14e zondag door het jaar C (2013)

Toen Paus Franciscus net gekozen was en op het balkon voor de Sint Pieter verscheen, begroette hij de mensen op het plein als zijn broeders en zusters met ‘buona sera’. Even later vroeg hij de mensen voor hem te bidden en eindigde hij met de zegen. Die zegen sprak hij uit, niet alleen voor alle gelovigen wereldwijd, maar ook voor alle mensen van goede wil.

Die laatste woorden herkent u waarschijnlijk wel; voor de mensen van goede wil. Het is een vertaling van wat de engelen zongen bij Jezus' geboorte: Gloria in excelsis Deo: et in terra pax hominibus bonae voluntatis. Eer aan God in de hoge en vrede op aarde aan de mensen van goede wil.

Over de vertaling van ‘hominibus bonae voluntatis’, wordt door exegeten flink gediscussieerd, maar het gaat er mij om waar paus Franciscus deze woorden aan heeft ontleend. Hij sluit aan bij de jubelzang van de engelen. Het is een jubelzang die niet alleen bestemd is voor Farizeeën en Schriftgeleerden, niet alleen tot de orthodoxe Joden, ook niet alleen voor streng Gereformeerden, Rooms Katholieken of Lutheranen, evenmin alleen voor de liberale Joden of vrijzinnigen, ook niet alleen voor de ouderwetsen of juist modernen. De engelen zingen een Blijde Boodschap voor alle mensen van Goede Wil en paus Franciscus wil daarbij aansluiten. Hij brengt Goed Nieuws, een Blijde Boodschap en hij wil ieder zegenen met de zegen van Jezus Christus, Hij die Gods Blijde Boodschap voor de hele mensheid is.

Ooit heeft de theoloog Karl Rahner, een medejezuïet van onze paus, gesproken over ‘anonieme christenen’. Hij doelde op mensen die Christus niet bewust kennen, maar Hem onbewust wel in hun hart gesloten hebben, mensen die leven naar Gods bedoeling. Ik denk dat paus Franciscus zulke mensen bedoelt, als hij spreekt over mensen van goede wil.

Wat de engelen tweeduizend jaar geleden zongen, gericht op de mensen van nu. Een Blijde Boodschap voor alle mensen van goede wil. Dit is een ideaal waar we allen achter kunnen staan. Maar de problemen treden al snel op. Het Kind van de Belofte werd gekruisigd omdat zij die zichzelf van goede wil vonden, Hem niet herkenden. Jezus had hen niet kunnen overtuigen wat die goede wil is die de vader bedoelt, en moest dat kruis dragen.

Wanneer is iemand van goede wil? Er is en moment in het leven van Jezus dat leerlingen naar hem toekomen en zeggen: Heer, er is iemand die duivels uitdrijft in uw Naam, maar hij hoort niet bij ons. Dan zegt Jezus: “Belet het hem niet, want iemand die een wonder doet in mijn Naam zal niet snel kwaad over Mij spreken (Mc. 9,39)”. Ik denk dat Jezus hiermee iemand aanduidt van goede wil. Zoals mensen die Jezus' vrede willen aannemen, vandaag in het Evangelie. Mensen van goede wil zullen het goede herkennen dat Jezus ons heeft gebracht. Liefde voor God en de naaste. Eerbied voor het leven. Bereidheid het kruis van het leven te dragen op een manier die de wereld beter maakt.

Vandaag horen we hoe Jezus zijn leerlingen uitzendt met zijn Blijde Boodschap. Maar Hij zegt erbij: Ik zend jullie als lammeren tussen de wolven. Stelt u zich dat beeld eens concreet voor: Een troep wolven; je stuurt een lam in hun midden; de wolven hebben maar één neiging: Doden en opeten. Zij zien in dat lam niets anders dan voedsel voor hun magen. Zal Jezus dat bedoelen dat we ons leven moeten geven, om voedsel te zijn voor anderen? Het lam staat ook voor iets anders; het lam staat ook voor geweldloosheid en kwetsbaarheid. Ik vermoed dat Jezus ons aanmoedigt om geweldloos en kwetsbaar in deze samenleving te staan, dat is inderdaad als lammeren tussen wolven.

Dat kan veel vormen aannemen, want mensen kunnen elkaar op veel manieren doden en verslinden. Jezus nodigt ons uit om zijn houding aan te nemen, de houding van het lam, met de bedoeling dat de mensen van goede wil, die in hun hart ook lam zijn gebleven, ja dat zelfs de wolven die in hun oorsprong ook een kwetsbaar lam waren, Hem zullen herkennen.

Overigens die leerlingen die als lammeren de wereld ingezonden worden hebben niet alleen lieflijke daden en woorden, hun knuffelgehalte lijkt niet altijd zo hoog te zijn. Misschien nog wel als ze zich ontfermen over de zieken. Ook als ze de Boodschap van Vrede doorgeven, net zoals ook de engelen in het begin Vrede kwamen aankondigen. Maar als de leerlingen zeggen: “Zelfs het stof uit uw stad dat aan onze voeten kleeft schudden wij tegen u af.” Dan is het plotseling niet zo donzig meer en zullen de wolven hun tanden laten zien.

Een Blijde Boodschap voor alle mensen van goede wil. Misschien kondigt paus Franciscus hiermee een nieuw pastoraal beleid aan. Wanneer wij echt en consequent en authentiek Jezus verkondigen, op zo'n manier dat de mensen van goede wil Hem herkennen, dat de lammeren de stem van de Goede Herder herkennen, dan zullen zij Hem gaan volgen.

Jezus zegt vandaag in het Evangelie: “De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig. Vraagt daarom de Heer van de oogst arbeiders te sturen om te oogsten.” Dat is een oproep die nog steeds geldt. De oogst zijn al die mensen van goede wil die Jezus wel onbewust diep in hun hart hebben gesloten, maar door allerlei omstandigheden Hem niet echt kennen en ook niet vermoeden dat ze Hem in de Kerk zullen vinden. Aan ons de taak om hen op te zoeken en hen zijn Woord, zijn Blijde Boodschap aan te reiken. Opdat het wordt: Één kudde en één Herder. Amen.