De openlijke belijdenis van Petrus vormt een keerpunt in het evangelieverhaal. Lucas vertelt dat Jezus in eenzaamheid aan het bidden is. Dat doet Hij telkens op heel belangrijke momenten in zijn leven. Hij zal inderdaad cruciale vragen stellen aan zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben?' Uit de antwoorden blijkt dat men Hem voor een profeet houdt. Jezus geeft geen commentaar. Die vraag is maar een aanloopje naar wat Hij eigenlijk wil weten: ‘En jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?' Wat als een opiniepeiling leek te beginnen, wordt plotseling een heel persoonlijke vraag. Het antwoord zal niet vrijblijvend zijn. Wie op die vraag een persoonlijk antwoord geeft, wordt er zelf anders van. Hij is niet langer een neutrale verslaggever, maar een volgeling. De belijdenis is een bekentenis.
Petrus neemt het woord en noemt Jezus ‘de Messias van God'. Niet zomaar een prof eet dus, of een goeroe of een wijsgeer - al heeft Hij van dat alles wel wat. Maar als puntje bij paaltje komt, is er maar één Christus, één Gezalfde van God. Aan niemand anders geef je die naam. De verdienste van Petrus is dat hij als eerste die unieke naam aan Jezus durft te geven. In her evangelie van Matteüs wordt hij daarvoor gelukgewenst. Bij Lucas niet. Onmiddellijk blijkt hoe groot de gevolgen zijn van een dergelijk antwoord.
Wie over Jezus een en ander zegt, kan nadien vrijuit gaan. Wie tot Hem zegt ‘Gij zijt de Christus,' gaat niet langer vrijuit. Hij wordt er zelf anders van. In die zin is de belijdenis van Petrus te vergelijken met bijvoorbeeld een huwelijksbelofte: wie die uitspreekt, is niet langer ‘vrij-gezel', maar voortaan ‘in de echt verbonden'. Wie tot Jezus zegt: ‘Gij zijt de Christus,' is niet langer buitenstaander of toeschouwer, maar volgeling. Hoe sterk dit antwoord beslag legt op een mens, blijkt onmiddellijk uit Jezus' heel onverwachte reactie. Hij verbiedt hun nadrukkelijk dit aan iemand te zeggen. Nochtans, Hij is de Christus, en Hij is gekomen opdat alle mensen in zijn naam redding zouden vinden. Waarom moeten zijn leerlingen dat dan verzwijgen? Omdat de echte Gezalfde van God een heel andere weg zal gaan dan verwacht. Jezus voorspelt dat Hij zal moeten lijden en sterven. Pas als Hij zijn weg ten einde toe is gegaan, zal men Hem openlijk als de Christus mogen belijden. Maar zal men dat dan nog durven? Zal de aanstoot niet al te groot geworden zijn? Dat valt nog af te wachten. Wanneer dat kruis in zicht komt, zal Petrus Hem zelfs verloochenen...
En dat is nog niet alles. Wie Hem de Christus noemt, kan niet langer zijn eigen zelfgekozen weg gaan. Hij is geen toeschouwer meer, maar volgeling. Op zijn beurt moet hij zijn kruis opnemen, zichzelf verloochenen en de Heer volgen. Zozeer legt de Heer beslag op mensen.
Geen wonder dus dat Hij niet veel interesse vertoont voor wat men over Hem zegt. Hij zoekt mensen die zich tot Hem bekennen en met Hem meegaan.