(S)preekwijzer: Een nieuw begin... (2007)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 182 niet laden

Artikelindex

De nieuwe S/Preekwijzer is er!

Zinvol preken is voor elke voorganger in de Vlaamse kerken een regelmatige uitdaging. Zinvol preken – vanuit de bijbel en de actualiteit - over het intercultureel samenleven, de verdraagzaamheid en de migratie behoort tot de opdracht van de predikanten in de Vlaamse kerkcontext. KMS (Kerkwerk Multicultureel Samenleven) ondersteunt deze predikanten door de uitgave van een nieuwe S/Preekwijzer in intercultureel perspectief. Voor het nieuwe kerkelijk jaar dat aanvangt in het eerste weekend van december, bieden de auteurs in deze 'S/Preekwijzer editie C-jaar een bundel inspiratie en spiritualiteit om overtuigend te s/preken. Meer dan een naslagwerkje is deze tweede editie in een reeks van drie, een bron om ook in de kerk gelovigen te ondersteunen in hun zoektocht in deze nieuwe wereld van diversiteit. Het biedt wegen aan om in beweging te komen tegen de golven van discriminatie en racisme. Het is een pastorale sleutel voor kerkopbouw in intercultureel perspectief. “Deze S/Preekwijzer voor het liturgisch jaar C” leidt de lezer binnen in de wereld van Paulus en zijn wijze van omgaan met de diversiteit van zijn tijd (Peter Schmidt), de oefening in gastvrijheid van Lucas (Adelbert Denaux) en gaat heel concreet in op bijzondere passages uit de lezingen van de C-cyclus (Arseen De Kesel, Geert Dedecker, Lianne De Oude).

De S/Preekwijzer kost 8 euro en kan besteld worden bij KMS op het nummer 02/5021128 en bestellingen@kms.be

We lezen deze zondag eerst even het begin van het Lucasevangelie: het voorwoord en de opdracht van het boek aan een zekere Teófilus. Vanuit dat voorwoord stappen de samenstellers van het liturgisch leesrooster meteen naar het vierde hoofdstuk over, waar Lucas Jezus in de synagoge van Nazareth zijn visie en programma laat ontvouwen. De tussenliggende verhalen (Jezus’ geboorte, zijn besnijdenis op de achtste dag, de opdracht in de tempel, en zijn verblijf als twaalfjarige onder de tempelgeleerden) kwamen eerder in het kerkelijk jaar aan de orde. Nu maakt de volwassen geworden Zoon van de Wet met een beginselverklaring in de synagoge van zijn eigen geboortedorp zijn debuut op het publieke forum. Overigens horen we vandaag maar een stukje uit deze passage. De rest wordt komende week voorgelezen…

Situering van de tekst

  • ‘In die tijd keerde Jezus in de kracht van de Geest uit de woestijn terug naar Galilea’, zo begint onze tekst (Lc 4,14). De evangelist wil ons daarmee eerst en vooral meegegeven dat Hij zojuist (ook al geleid door de Geest!) veertig dagen lang in de woestijn is geweest.
    In die woestijn heeft Hij geworsteld met zijn roeping. Zijn betrokkenheid, zijn engagement was daar door de duivel, de dia-bolos, de uitééntrekker, in de leegte en de verlatenheid reeds op de proef is gesteld. Daar had Hij zijn definitieve keuze reedsgemaakt.. Toen dat moeilijkste gevecht van zijn leven voorbij was, keerde Hij terug naar zijn geboortestreek, om daar een ‘nieuw begin’ te maken. De geestkracht van die ‘veertigdagentijd’ la Hem nu niet meer verlaten, maar Hem aansporen tot verdergaan, om zijn levensprogramma (letterlijk: wat de Geest hem ‘voorgeschreven’ had) ook uit te voeren.
  • Lucas houdt er van Jezus’ doen en laten te beschrijven als gedragen door en aangeblazen door Gods Geest. Reeds bij het prille begin (dat wil zeggen: in beginsel!) van zijn leven is het de Heilige Geest, de ‘kracht van de Allerhoogste’ die Maria overschaduwt (Lc 1,35). Als Hij wordt gedoopt, daalt diezelfde Geest op Hem neer,in de gedaante van een duif (Lc 3,21v). De Geest zorgt in elk geval voor continuïteit in zijn levensloop, zo blijkt. Hij is een uitstekende ‘geestelijke begeleider’ voor deze Mens met roeping.
    De Geest is volgens Lucas ook altijd met zeer concrete mensen bezig: met Maria en Jezus. En vooral zet die Geest hen ook aan om te werken aan zeer concrete en materiële zaken als gevangenen verlossen, een genadejaar realiseren enz…In elk geval helemaal anders dan men die Geest soms voorstelt, als iets zeer vluchtigs, zweverig, weinig grijpbaar en concreet…
  • Het is sabbat in de synagoge van Nazareth. We maken kennis met het gebruik om de lezing uit de Profeten, de ‘Haftara’ die volgt op de Toralezing, te laten doen door iemand van de aanwezigen – een leek. Wij zouden zeggen dat er op dat moment iemand als ‘lector’ wordt opgevorderd. Iedere volwassen man kon daarvoor in de Joodse synagoge gevraagd worden, want na zijn ‘Bar Mitswa’ heeft iedereen daartoe de bevoegdheid. Het voorlezen gebeurt met een zekere plechtigheid. De boekrol wordt aangereikt (door een dienaar) en de lezer zoekt de passage op die volgens het leesrooster van de synagoge aan de beurt is.
  • Dan wordt het heel spannend. Welke tekst gaat de zoon van de timmerman voorlezen? ‘Ze reikten hem de boekrol van de profeet Jesaja aan. Hij opende de rol en vond de plaats waar geschreven stond…’ (Lc 4,17). De onvoltooid verleden tijd van het Griekse werkwoord voor ‘vinden’ laat zien dat er in feite door Lucas bedoeld wordt : ‘Hij zocht die plaats’. Jezus lijkt de passage uit Jesaja 61 zelf op te zoeken. Het kan geen toeval zijn dat Hij in zijn zoeken bij deze passage uit kwam, lijkt Lucas te suggereren. Hij wist maar al te goed welke tekst Hij op dat moment wilde voorlezen, omdat Hij er zo vertrouwd mee was sinds zijn verblijf in de woestijn. Alleen moest Hij in de rol die hem werd aangereikt en die Hij niet gewoon was te hanteren, even naar zijn lievelingstekst op zoek gaan…
    Het is merkwaardig en uiterst betekenisvol dat Jezus – dertig jaar was Hij, in de volle bloei van zijn leven - voor dat eerste publieke optreden precies dàt stuk van de Schrift heeft uitgekozen om als de samenvatting van zijn roeping en de zinvan zijn leven aan zijn dorpsgenoten te presenteren.
    Blijkbaar had Hij vooral met dat visioen uit Jesaja 61 geworsteld, die veertig dagen lang in de woestijn. Blijkbaar was het dàt wat de duivel Hem absoluut wilde proberen af te pakken en in stukken had proberen te trekken. Maar sinds Hij dat gevecht met die ‘middelpuntvliedende krachten’ gewonnen had op zichzelf en de duivel, woonde dat visioen van gerechtigheid en vrede nu ergens voorgoed in zijn hart en in zijn geweten. Voortaan wist Hij zich geroepen, gezalfd en gezonden om eerst en vooral aan de armen het goede nieuws, het evangelie van bevrijding te brengen…
  • Het is een opwekkend visioen, dat fragment uit Jesaja 61, en Hij leest het stralend-naïef voor aan zijn dorpsgenoten. Er komt goed nieuws aan voor de armen, zegt Hij; bevrijding voor de gevangenen, licht in de ogen van hen die geen uitzicht meer hebben, recht en menswaardigheid voor al wie onderdrukt is. Dit is pas écht evangelie voor kleine mensen, blijde boodschap in zeer geconcentreerde vorm! En dit visioen loopt uit op een genadejaar van de Heer, waarin alle scheefgegroeide maatschappelijke verhoudingen weer zullen worden rechtgetrokken en iedereen weer van voor af aan zal kunnen beginnen…
  • Na de voorlezing uit de Profeten volgt altijd een toespraak (preek) waarin de gelezen teksten worden toegelicht en geactualiseerd. Normaal werd iemand daarvoor gevraagd door het hoofd van de synagoge. Maar hier kijkt iedereen verbaasd op als de zoon van de timmerman het woord niet afgeeft aan een ander. Iedereen is zelfs benieuwd wat deze jonge kerel zo dringend aan de wereld te zeggen heeft.
  • ‘Hij stond op om voor te lezen…’, staat er ook nog (Lc 4,16). Met – nadrukkelijk - het verrijzenis-werkwoord ‘opstaan’. Hij is zijn weg dus begonnen als een ‘opstandig’ man, zegt Lucas. Oprecht en rechtop. Hij was van meet af aan op zijn paasbest, een échte verrijzenismens. Zo was Hij in begin-sel, en zo is Hij zijn hele leven gebleven: consequent opstandig tegen alle vormen van onrecht en dood, tegen alle uitsluitingsmechanismen en alles wat mensen klein houdt. Deze consequente levenshouding is op Pasen door zijn God bekrachtigd in zijn verrijzenis: ‘Hij is niet hier. Hij is uit de dood opgestaan’ (Lc. 24,6). Zo raken begin en einde van zijn levensverhaal elkaar bij Lucas, en maken dat verhaal tot een opstandingsgebeuren van A tot Z…
  • De schriftuitleg die Jezus daarop geeft, verleent aan de woorden van Jesaja het karakter van een ultimatum. ‘Het schriftwoord dat gij zojuist gehoord hebt is thans in vervulling gegaan…’ (Lc 4, 21). ‘Vandaag, heden’ is een themawoord in Lucas. Dat moèt wel betekenen: van nu af aan wil Ik leven vanuit dit visioen van gerechtigheid en bevrijding – en Ik roep jullie allen op om hetzelfde te doen. Van nu af aan zijn deze woorden van kracht voor jullie en voor Mij als enige mogelijke levensweg.
    De toehoorders in de synagoge weten het weer, wat laatste waarheid is in de geschiedenis van God met de mensen. Zij horen dat bevrijding en gerechtigheid zullen geschieden. Hiermee zet Lucas de toon van al wat volgt. De timmermanszoon uit Nazareth roept het Koninkrijk van God uit; Hij proclameert een nieuw begin dat een aanvang neemt.
  • Lucas is bij uitstek de evangelist die de verkondiging van Jezus plaatst in de politieke en maatschappelijke constellatie van zijn tijd. Hij richt zijn boodschap tot christenen uit een gemeente ergens in het Romeinse wereldrijk. Vooral de positie van de armen gaat hem daarbij ter harte. Geen van de vier evangelisten voert zo’n drastisch pleidooi voor de rechten van de armen als hij. Zijn evangelie is het grote bericht over de kloof tussen arm en rijk, en hoe die door de gewinzucht van de rijken in stand gehouden wordt. Hem staat een christelijke gemeenschap voor ogen waarin de tegenstelling tussen rijk en arm is opgeheven. De toon van dit pleidooi voor meer gelijk(waardig)heid en minder uitsluiting wordt in het begin(sel) reeds gezet in het Magnificat: ‘Hij haalt de tirannen neer van hun tronen, en tilt de vernederden op. Hongerlijders overlaadt hij met gaven; de rijken stuurt hij heen met lege handen…’ (Lc 1,52-53). Hèt model van hoe een christelijke gemeente zou kunnen zijn tekent hij later dan uit in de (geïdealiseerde!) beschrijving van de eerste gemeente in Jeruzalem ‘…waar men alles gemeenschappelijk had. En er was geen enkele noodlijdende onder hen…’(Hand 2 en 4)
  • Het is belangrijk te beseffen dat de officiële Romeinse liturgie voor een priesterwijding uitgerekend deze tekst uit Lucas 4,14-21 voorschrijft. Zo wordt vanouds als het ware dit visioen van alles omgekeerd aan elke nieuw gewijde priester, aan elke ‘geest-elijke’ opgelegd als het programma dat hij moet vervullen, om nooit te vergeten wat hem te doen staat.
    Allen die in Naam van Jezus van Nazareth willen spreken, allen die van Hem willen getuigen hebben altijd weer deze droom te vervullen, wil de traditie van de Kerk ons daarmee zeggen. De waarachtigheid van elk christelijk getuigenis moet worden afgemeten aan deze woorden, aan deze visie en het al of niet concreet maken er van: of daar ‘nu’ iets van terecht komt en er een concreet nieuw begin wordt mee gemaakt… Zo concreet is dat, zegt Lucas. Zo simpel is het, om te weten of je als gezalfde en gewijde bedienaar, als leerling van Jezus én als Kerkgemeenschap goed bezig bent, gedreven door de Geest die Hem bezielde…