Vuur, geen vrede, verdeeldheid, opstaan tegen elkaar: Zusters en broeders, het zijn woorden die we van Jezus niet direct gewoon zijn. Het wordt dus even zoeken naar wat Hij bedoelt. Misschien kunnen de trefwoorden ons daarbij helpen, en die trefwoorden zijn 'vuur' en 'verdeeldheid',en die zal ik proberen uit te leggen.
Zo'n 2500 jaar geleden vertelden de oude Grieken een merkwaardig verhaal over de halfgod Prometheus . Die had aan de mensen het vuur bezorgd. Daardoor beschikten ze ineens over bijna goddelijke krachten: het vuur beschermde hen tegen de kou, en ze konden er ijzer en koper en allerlei gesteenten mee bewerken. Daardoor verwierven ze niet alleen macht over de andere dieren, maar werden ze ook veel minder afhankelijk van de goden. Die waren daarom zo woest op Prometheus, dat ze hem aan een berg vastketenen, waar een arend elke dag zijn lever kwam wegvreten. Maar die lever groeide elke dag ook opnieuw aan, zodat Prometheus aan een eeuwige pijn onderworpen was.
Volgens de Grieken was vuur dus van goddelijke oorsprong, en de Romeinen, de Egyptenaren, de indianen en de meeste andere volkeren dachten daar niet anders over. Ook in ons geloof speelt het een belangrijke rol: Jahweh verschijnt in een brandend braambos, de H.Geest daalt als een vurige tong neer over de apostelen, op Paaszaterdag wordt het nieuwe vuur gezegend en plechtig rond de kerk gedragen, en in alle kerken, ook in de onze, zie je kaarsjes branden, jaar in jaar uit, als uiting van devotie of gebed. Maar ook buiten de godsdienst heeft vuur een diepere betekenis. Denk maar aan het Olympisch vuur en aan de eeuwige vlam bij het graf van de Onbekende Soldaat. Vuur lijkt dus wel een goddelijk geschenk, maar dan wel van een soort waar de mens bijzonder zorgvuldig moet mee omspringen. Want vuur kan evenzeer vernietigen als opbouwen, verbranden als verwarmen, doden als tot leven brengen.
Dat vuur, zusters en broeders, die kracht die tegelijk fascineert en afschrikt, is Jezus naar eigen zeggen op aarde komen brengen. Het vuur van de inzet, het vuur van de volharding, het vuur van de liefde, het vuur dat mensen kan bezielen en sterk maken, het vuur dat ons hart verwarmt en onze geest verlicht. En het is zijn eis dat wij dat vuur in ons stevig brandend houden. Niet als een klein waakvlammetje dat uitdooft bij het minste zuchtje, maar als een ontembare en onblusbare kracht die stormen kan trotseren.
Dat is de kern van het evangelie van vandaag: een oproep tot een consequent geloof zonder uitvluchten of compromissen. En daar hebben we waarschijnlijk wel nood aan. Want laten we eerlijk zijn: wat betekent het geloof voor ons? Is het veel meer dan een mooi verhaal dat we in wekelijkse afleveringen komen consumeren? Zoiets als een kerkelijk tv-feuilleton dat ons gemoedelijk in slaap sust, en dat ons leven, ons doen en ons denken niet echt doordringt? Een soort consumptiechristendom dus dat tot niets verbindt? Welnu, zusters en broeders, precies dat soort christendom wordt vandaag door Jezus afgewezen, een christendom dat niet gestoord wil worden, dat de handen in de schoot legt en zwijgt omwille van de lieve vrede, een christendom dat geen boodschap meer brengt aan de wereld, geen eisen meer stelt, geen lawaai meer maakt. Een christendom dat nog wel de hoogtepunten van het leven als geboorte, communie, huwelijk en begrafenis versiert met enkele godsdienstige formules en gebaren, maar dat voor de rest niets meer betekent. Een christendom zonder vuur, zelfs zonder waakvlammetje.
Zusters en broeders, zijn we er ons wel van bewust dat we de volgelingen zijn van een man die voor niets en niemand uit de weg ging? Die de sjacheraars uit de tempel dreef? Die de farizeeën voor schut zette? Die omging met iedereen die door de deftige mensen werd uitgestoten: met tollenaars, blinden, melaatsen, zondaars van allerlei soort? Een man die zo consequent was in zijn boodschap dat Hij er zelfs de kruisdood voor over had? Zijn we er ons wel goed van bewust dat we die man willen volgen? Niemand vraagt ons te sterven voor ons geloof, maar zijn we ook bereid ervoor te leven? Hebben we er ten minste een deel van ons comfort, onze vrije tijd, onze hobby's, onze inzet, onze manier van leven voor over? Durven we er ten minste voor uitkomen en erover spreken?
Zusters en broeders, Jezus vraagt niet dat we zijn boodschap consumeren, wel dat we ze beleven, met ziel en lichaam, en zonder voorbehoud. Hij vraagt geen compromissen, wel een radicale keuze, met alles wat dat met zich meebrengt, ook verdeeldheid. Want wie resoluut voor Christus kiest, komt onvermijdelijk in botsing brengen met zijn omgeving. Denk maar aan de eerste christenen, aan de vele martelaren, aan monseigneur Romero en monseigneur Gaillot, of aan pater Damiaan. En denk maar aan onze eigen gezinnen. Ook daar heerst verdeeldheid omwille van Hem, een verdeeldheid die we bijna allen kennen omdat onze kinderen en kleinkinderen niet of nog nauwelijks kunnen of willen geloven en omdat ze zeker niet kerkelijk willen zijn.
Vuur is Hij komen brengen, én verdeeldheid, zoals Hij voorspeld heeft. Zusters en broeders, leeft er iets van dat vuur in ons? Of staan we op waakvlam? Laten we bidden dat zijn vuur in ons mag blijven branden. Amen.