Hij gaf hem aan zijn moeder terug

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Als je dit verhaal hoort van de opwekking van deze jongen dan komt bij velen misschien de vraag op: zou dat echt gebeurd zijn? Dat is bij ons vaak de eerste vraag: is het echt gebeurd? Dat is niet de vraag van een gelovige lezer want die stelt zich de vraag: wat wil de evangelist ons zeggen over Jezus? Wat de evangelist ons wil meedelen is niet op de eerste plaats het sensationele feit dat een dode levend werd. Daar hadden zijn eerste lezers ook niet de minste moeite mee. Welke boodschap zouden zij daar aan gehad hebben, te horen dat er een jongen uit de dood was opgewekt; die jongen zou toch weer gestorven zijn. Elke mens moet immers sterven, want de dood hoort bij het leven, ook Jezus is gestorven. De evangelist wil ons vertellen hoe Jezus staat tegenover mensen die wenen om hun dode. Heel de aandacht in dit verhaal gaat naar de rouwende moeder, niet naar haar dode zoon. Jezus is door medelijden bewogen voor de moeder, voor de levende, niet voor de dode jongen. Zulk een vrouw heeft behoefte aan menselijk meeleven en medelijden, niet de dode. Die vrouw was zonder enige hoop, zij had haar man reeds verloren en nu nog haar zoon, de enige die voor haar kon zorgen. Nu was ze helemaal zonder toekomst, want met haar zoon viel ook alle bestaanszekerheid weg. De weduwe is in de Schrift altijd het beeld van de meest beklagenswaardige en hulpeloze mens in de maatschappij. Wat Lucas ons duidelijk wil maken is dat Jezus een bijzondere zorg en aandacht heeft voor allen die lijden, die uitgestoten zijn en zonder toekomst moeten verder leven. Dit verhaal van de opwekking van die jongeling uit Naïn is een verhaal van geloof en hoop. Sinds de verrijzenis van Jezus heeft de dood zijn macht verloren. Jezus heeft de macht ontvangen om onvergankelijk leven te schenken aan alle mensen. Jezus ging het lijden van anderen niet uit de weg. Jezus zei tot de bedroefde moeder: schrei maar niet. In de mond van Jezus waren dit geen holle woorden, zoals wij die vaak uitspreken bij een sterfgeval, neen, Jezus gaf de jongen aan zijn moeder terug. Met deze symbolische daad wil Jezus duidelijk maken dat de dag zal komen, waarop Jezus ook ons zal aanraken en zal zeggen: sta op. En aan ieder die treurt om een lieve dode zegt Jezus: schrei maar niet. Want Hij zal onze lieve doden aan ons teruggeven. Eén zaak is duidelijk: God wil de dood niet, God wil leven. Wij zijn vaak zo kortzichtig dat wij de dood als het einde van het leven beschouwen. Voor een gelovige echter is de dood niet het laatste, de dood is een opnieuw geboren worden voor een eeuwig leven bij de Heer. Jezus heeft de lijkstoet tot stilstand gebracht en de dode aangeraakt: sta op. Elke dode komt bij Jezus tot opstanding. Als wij echt in Jezus geloven, dan hebben wij geen reden meer om te treuren zoals zij die geen hoop meer hebben. Voor ons is de dood geen einde. Lucas wil ons ook nog duidelijk maken dat waar mensen meeleven en meelijden met mensen in leed, er ongekende mogelijkheden open bloeien. Men kan als het ware mensen ten leven opwekken door hen nabij te zijn, en door hen te laten merken dat ze iets voor ons kunnen betekenen. Wij kunnen mensen tot nieuw leven wekken door hongerigen te voeden, gevangenen te bevrijden, vluchtelingen op te nemen, zieken te troosten en rechtelozen bij te staan. In één woord door te doen wat Jezus deed, door medelijden bewogen. Zo kan het wonder van de opwekking steeds weer opnieuw in ons midden geschieden.