Barmhartig zijn

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

De afstand tussen Jeruzalem en Jericho is nauwelijks vijfentwintig kilometer. Een prachtige asfaltweg door de woestijn van Juda daalt af naar de achthonderd meter lager gelegen palmenstad. Met de bus zoef je in een klein uurtje naar beneden. Het is duidelijk dat wij in een heel andere tijd leven dan in de dagen dat Jezus zijn parabel uit het evangelie vertelde. En toch zitten ook wij meer dan ooit met diezelfde vraag van de schriftgeleerde. Wie is nu eigenlijk mijn naaste? Laten we daarom dit verhaal in onze tijd plaatsen. Laat ons eens nagaan wie onze naaste is vanuit een concrete situatie die ons vandaag de dag kan overkomen.

Stel: We zoeven over de autosnelweg van Brussel naar Luik, in afstand nauwelijks meer dan zestig kilometer. In gedachten verzonken passeren we de brug bij Haasrode. Ineens horen we het geluid van remmen. Een auto raakt de vangrail, slaat over de kop en ligt even later total loss in de berm. Is het voor ons duidelijk hoe wij moeten reageren, en wie onze naaste is? Het is moeilijker dan je denkt. Want natuurlijk moeten die mensen in de berm van de weg geholpen worden, maar op het moment dat de verkreukelde auto tot stilstand komt, zijn er tientallen automobilisten in de huurt. Zij hebben nauwelijks tijd om te stoppen of te reageren. Zijn dat nu allemaal naasten? Nee, want we zijn met die veertig auto's al voorbij voordat we ook maar de kans hebben gehad om tot stilstand te komen op de onheilsplek. Voor al die weggebruikers zou het levensgevaarlijk zijn te stoppen. Je kunt nu eenmaal op een snelweg niet zomaar op je rem gaan staan om barmhartige Samaritaan te gaan spelen. Bovendien, als je stoppen kunt, wie hen je dan? Wat kun je doen? Je kunt hoogstens opbellen, want de échte hulpverleners zijn toch de ambulance, de politie, de wegenwacht of het garagebedrijf. Wij schieten met onze persoonlijke kleine hulp hopeloos te kort. Ons EHBO-koffertje is veel te beperkt. Als we al in staat zijn om ter plekke te komen, kunnen we zo weinig, weten we nog zo weinig. Is het woord van God - het woord van Jezus - dus achterhaald vandaag voor ons?

Nee, want ook nu gaat het om de centrale vraag aan Jezus: Wie is mijn naaste? Maar als het dus niet die pechvogels in dat wrak zijn die ik nog net in mijn spiegels kan zien. Wie zijn het dan wél? Hier zit het probleem van onze tijd. We hebben de verkeerde EHBO-koffer hij ons. We worden bijna dagelijks geconfronteerd met de kleine en grote rampen die zich wereldwijd voordoen. Alles krijgen we te horen. Hongersnood in Oost-Afrika, verkeersdoden in België, politieke anarchie in Oost-Europa, AIDS in Afrika: al die dingen flitsen aan ons voorbij als op een snelweg. Het gevolg is dat we het gevoel krijgen steeds weer te kort te schieten. We staan dikwijls machteloos. We krijgen de neiging te zeggen: er is tóch niets aan te doen. Het gevolg is, dat we voorbijgaan aan de dingen die we wél kunnen doen. Onze naasten zitten veel dichterbij dan wij denken. In onze EHBO-koffer moeten heel andere spullen zitten. Doodgewone zaken zoals: zieken bezoeken die we kennen, de kinderen van de buren even opvangen, boodschappen doen voor een bejaard echtpaar. Misschien nog dichterbij als we het beeld van de snelweg nog even vasthouden: geen risico's nemen hij het inhalen, geen race tegen de klok houden op de weg, de veiligheidsriemen niet vergeten. Dát zijn de doodgewone dingen die we paraat moeten houden wanneer we onze naaste even serieus nemen als onszelf. Het is dus zaak dat wij eens goed nadenken, over wat er in ons EHBO-koffertje moet: veel aandacht bijvoorbeeld, voor al die mensen die in onze nabijheid een klap gekregen hebben door scheiding, werkeloosheid, of verlies van een kind. Veel tijd zullen we nodig hebben om te luisteren naar het verhaal van de depressieve naaste. Veel aanwezigheid hij degenen die bang zijn voor hun ziekteproces. En misschien zijn er dan niet eens zoveel woorden nodig.

Mag zo ons geloof vruchten voortbrengen van barmhartigheid. Mag ons geloof zo weten hoe dichtbij Gods woord is, en boe wij het kunnen volbrengen.