20e zondag door het jaar (2007)

Beste lezer m/v,

Vóór ik uw aandacht richt op de bijbellezingen van deze zondag, denk ik terug aan beelden die ik op het journaal heb gezien. Want het is mijn vaste overtuiging dat, als God iets van zichzelf laat horen, daarvoor nu meer media ter beschikking staan dan 3000 jaar geleden toen men het moest doen met mondelinge verhalen die later door beroepsschrijvers op schrift werden gesteld.

Drie onderwerpen hebben me geraakt in de afgelopen week: de enorme overstromingen in India, Bangladesh, China en andere gebieden, de "mierenhoop" van een enorme berg afval overdekt met mensen bij de hoofdstad van Brazilië en de zware aardbeving in Peru.

De overstromingen tengevolge van de moesson, een regenperiode die nog tot eind september zal duren en de aardbeving zijn rampen, even blind en onrechtvaardig als een ernstige ziekte en onontkoombaar als de dood. De overstromingen hebben heel andere gevolgen dan de aardbeving maar beiden zijn overweldigend en vernietigend. Dat ik er aan denk verandert daar niets aan. Een wandeling door een schitterend natuurgebied, doet niets af aan de natuur die ik zie maar ik zelf wordt er door geraakt, het voegt iets aan mij toe. Zo kan ik me ook laten raken door die rampen: even stil worden, er versteld van staan. Uiteindelijk is mijn leven even breekbaar als dat van die mensen ver weg. Een dergelijk gevoel van solidariteit of saamhorigheid geeft hart aan mijn bijdrage aan het rampenfonds. Solidariteit, af en toe even denken aan ons geluk en hun ellende, reikt verder dan we kunnen denken.

Die "mierenhoop" en de berg afval is iets heel anders. Het programma liet zien dat de helft van de wereldbevolking nu in steden woont omdat steeds meer arme mensen van het platteland naar steden trekken, hopend daar een beter leven te vinden. Dan zien we een ander soort ramp die het gevolg is van doen en laten van mensen, regeringen, bedrijfsleven, politiek. Zeker een ramp, onrechtvaardig maar geen blind noodlot, niet onontkoombaar zoals de dood.

Wat ik zag waren honderden mensen die als mieren rondscharrelden op een geweldigen vuilnisbelt. De hoop op een beter leven was helemaal vervlogen. De een zoekt oud papier, de ander blik, ijzerwaar, plastic, textiel. En opkopers verkopen die gesorteerde spullen tegen grote winst door aan de industrie. En dan gebeurde het wonder: die mensen ontdekten dat ze door samen te werken een betere prijs konden krijgen voor hun afval. En op die afvalberg zag ik mensen die elkaar omhelsden, die konden lachen: "They celebrate relationships", zij ontdekten dat samen mens-zijn door dik en dun nieuwe mensen van hen maakte, sterker dan de afzetters.

En nu het evangelie met het nieuws van 2000 jaar terug: "Vuur ben ik op aarde komen brengen. Geen vrede, maar verdeeldheid".

Vuur is heel dubbelzinnig: het geeft warmte, maakt voedingsmiddelen eetbaar, maakt ijzer zacht en leem hard. Vuur kan ook enorm verwoestend zijn, denk aan bosbranden over de hele wereld in de zomertijd. Of je kunt jezelf branden en flink pijn doen.

Wat zou Jezus bedoelen met die uitspraak "Vuur ben ik komen brengen op aarde?" Dat zou ik graag willen weten. Ik kan me wel voorstellen wat hij bedoeld kan hebben. Hij is iemand die niet bang was om zich door God te laten aanspreken en aanraken.

Want van tijden her is het goddelijke ervaren als het heilige, en dat is dubbelzinnig, juist als vuur: het is huiveringwekkend-beangstigend en tegelijkertijd trekt het ons aan. Als Jezus het goddelijke, het heilige bij uitstek, ervaren heeft, dan is hij verscheurd geweest door uiteenlopende gevoelens. Tegen dat perspectief worden de woorden "Vuur ben ik op aarde komen brengen. Geen vrede maar verdeeldheid", verstaanbaar. Geloven in God, is dan niet een kwestie van "braaf zijn of netjes leven" maar het schudt ons door elkaar! God pakt ons bij onze schouders en vraagt: "Wie ben jij en wat voeg jij toe aan de schepping, aan het bestaan?" Jezus heeft die vragen tot in het uiterste beantwoord: met vuur en vurigheid en met al de dubbelzinnigheid er van. En toch had hij maar één naam voor God: "Vader."

God, maar dan heel anders.