Als de knecht in het centrum mag staan, staat de wereld op zijn kop. Dat is revolutionair. Dat is ongehoord. In het stuk dat wij vandaag van Lucas mogen lezen, gehoorzaamt iedereen aan iedereen. Het is een kringverhaal van mensen die allemaal gehoor geven aan elkaar. Iedereen is knecht van iedereen. Iedereen gelooft in iedereen. Niemand is dwarsligger in het verkeer. En toch steekt spanning in het verhaal. Het is meer dan zomaar brave taal over een hiërarchisch samenspel.
Die honderdman heeft me bijvoorbeeld altijd al geïntrigeerd. Hij is een echte militair. Hij geeft bevelen: ga, kom, doe. Hij bezit gezag, want de knechten vervoegen zijn drie werkwoorden in de tegenwoordige tijd. Ze doen wat hij hun opdraagt te doen. Dat vindt deze officier blijkbaar de logica zelf. Een makkelijk beroep, als je het mij vraagt. Met gedweeë knechten. Toch is hier meer aan de hand. Die militaire man is namelijk een rijke Romein. In hem ontmoet Jezus de keizer van Rome. Die ontmoeting gebeurt echter via joodse bemiddelaars. Via die joodse bemiddelaars buigt Rome het hoofd voor Jeruzalem. Die honderdman wil iets proeven van de genezende kracht van de God van Israël. Aan dat vermogen wil hij gehoorzamen. Welnu, gehoorzamen is in heel zijn filosofie voor hem geen probleem.
Toch gebeurt hier iets zeer merkwaardigs. De Romeinse honderdman verandert van kamp. Hij kiest voor een andere Heer. Hij wordt zelf een vragende knecht ter wille van zijn eigen knecht. Hij gehoorzaamt aan degene die aan hem gehoorzaamt. Hij noemt zijn knecht zelfs zijn jongen. Jammer dat onze vertaling deze kleine nuance heeft verdoezeld... Zolang de knecht bevelen ontvangt en ze uitvoert, is hij een knecht. Van zohaast hij echter ziek is, wordt hij een kind. De honderdman is een militair met een hart voor zijn dienaars. Geen hooghartig heerser, maar een groothartige vader.
De vraag die nu nog overblijft, is wat die honderdman in Jezus gezien heeft. Verwacht hij van Jezus dat Hij gehoorzaamt aan zijn vraag: doe dit en Jezus doet het? Als dat zo is, dan huurt hij Jézus in om zijn eigen militaire logica te dienen. Dan hoeft Jezus alleen maar machtig te zijn. Dan wordt de honderdman zijn gehoorzamende knecht. Dat zou dan zogezegd heel fraai zijn vanwege die honderdman. Maar zo is de logica van Jezus nu eenmaal niet. Hij is geen bevelhebber. Hij is geen heerser. Hij is per definitie een dienstknecht, een slaaf, een voetenwasser. Hij staat zelf in bevolen dienst. Hij gehoorzaamt. Hij gehoorzaamt aan een God die zich klein maakt voor iedere zieke knecht op aarde. Ook voor Hem is de zieke knecht zijn kind.
Dit zet alles op z'n kop. Jezus wordt hier een beeld van God die niet kan weerstaan aan de vraag van een overste die zijn knecht zijn jongen noemt. Zoiets maakt God teder. En God weerstaat nooit aan zijn eigen tederheid.
Intussen doen wij iets zeer merkwaardigs. Elke zondag vóór de communie bidden wij met een woord van deze heidense militair om Jezus te mogen ontvangen: 'Heer, ik ben niet waard dat Gij onder mijn dak komt.' Wat er allemaal gebeuren kan als Rome gehoorzaamt aan Jeruzalem.
Als mensen hun knecht hun kind noemen.