Hem volgen, waarheen hij gaat (Lc. 9,57)

 

Katrien heeft een meerjarenplan voor haar tocht naar Compostella. Nu de covidpandemie geluwd is, kon ze dit jaar alweer enkele dagen verder op stap gaan. Langs Pindat deelt ze een aantal ervaringen mee over de plekken waar ze komt en over de ontmoetingen die ze heeft.

De weg naar Jeruzalem

Deze moderne media waren onbekend in de tijd van Jezus. Dankzij de evangelisten, vooral dankzij Lucas, vernemen we toch heel wat over de weg die Jezus heeft afgelegd in Palestina. De evangelist hecht veel belang aan het reisverhaal van Jezus. Jezus is opgegroeid in Galilea. Hij heeft als ambachtsman gewerkt in Nazareth. Nadat hij was gedoopt door Johannes en een tijd in de woestijn verbleef, trad hij op als leraar. Hij werd geprezen, hij had invloed, hij genas zieken. Hij had leerlingen en volgelingen en daaruit had hij twaalf apostelen gekozen. Met hen vat hij de reis aan naar Jeruzalem. Het wordt het tweede en het belangrijkste deel van het evangelie van Lucas. Het wordt een reis, die hem in de hemel zal brengen. Lucas leidt dit reisverhaal in met deze belangrijke zin: “Toen de dagen van zijn verheffing naderden, aanvaardde Jezus vastberaden de reis naar Jeruzalem” (Lc. 9,51). Het wordt een tocht met spanningen en onverwachte ontmoetingen.

Ergens onderweg

Elk onderweg zijn is spannend. Wie vertrekt, is nooit zeker van de aankomst. Bij Parcum in de abdij van het Park in Heverlee is tot eind augustus 2022 de tentoonstelling ‘Ergens onderweg’. Ze behandelt aspecten van het onderweg zijn binnen religie. Al vanaf het prille begin is de mens op weg. Verdreven uit het Paradijs, op de vlucht voor farao's en koningen. Maar even goed trekken duizenden gelovigen jaarlijks naar heilige oorden en op pelgrimstochten. Ook vandaag zijn heel wat mensen in beweging. Op de vlucht omwille van hun geloof. Of dichterbij huis, in processies of naar bedevaartsplaatsen. De tentoonstelling vertelt een verhaal over vroeger én nu (Zie ww. Parcum).

Tegenkanting

Vanuit Galilea tot Jeruzalem is het een tocht van drie dagen. Wanneer Jezus boden voorop zendt, botsen deze op tegenstand in een dorp van Samaria. De hooggeprezen Oosterse gastvrijheid is er niet voor Jezus en zijn groep. Dit omwille van de oude vetes tussen Samaritanen en Joden (cfr. Het gesprek van Jezus met de Samaritaanse vrouw Joh. 4,9-10). De Samaritanen hadden hun eigen heiligdom in Sichem en behielden uit de Schriften enkel de boeken toegeschreven aan Mozes (De Pentateuch). In de Handelingen heeft Lucas een ander en gunstigere beeld van Samaria, waar Filippus, na de vervolging in Jeruzalem en de dood van Stefanus, succesvol kon prediken (Hand. 8,1-13).

Op de tocht door Samaria zijn Jakobus en Johannes geërgerd door de houding van de Samaritanen, die hen niet wilden ontvangen. Daarom zouden de twee broers het dorp willen straffen en verdelgen. Wraakgevoelens steken in het hart van elke mens. Zij zijn verwoord in enkele psalmen. Wraak kan leiden tot geweld. En met vuur spelen is heel gevaarlijk. Elia kreeg het gedaan dat het vuur uit de hemel neerkwam op het altaar van de berg Karmel (1 Kon 18,38). Het vuur dat wij gebruiken bij oorlogen is heel verwoestend. Wij zien het sinds de inval in Oekraïne dag na dag op T.V. langs de beelden van verwoeste huizen en gebieden.

Jezus is tegen het geweld. Hij wees de twee broers op strenge toon terecht. Vrede zou moeten komen door gesprek en overleg en niet door wapens. Delicate vragen waar de vredesbeweging voor staat.

Kandidaat volgelingen

Op weg naar het andere dorp ontmoeten we drie sympathisanten van Jezus. Hun namen zijn niet bekend. Een van hen wordt door Jezus uitdrukkelijk gevraagd om hem te volgen. Of hij en de twee anderen Jezus effectief gevolgd zijn weten we niet. Behoren zij al of niet bij de 72 die door Jezus later op zijn tocht zullen uitgezonden worden (Lc. 10, 1-12)?

Wij vernemen alleszins de voorwaarden die Jezus stelt om hem te volgen. Deze zijn radicaal: voor Jezus kiezen en achter hem aangaan. Het gesprek van Jezus met deze drie personen en waarin hij de voorwaarden stelt om hem te volgen heeft ongetwijfeld de apostelen bevestigd in hun eigen roeping. Hij had de ‘twaalf’ kort voordien uitgezonden om het rijk Gods te verkondigen en genezingen te verrichten (Lc. 9,1-2). Nu hij optrekt naar Jeruzalem, worden zij uitgenodigd om nog inniger met hem verbonden te blijven. Zij onderscheiden zich aldus van hen, die enkel maar kwamen luisteren naar Jezus en allicht door zijn woord getroffen waren, maar hem niet verder vergezelden.

De twaalf gaan verder mee met Jezus op zijn weg. Zij behoren tot de kern van de nieuwe familie van Jezus. Zij zullen hem geleidelijk aan nog beter leren kennen, alsook zijn Vader (Lc. 10,21-24). In Jeruzalem zullen zij zelf geconfronteerd worden met het lijden van Jezus en erdoor sterk op de proef gesteld worden. Ja, het vraagt tijd eer ze zullen inzien dat de Messias dit alles moest lijden om zo in zijn glorie binnen te gaan (Lc. 24,26).

Voorwaarden

Paus Franciscus vindt in deze drie personages die Jezus op zijn weg door Samaria ontmoet, belangrijke trekken van een christen en van de kerk. (Angelusgebed op zondag 30 juni 2019). De eerste persoon krijgt de boodschap om niet te blijven zitten. Sta op en ga op tocht. Wees genereus en volg hem, de Mensenzoon, die geen vaste stek heeft om te wonen en te verblijven. De christen is een mens onderweg; een reiziger. De kerk is van nature uit in beweging. Niet sedentair. Zij is uitgenodigd om het evangelie op straat te brengen en het te brengen tot aan de periferie.

Het tweede personage krijgt te horen hoe dringend die opgave is. Ze duldt geen uitstel, ook al verdient de zorg om de te begraven vader alle aandacht.

De derde persoon moet weten dat een genomen beslissing moet uitgevoerd worden. Aarzel en schipper niet door achterom te zien. Sla de hand aan de ploeg.

Wie van de hand aan de ploeg slaat… Dit is meteen een van de vele spreekwoorden met een Bijbelse achtergrond. Ze brengt ons bij dit ander gezegde: Doe wel en zie niet om.

Reisgebed

Welk is ons reisgebed? Gerard Reve schreef dit gebed:

O God, Ik sta op het punt op reis te gaan.
Ik weet niet, of het misschien mijn laatste reis is.
Ik wil U liefhebben.
Ik hoop, dat ik onderweg niemand enig ongeluk of ander kwaad zal berokkenen.
Ik wil proberen niet, of veel minder, te drinken.
Ik sta voor U.
Ik weet, dat ik, of ik veilig zal aankomen,
dan wel onderweg verwonding, ziekte of dood zal vinden,
U altijd toebehoor.
Want in leven en sterven zijt Gij in mij en ben ik in U.
Ik ga nu weg.
Vaarwel, o God.

Gerard Reve, Verzamelde Gedichten, Amsterdam 1987

Voor onze tocht kunnen we ons laten leiden door de raad die Paulus gaf aan de Galaten: “Laat u door de Geest leiden en vervul de wet, vervat in dit ene gebod:

Bemin u naaste als uzelf.”

Het is de beste manier om achter Christus aan op te trekken.