6e zondag door het jaar C - 2007

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 120 niet laden
Vertrouwen is een kostbaar iets in ons leven

Dat je mag vertrouwen op je partner, je liefste,

dat je mag vertrouwen op je ouders, je kinderen, je vrienden.

Vertrouwen vormt de basis van ons leven en werken.

Als dat vertrouwen wordt beschaamd,

dan doet dat niet alleen enorm pijn,

maar het sluit ook vaak de weg af naar een verdere toekomst.

Maar is dat een reden om zoals Jeremia te zeggen:

Vervloekt wie op een mens vertrouwt,

je bent een gezegend mens als je op God vertrouwt.

Is iedereen die op God vertrouwt een gezegend mens?

Velen weten uit eigen ervaring dat vertrouwen op God

niet direct een garantie is voor levensgeluk.

Veel mensen hebben in hun vertrouwen op God

diepe teleurstellingen moeten ervaren.

eigenlijk wil Jeremia zeggen:

Bouwen op mensen en je afkeren van God is geen goede weg,

Enkel op mensen vertrouwen en niet doordringen

tot het diepe wat mensen beweegt, leidt tot niets.

In het evangelie van deze zondag worden we op weg gezet.

De evangelist maakt ons duidelijk waar het Jezus om te doen is

wat Hem ter harte gaat als Hij in Gods naam optreedt.

Hij zet met korte krachtige uitspraken wegwijzers uit naar echt menselijk geluk.

En dat menselijk geluk hangt samen met vertrouwen op God.

In het Lucasevangelie spreek Jezus niet van op een berg

hij daalt af in de vlakte en spreekt tot de mensen op ooghoogte, als gelijk.

Hij spreekt hen rechtstreeks aan.

Gelukkig de armen onder jullie.

Gelukkig jullie hier voor mij die honger hebt en redenen om verdrietig te zijn.

Maar hij zag ook rijken zitten.

Geen gelukwensen voor hen! Hij kapittelde ze.

Wee jullie die rijk zijn en niet weten wat honger is.

Wee jullie die nu lachen. Het zal jullie slecht vergaan.

Wee jullie die rijk zijn, jullie handen zullen leeg worden.

Gelukkig jullie die arm zijn, aan jullie behoort Gods koninkrijk.

Waar de heerschappij van Gods rijk zich komt vestigen,

komt de wereld van armoede en rijkdom op zijn kop te staan.

Het gaat Jezus om de gerechtigheid.

Dat is voor Hem geen verre droom, Hij maakt het concreet/

Jezus wil rijken en armen tot gerechtigheid brengen.

Hij weet wat rijken zijn

en hij weet ook wat armen zijn.

Ze stonden daar vlak voor Hem, Hij zag ze in de ogen.

Hij kent de nood van de armen en de bekoring die uitgaat van de rijkdom.

De arme is vanouds een verworpenen, een mens die er niet bij hoort.

Hij staat buitenspel en is weerloos.

Hij riskeert uitgesloten te worden van wat God aan de mensen wil geven: gerechtigheid.

en dat mag niet, want dan is er geen Rijk Gods.

De rijken staan onder een grote bekoring.

Zij kunnen kiezen in het leven en hebben alternatieven.

Zij hebben de troeven in handen en kunne solo slim spelen

zodat de anderen alleen maar verder kunnen verliezen.

En dat klopt ook niet en zitten ze hopeloos in de fout.

De vloek die als vanzelfsprekend op de arme ligt

moet worden weggenomen.

En de zegen die als vanzelfsprekend op de rijke ligt

moet worden afgeschaft.

Dat is pas gerechtigheid.

Jezus’ oproep blijft klinken, ook vandaag nog,

zijn visioen blijft ons uitdagen.

Aan ons de vraag partij te kiezen voor zijn ideaal

een wereld naar Gods hart vol gerechtigheid,

waar echte toekomst in ligt,

als we ons vertrouwen in zijn woord omzetten in werkzame daden.

Amen

met dank aan tijdschrift verkondiging en preek van de week