Thomas Merton (1915-1968) was monnik van de abdij Gethsemane (Kentucky/USA). Hij was een mysticus. Al heeft hij veel geschreven, toch waarschuwde hij voor woorden. Hij hield van beelden, vooral van iconen. Hij ontdekte die als jonge man tijdens een reis naar Rome bij zijn bezoeken aan kerken. Hij was gefascineerd door de Byzantijnse mozaïeken. Zij zetten hem op weg naar Christus. Hij schreef daarover: “Voor de eerste maal in mijn ganse leven begon ik iets te beseffen van deze persoon, die men Christus noemt. Het is de Christus van de Apocalyps, de Christus van de martelaren, de Christus van de kerkvaders. Het is de Christus van Sint Jan en van sint Paulus, en van het heilige Augustinus en van de heilige Hieronymus en van alle kerkvaders en van de monniken uit de woestijn. Het is Christus God, het is Christus Koning.”
Op deze laatste zondag van het kerkelijk jaar, op het feest van Christus koning van het Heelal, past het naar zo een icoon aandachtig te kijken. Er zijn iconen waar Christus uitgebeeld wordt als de Pantocrator, Hij die het al vervult, de Albeheerser. Hij houdt het boek van het leven in de hand. Hij werd ook uitgebeeld in mozaïeken in de apsis en de koepel van kerken. Deze mozaïeken, iconen en afbeeldingen brengen ons in aanwezigheid van Christus. Zij stellen ons de vraag: Wie ben ik voor u? Welke plaats heb ik in uw leven?
Deze mozaïeken en iconen roepen op wat Paulus bezingt in een hymne over Christus, die het beeld is van de onzichtbare God. “Het heelal is geschapen door Hem en voor Hem” (Kol. 1, 12-20). Paulus verwijst wellicht naar een hymne die bij de christenen bekend was en waarin zij hun geloof in Jezus uitdrukten.
Een zelfde boodschap en een kreet van vreugde is opgenomen door de ziener op Patmos in de Apocalyps: “Jezus Christus, de getrouwe getuigen, de vorst van de koningen der aarde. Hij die is de Alfa en de Omega, Hij die is en die was en die komt, de Albeheerser “(Apok. 1,5-8).
Het lijken duizelingwekkende woorden, geschreven in de eerste eeuw, ver weg van Rome aan de rand van het Romeinse rijk. Zij drukken het gezag uit van Jezus. Hij is de enige Heer, verbonden met de Vader en verbonden met de schepping.
Denken en handelen vanuit Christus
Paulus en Johannes, het Nieuwe Testament, gans de bijbel nodigen de mens uit om vanuit Christus te denken. Jezus is geen abstract begrip, maar heeft als mens in deze wereld geleefd. Hij trad op met gezag, maar niet met macht. Hij had door zijn woord en zijn daden veel mensen geraakt. En toch is de kruisdood het einde van zijn leven. Een koning op het kruis, alweer een van de grote paradoxen van het christendom. Het verrast wellicht op het feest van Christus Koning op de Calvarieberg te komen, waar hij sterft aan het kruis.
Een koning regeert van op het kruis. Regnavit a ligno Deus (Uit de oude hymne van het Vexilla regis).
Wat David in zijn vrome lied
voorspeld heeft, dat is nu geschied.
Hij heeft de volkeren geleerd
dat God vanaf het hout regeert.
Op deze laatste zondag van het kerkelijk jaar vieren we in de katholieke kerk het feest van Christus Koning van het heelal. Dit feest wordt ook gevierd in de anglicaanse kerk. Er is het tikkeltje heimwee naar de tijd, toen we zongen:
“Koning van de zielen die U minnen, Hosanna
Koning van de Christen huisgezinnen, Hosanna
Jezus opperkoning van de maatschappij
U aanbidden wij.”
Wij laten ons vooral aanspreken door de formidabele visie over Jezus in de brief aan de Colossenzen en wij kijken nadien op naar een man, stervend op een kruis en wenden ons tot Hem.
In de Bijbel wordt God als koning begroet. In het Gloria-gebed eren we de “Heer God, hemelse koning, God, Almachtige Vader.” Wanneer de stammen van Israël een koning wensen, lijkt daarvoor een terughoudendheid te bestaan. Zo bijster goed zijn de Joden niet geweest met hun koningen. Geen enkel is een onberispelijk voorbeeld. Zelfs de grote koningen zoals David en Salomon, schieten te kort en begaan fouten. Het volk verwacht een Messias, die zal komen uit het huis van David.
Jezus was in het kindsheidsevangelie als afstammeling van David aangekondigd (Lc. 1,32-33). Op het kruis werd Jezus bespot en uitgelachen. Dat hij koning zou zijn, werd in twijfel getrokken. Daar werd hij door de ene bespot en wordt hij door een berouwvolle moordenaar erkend als de man die in het koninkrijk binnengaat. Deze bidt tot de gekruisigde Jezus en zegt: “Jezus, denk aan mij wanneer je in uw koninkrijk gekomen zijt.” En Jezus verhoorde het gebed van deze man en zei: “Voorwaar, ik zeg u: vandaag nog zult gij met Mij in het paradijs zijn.”
“Van alle mensen in het evangelie is de goede moordenaar diegene die ik het meest benijd”, schreef Simone Weil (1909-19 43). ““Ce que j’appelle bon port, vous le savez, c’est la croix. S’il ne peut m’être donné un jour de mériter avoir part à celle du Christ, au moins celle du bon larron. De tous les êtres autres que le Christ dont il est question dans l’Évangile, le bon larron est de loin celui que j’envie davantage. Avoir été aux côtés du Christ et dans le même état pendant la crucifixion me parait un privilège beaucoup plus enviable que d’être à sa droite dans sa gloire. »
Deze belofte en dit woord van zijn koningschap behoort tot de zeven kruiswoorden. Deze zijn door componisten verklankt en vereeuwigd.
(In een tijd, waar zogezegd alles mag en kan en waar respect zoek is, wordt het beeld van de man op het kruis misbruikt. Zo kwam het o.a. over in een reclamespot voor de uitzending Goplay/Play 4 van de Slimste mens 2022. Het laat Jezus vloeken omdat Hij niet kan winnen in dit spel van de slimste mens).
Jezus is groot op het kruis omdat Hij vergeving schenkt aan wie er om bidt en hen opneemt in zijn rijk.
Het idee van het koningschap en de taak van koningen ligt minder goed in deze tijd. Hun aantal is sterk verminderd, alsook hun invloed.
Door Christus centraal te stellen, bevragen we meteen al het anderen Door Hem in het centrum te plaatsen, worden koningen, gezagsdragers, instellingen en allerlei machten gerelativeerd. Niemand op aarde mag zich als absolute meester opstellen. Maar er zijn veel koninkrijken en centra van macht, elk uit op invloed. Ze veroorzaken onenigheid en verdeeldheid en verhinderen de groei naar een wereld van solidariteit en gerechtigheid.
Van wie aan Christus toebehoren, wordt verwacht dat zij meewerken met Hem en bijdragen aan een koninkrijk van waarheid, heiligheid en liefde, recht en gerechtigheid, een koninkrijk van vrede (Prefatie van het feest van Christus Koning).
Dit jaar was het 75 jaar geleden dat de Zwitserse kluizenaar Nicolaus von Flüe (1417-1487) heilig werd verklaard. Broeder Klaus heeft een zeer eenvoudig gebed nagelaten. Het is opgenomen in de Katechismus van de Katholieke Kerk:
Mein Herr und mein Gott, nimm alles von mir, was mich hindert zu dir.
Mein Herr und mein Gott, gib alles mir, was mich führet zu dir.
Mein Herr und mein Gott, nimm mich mir und gib mich ganz zu eigen dir.
Heer, mijn God, verwijder alles wat mij verwijdert van U.
Geef mij alles wat mij dichter brengt bij U.
Neem mijn hele zelf en geef mij aan U.