Ijdelheid

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Er staan in deze teksten twee werelden tegenover elkaar. Die van de rijke mens die opgesloten zit in zijn eigen kringetje, en die van de nieuwe mens die op weg is naar iets dat boven hem uitreikt. De eerste wereld wordt in een paar woorden prachtig door Jezus getekend in een parabel die verrassend hard klinkt. Er is hier niet veel van zijn normale speelsheid te bekennen. Het is dan ook een parabel over een rijk iemand. Iemand die alleen ‘ik' weet te zeggen: ‘Wat moet ik doen? Ik heb geen ruimte... Dit ga ik doen... ik breek mijn schuren af en bouw grotere, daarin zal ik... dan zal ik tot mezelf zeggen... ‘ Zesmaal ik.

Lucas die deze woorden van Jezus doorgeeft is zeer geïnteresseerd in het probleem arm en rijk. Hij laat Maria al vóór Jezus' geboorte zingen dat de rijken leeg weggestuurd zullen worden. Lucas is de enige die bij die geboorte de kraamvisite van de - arme - herders vermeldt. Hij onthult dat Jezus tot de arme klasse behoort, als hij noteert hoe zijn ouders bij zijn besnijdenis in de tempel het vastgelegde tariefvoor de armen betalen. Hij laat Johannes de Doper spreken over degene die meer dan één hemd hebben, en die geacht worden die andere hemden weg te geven aan hen die er geen hebben.

Hij is geïntrigeerd door de ongelijke verdeling van kapitaal. Hij heeft medelijden met de armen, maar ook met de rijken. Achttien keer schrijft Lucas over de macht en het gevaar van rijkdom. Toch gaat het hem bij dat alles niet zonder meer over rijkdom en armoe. Hij laat Jezus in de tekst van vandaag zelfs zeggen dat hij niet geïnteresseerd is in een herverdeling van goederen.

Het gaat er Lucas om aan te geven dat rijken gevaar lopen hun roeping te missen vanwege hun geld en hun goed. Volgens hem is dat de opinie van Jezus. Het is de reden dat de rijke in Jezus' verhaal van vandaag steeds maar weer ik zegt. Dat ‘ik' is de wereld waarin hij leeft, en waarop hij vertrouwt. In plaats van op God te vertrouwen, vertrouwt hij op wat er in zijn schuren opgeslagen ligt. Die voorraad wordt tot God gemaakt, en dat is afgoderij. Dat is niet alleen maar zondig, het is idioot; en als je het verhaal van Jezus goed volgt: belachelijk.

Het boek Prediker gebruikt voor die rijkdom en voor de houding van de rijken een andere term: ‘ijdelheid', een woord (hebel) dat eigenlijk ‘een vlaagje wind' betekent. De houding van de rijke is dom, het leven en rijkdom is zo stabiel als een beetje wind. Degenen die dat soort bezit beschouwen als een levensverzekering zijn voor Lucas - en voor Prediker - eigenlijk dwazen. In laatste instantie is het zelfs weggegooid geld, omdat het niet gebruikt wordt ten bate van Gods rijk. Dit betekent niet dat Jezus de armoede op zich hoog aanslaat. Ook armoede heeft haar zeer reële gevaren. Als je echt arm bent, kun je zo opgeslorpt worden door de zorg voor alledag, dat het je ook weer verhindert om je vertrouwen op God te stellen. Dezelfde hebzucht die rijken tot gierigheid drijft, kan armen uit nijd verbitteren.

Toch schijnt de Jezus van het Lucas-evangelie armoede en rijkdom als bijkomstige, als niet wezenlijke dingen te beschouwen. Waar het op aan komt is om van Christus te zijn. Dat is de echte parel, de verborgen schat. Dat nieuwe leven betekent een einde maken aan alle vormen van afgoderij - zoals Paulus aan de christenen van Kolosse schrijft - en dat leidt onvermijdelijk naar liefde en zorg voor elkaar, naar rechtvaardigheid en vrede, en naar de oprechte ontwikkeling van alles wat daartoe nodig is.

Hoewel er zo gekozen wordt voor de armen, schijnt Lucas hier geen rekening te houden met de structurele onrechtvaardigheid in de wereld, waar het hem eerder - en in de Handelingen van de apostelen - wel om gaat. De ongelijke verdeling moet goed gemaakt worden. Geld dient gebruikt te worden voor de opbouw van het rijk van God. Dat kan door aalmoezen, het kan ook op andere manieren. De bekende Church of the Saviour in Washington DC heeft veel rijke leden. Die vormen een werkgroep Ministry of Money. De groep komt regelmatig bijeen om te zien hoe ze hun geld gaan investeren met het oog op het welzijn van de mensheid. Ze doen dat bijvoorbeeld door hun geld te steken in onderzoek naar het genezen van ziekten van arme mensen. Onderzoek waar de farmaceutische industrie geen geld in ziet. Met die rijken zou dokter Lucas geen moeite hebben.