20e zondag door het jaar C - 2001

Vuur, geen vrede, verdeeldheid, opstaan tegen elkaar: Zusters en broeders, het zijn woorden die we van Jezus niet direct gewoon zijn. Het wordt dus even zoeken naar wat Hij bedoelt.  Misschien kunnen de trefwoorden ons daarbij helpen, en die trefwoorden  zijn 'vuur' en 'verdeeldheid',en die zal ik proberen uit te leggen.

Zo'n 2500 jaar geleden vertelden de oude Grieken  een merkwaardig verhaal  over de  halfgod  Prometheus . Die had aan de mensen het vuur bezorgd.  Daardoor beschikten  ze  ineens over bijna goddelijke krachten: het vuur beschermde  hen tegen  de kou, en ze konden  er ijzer en koper en allerlei gesteenten  mee bewerken. Daardoor verwierven ze niet alleen macht  over  de  andere dieren,  maar werden ze  ook veel minder afhankelijk van de  goden.  Die waren   daarom  zo woest op Prometheus, dat ze hem aan  een  berg vastketenen,  waar een arend elke dag zijn lever kwam wegvreten. Maar die  lever groeide elke dag ook opnieuw aan,  zodat Prometheus aan  een eeuwige pijn onderworpen was.

Volgens  de Grieken was vuur dus van goddelijke oorsprong, en   de  Romeinen,  de  Egyptenaren,  de  indianen en de meeste andere volkeren dachten daar niet anders over.  Ook in ons geloof  speelt het een belangrijke rol: Jahweh verschijnt in een brandend braambos, de H.Geest  daalt  als een vurige tong neer over  de  apostelen, op Paaszaterdag wordt het nieuwe vuur gezegend en plechtig rond de  kerk gedragen, en in alle kerken, ook in de onze, zie je kaarsjes branden,  jaar in jaar uit, als uiting van devotie of gebed. Maar ook buiten  de godsdienst heeft vuur een diepere betekenis. Denk maar aan het Olympisch vuur en aan de eeuwige vlam bij het graf van de Onbekende Soldaat. Vuur lijkt dus wel een goddelijk geschenk, maar dan wel van een soort waar de mens bijzonder zorgvuldig moet mee omspringen. Want vuur kan evenzeer vernietigen als opbouwen, verbranden als verwarmen, doden  als tot leven brengen.

Dat  vuur,  zusters en broeders, die kracht die tegelijk  fascineert  en afschrikt,  is  Jezus naar eigen zeggen op aarde komen  brengen.  Het vuur  van  de  inzet,  het vuur van de volharding,  het  vuur  van  de liefde,  het vuur dat mensen kan bezielen en sterk maken, het vuur dat ons  hart verwarmt en onze geest verlicht. En het is zijn eis dat wij dat   vuur  in  ons  stevig  brandend  houden.  Niet  als  een  klein waakvlammetje  dat  uitdooft  bij het minste zuchtje,  maar  als  een ontembare en  onblusbare kracht die stormen kan trotseren.

Dat  is de kern van het evangelie van vandaag: een oproep tot  een consequent  geloof zonder uitvluchten of compromissen. En daar hebben we waarschijnlijk wel  nood aan. Want laten we eerlijk zijn: wat betekent het geloof voor ons? Is het veel meer dan een mooi verhaal dat we in wekelijkse afleveringen  komen consumeren? Zoiets als een kerkelijk tv-feuilleton   dat ons  gemoedelijk  in  slaap sust, en dat ons leven, ons doen  en  ons denken niet echt doordringt? Een soort consumptiechristendom dus dat tot niets verbindt? Welnu, zusters en broeders, precies dat soort christendom wordt vandaag door Jezus afgewezen,  een christendom dat niet gestoord wil worden, dat de handen in de schoot legt  en zwijgt  omwille van de lieve vrede, een christendom dat geen boodschap meer brengt aan de wereld, geen eisen meer stelt, geen lawaai meer maakt. Een christendom dat nog wel de hoogtepunten van het leven als geboorte, communie, huwelijk en begrafenis versiert met enkele godsdienstige  formules  en gebaren, maar dat voor de rest niets meer betekent. Een christendom  zonder vuur, zelfs zonder waakvlammetje.

Zusters en broeders, zijn we er ons wel van bewust dat we de volgelingen zijn van een man die voor niets en niemand uit de weg ging? Die  de sjacheraars uit de tempel dreef? Die de farizeeën voor schut zette? Die  omging met iedereen die door de deftige mensen werd uitgestoten: met tollenaars, blinden, melaatsen, zondaars van allerlei soort? Een man  die  zo  consequent was in zijn boodschap dat Hij er zelfs de kruisdood voor over had? Zijn we er ons wel goed van bewust dat we die man willen volgen? Niemand vraagt ons te sterven voor ons geloof, maar zijn we ook bereid ervoor te leven? Hebben we er ten minste een deel van ons comfort, onze vrije tijd, onze hobby's, onze inzet, onze manier van leven voor over? Durven we er ten minste voor uitkomen en erover spreken?

Zusters en broeders, Jezus vraagt niet dat we zijn boodschap consumeren, wel dat we ze beleven, met ziel en lichaam, en zonder voorbehoud. Hij vraagt geen compromissen, wel een radicale  keuze,  met  alles wat dat met zich meebrengt, ook verdeeldheid. Want wie  resoluut  voor Christus  kiest,  komt onvermijdelijk in botsing  brengen  met zijn  omgeving.  Denk  maar  aan de eerste christenen,  aan  de  vele martelaren,  aan  monseigneur Romero en monseigneur Gaillot, of aan pater Damiaan. En denk maar aan onze eigen gezinnen. Ook daar heerst verdeeldheid omwille van Hem, een verdeeldheid die we bijna allen kennen omdat onze kinderen en kleinkinderen niet of nog nauwelijks kunnen of willen geloven en omdat ze zeker niet kerkelijk willen zijn.

Vuur is Hij komen brengen, én verdeeldheid, zoals Hij voorspeld heeft. Zusters en broeders, leeft er iets van dat vuur in ons? Of staan we op waakvlam? Laten we bidden dat zijn vuur in ons mag blijven branden.  Amen.