Zonder bagage op reis (1998)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden

OOK EENS WAT OPRUIMEN!

Uit de colleges dogmatiek die wij kregen van professor Harry Sanders herinner ik mij veel beelden. Sanders was behalve een vermaard verzamelaar van wespendoders ook een dichter. "Zoals een huiskamer waarin man en vrouw een huwelijk lang telkenmale meubels hebben toegevoegd, mooie, nuttige en degelijke spullen, maar de kamer wordt onleefbaar...; zo zijn er aan het geloofsgoed van de kerk in de loop der eeuwen steeds elementen toegevoegd; op zichzelf waardevolle spullen, maar zo talrijk dat verstikking dreigt; nooit is er iets opgeruimd..." Ik citeer uit mijn hoofd.
Inderdaad, ons katholiek geloof is na twintig eeuwen een kamer die zo vol staat met prachtige verhalen, heiligenlevens, aflatensystemen, biecht, sacramenten, Marialiederen, bedevaarten, dogma's, wetten over huwelijk, parochiestructuren en straffen, allemaal meubelstukken die ooit met veel enthousiasme zijn aangeschaft, maar in de kamer is steeds minder ruimte om er een twintigste eeuws bankstel, een eigentijdse song, een moderne dans of een actueel probleem plaats te geven. Jongeren die even binnenkomen worden afgeschrikt door een museumgeur.

KOFFERS PAKKEN!

Een mens sleept wat met zich mee! Toen ik in de vakantie eens met vrienden naar Ameland reed, stond in de gang opgesteld wat er allemaal in de auto moest. Je houdt het niet voor mogelijk. Ze hebben twee opgroeiende dochters. Drie dozen alleen met schoeisel, pantoffels, sandalen, uitgaansschoenen, wandelschoenen, gymschoenen. En niets konden ze missen. Heb je de blikopener niet vergeten, en de reiswekker? Heb je het racket ingepakt en Rummikub? Een stapel boeken, zonnebrandolie, blikken erwtjes, bananen, hardgekookte eieren, de wereldontvanger om de tour de France bij te houden...
Ongelofelijk wat mensen mee op reis nemen. Het wordt al anders als we met de trein gaan, dan selecteren we beter. Op de fiets kijken we nog beter uit; maar de wandelaar zal bij elk stuk dat hij meetorst tien keer nadenken, want voor hem is bagage geen gemak maar een last. Een tandenborstel, reservekleding, adresboekje, wandelkaart en wat geldmiddelen.

DE TANDENBORSTEL-SHOW

Jezus zendt zijn leerlingen uit. Tweeënzeventig staat er, andere handschriften vermelden er zeventig. Dat aantal herinnert aan de oudsten die Mozes aanstelt tot leiders over het volk: een alternatief sanhedrin. Ze worden weggestuurd, twee aan twee, want ze moeten getuigen en het getuigenis van twee is meer waard dan dat van een. Ze moeten niet veel bagage meenemen, geen beurs, geen reistas en geen schoenen. Dat is zelfs voor een verstokte wandelaar van tegenwoordig met alle lichtgewicht rugzakken en kookstellen wel erg weinig.
Jezus weet dat veel bepakking de reis stagneert. Teveel bagage lijkt gemakkelijk, maar in feite ga je eronder gebukt. Je zult voortdurend bang zijn of je niks vergeten bent, of je niet een koffer op het perron hebt laten staan, of je tas nog wel op het vliegveld teruggevonden wordt tussen honderdduizend andere spullen. Je moet bang zijn dat je indommelt in de trein en bestolen ontwaakt. Daarom drukt Jezus de zeventig op het hart niet teveel mee te dragen. Het gaat immers om dat ene belangrijke: een Rijk van gerechtigheid. Het gaat om die God die een moeder is, een moeder die intens meeleeft met het verdriet van haar kinderen en hen troost op schoot, aldus Jesaja.

BALLAST LOZEN

Jezus' reisvoorschrift is er niet om het de leerlingen moeilijk te maken, integendeel, het is er om hun reis aangenamer en sneller te doen verlopen. Het is moeilijk om je aan te passen aan veranderde omstandigheden als je teveel bij je hebt.
Wie als kind te weinig waardering en warmte heeft genoten, torst alle volgende jaren een grote onzekerheid met zich mee; wie het verlies van zijn ouders nooit heeft verwerkt, sleept alle verdere jaren een groot schuldgevoel mee en onverwerkte angsten. Wie op school vooral geconfronteerd werd met falen en fouten, met rood onderstreepte teksten en angstgevoelens over lange en korte ij-en, durft nooit meer vrij en frank een gedicht te schrijven of een brief. Jezus weet dat. Om vrij te zijn moet een mens het verleden achter zich kunnen laten. Hij moet weinig bagage meenemen. Geen tas, geen schoenen en geen beurs.

HET WEZEN BEWAREN

Dit geldt ook voor de kerk. Teveel bagage maakt haar minder wendbaar. Het is als de volle kamer van professor Sanders. Af en toe moet er ook eens worden opgeruimd. Voor de kerk die zich opmaakt om het derde millennium binnen te gaan is dit een advies van levensbelang. Het is zaak om onderscheid te maken tussen wat het wezen van onze boodschap is en wat gezellige, dierbare en mooie bijkomstigheden zijn die we los mogen laten om vrijer en sneller te reizen. Wezenlijk is het reisverhaal van Jezus-en-ons, op weg naar Jeruzalem, ons levenseinde, en de kunst om onderweg vrij en onbelast anderen te ontmoeten, blinden, kinderen, zieken, vrouwen en Samaritanen, al die verloren kinderen van Israël. Dat is wezenlijk.

HET GROOTSTE SLAKKENHUIS

Lieve kinderen. Ken je dat verhaal over die slak die ervan droomde om het mooiste slakkenhuisje van de hele wereld te hebben. Op zekere dag ontdekte hij dat als hij rode kool gegeten heeft en dan heel erg denkt aan een rood huis en dan zijn bloed in zijn hoofd naar boven duwt, dat er dan boven op het slakkenhuis een mooi rood koepeltje ontstaat. Hij was er niet tevreden mee. Met spinazie en diep zuchten kreeg hij een groen erkertje aan de zijkant van het huis, en met blazen bij volle maan werd het hele huisje groter. Enfin tenslotte had het slakje het allergrootste en kleurrijkste huis van de hele wereld. Toen begon hij honger te krijgen. O jee, het prachtige huis was veel te zwaar geworden. Hij kon zich niet meer bewegen. De rode kool en de spinazie waren helemaal op en dus ging het arme slakje dood, omdat zijn huisje veel te zwaar was. Denk eraan: niet teveel meenemen in het leven. Alleen wat werkelijk belangrijk is, zei Jezus.