In de drie lezingen van vandaag geen woord over kerstmis. Geen herberg, geen herders, geen engelen, geen kribbe, geen geboortefeest en geen koningen met cadeaus. Kerstmis lijkt al voorbij. Of toch niet?
We lezen vandaag de proloog van het Johannesevangelie. Een tekst met raadselachtige taal. Mystiek bijna. “In het begin was het woord, en het woord was bij God, en het woord was God. Het was in het begin bij God.” In welk begin en welk woord? Je moet verder lezen om te begrijpen wat Johannes bedoelt. Johannes grijpt terug op het allereerste begin. ~In het begin was het woord~ en ~in het begin schiep God hemel en aarde~. Twee keer dat woordje “in het begin”. Het woord van God was er vanaf het eerste begin. Natuurlijk was er ooit een begin. Niemand zal dat ontkennen. Leven en materie zijn ooit ontstaan. Kijk eens naar het scheppingsverhaal in Genesis. In het begin schiep God hemel en aarde. God sprak en het gebeurde. Er moeten sterren komen, een zon en een maan. God sprak en het was er. God zei dat er licht moest komen. En er was licht. Alles is het gevolg van het woord. Wie of wat is het woord? Het woord is Jezus en het woord is vlees geworden. Anders gezegd: het woord is mens geworden. Het kind in de kerstkribbe is het mensgeworden woord, is de mensgeworden zoon van God. Zonder dit woord zou er niets bestaan. Het woord is leven en licht. Leven in de dood en licht in de duisternis. Jezus is het woord dat licht brengt in de duisternis. Wij kennen dat woord, omdat wij Hem kennen sinds hij als mensenzoon geboren is. Dat vieren we vandaag. Zo zie je dat het evangelie van vandaag ons enerzijds naar het scheppingsverhaal brengt en anderzijds naar het kerstverhaal. Enerzijds naar het begin van de wereldgeschiedenis, zo u wilt naar de oerknal, maar anderzijds naar het cruciale middelpunt van de wereldgeschiedenis, de geboorte van Jezus. Niets voor niets telt bijna de hele wereld alle jaren van de geschiedenis in jaren van vóór Christus en in jaren van ná Christus. We zijn dus toch bij een kerstevangelie beland. En dit kerstevangelie van Johannes is een veel indringender kerstevangelie dan het verhaal over herders, een stal en een kribbe zoals Lucas dat beschrijft. In de liturgie van vandaag zijn nog meer sporen van kerstmis te vinden. Zeker hier in deze Latijnse hoogmis. Het koor zong de introïtus van de eerste kerstdag: “Puer natus est nobis”, wat wil zeggen: “Een kind is ons geboren”. En de communio luidt: “Heden is dat licht aan ons verschenen”. Er is aan ons een licht verschenen. Een kind is ons geboren.
De dagmis van kerstmis, het moment waarop we nu bijeen zijn, is de eigenlijke feestmis van kerstmis. Alle ingrediënten voor een mooi feest zijn aanwezig. Feestelijke mensen in een mooi versierde kerk, een gezongen Latijnse hoogmis, straks ongetwijfeld een goed diner of een gezellig samenzijn in de kring van familie of vrienden. Dat mag ook! Maar de uiterlijkheden die samen de sfeer kunnen maken en de omstandigheden scheppen, zijn niet voldoende. We kunnen kerstmis niet afdoen met een hoogmis, een mooi pak, gezang en lekker eten. Dan blijft kerstmis een herdenken van het verleden. Zoiets als dodenherdenking of Bevrijdingsdag. Kerstmis moeten we vieren, elke dag. Als we dat niet doen, gaat het er op lijken alsof de zinnen in het evangelie van vandaag bewaarheid zouden worden: “Hij kwam in de wereld en Hij was het licht der mensen, maar de duisternis nam het niet aan. De wereld erkende hem niet. De wereld aanvaarde hem niet.”
Kerstmis is niet voor niets het feest van het licht. Daarom in de kerstnacht en op deze kerstochtend het vele licht van kaarsen en de versieringen aan huizen, winkels en straten. Dit licht is het licht van God. Wij worden uitgenodigd en aangemoedigd om dat licht te ontdekken, om God te ontdekken in onze eigen wereld. De kerk nodigt ons daartoe uit. Het kind in de kribbe nodigt ons daartoe uit. We moeten dat licht gaan zien, gaan voelen en van mens tot mens doorgeven. Dan zal dit licht nooit meer doven, ook al doven wij straks de kaarsen hier in de kerk en op het altaar en de lichten in de kerstboom en de kerstversieringen. Jezus zegt: “Ik ben het licht der wereld. Wie mij volgt, loopt nooit meer in duisternis.” Hij is het licht voor ons, zoals de ster het licht was voor de herders en de koningen in de kerstnacht 2013 jaar geleden. Als wij Hem als het licht der wereld aanvaarden en erkennen, dan hebben we onze kaarsen en verlichting niet meer nodig. Neem dat licht aan. Geef dat licht door. Breng licht in uw hart en om u heen. Kerst is dé dag om vrede te sluiten, om vergiffenis te vragen of te schenken, om uw relaties te vernieuwen, om vetes bij te leggen, om contacten opnieuw aan te halen, om goede voornemens in daden om te zetten, om sorry te zeggen. Breng het licht naar uw medemens die heel hard op een beetje licht zit te wachten. Op ú zit te wachten. Op God in u. En, sorry dat ik het hier zeg, maar het gaat nu eens niet over een abstract iemand. Doe het nou eens niet af met een gulle gift aan arme kinderen, of aan mensen in nood. Dat is óók belangrijk, maar soms té gemakkelijk. Nee, het gaat heel concreet om degene die naast ons staat en om wie een muur is opgetrokken. De partner waarmee de verhouding is verkild, de zoon of dochter met wie de gesprekken zijn verstomd, de broer of zus die we al jaren niet zien, de oom of tante die we niet willen ontmoeten, de collega op het werk die we liever zien gaan dan komen, de vriend of vriendin die niet meer welkom is, de medewijkbewoner waarvoor we onze neus ophalen of de buur die wat ons betreft maar beter kan verhuizen. Reik hem de hand of neem zijn uitgestoken hand aan.
Laten we bidden. Als U, die ons nabij wilt zijn, een gezicht hebt, al bent U onzichtbaar voor onze ogen, wees dan licht: een helder en zuiver licht, of als het kan een warm licht. Wees licht in ons bestaan, bij het aanbreken van de ochtend en in de rust van de avond. Wees een warm en zuiver licht in de stilte van ons hart.
Laat ons gaan en zien wat er gebeurd is sinds het woord mens geworden is. Maar vooral: Laat ons gaan en zien wat er nog te gebeuren staat áls wij het woord aannemen en het licht doorgeven. In dit Licht van onze God wens ik u en de uwen een Zalig Kerstfeest. Amen