mens die moet leven zonder liefde? Als God zich openbaart aan de hele wereld als een kind dat moet beschermd worden, gekoesterd worden, dan zegt dat ook waar we God vandaag moeten gaan zoeken. De ster leidt ons vandaag naar plekken waar mensen tekort gedaan worden, vernederd worden, pijn hebben, afhankelijk zijn, … Natuurlijk, elke christen weet dat maar het is zo onwaarschijnlijk dat het goed is dat we er elk jaar nog eens aan herinnerd worden. God openbaart zich aan de wereld in eerste instantie als een kind. Onze joodse broeders en zusters hadden niet door dat dit wel eens de Messias zou kunnen zijn, want al hadden zij ook die ster, het zette hen niet in beweging. Ik hoop dat deze openbaring ons als christenen wel altijd weer in beweging kan doen komen om God daar te gaan zoeken waar Hij te vinden is. Want, zeg nu zelf, salonchristenen is toch een contradictio in terminis.