God ervaren

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Misschien klinkt het een beetje vreemd: wij, die schijnbaar alles hebben, ons ontbreekt niets meer en niets minder dan God. Eerst als God een plaats krijgt in ons leven, kunnen wij de echte geborgenheid vinden, kunnen wij liefdevol spreken over de dingen, over anderen en over onszelf. Wij beamen het niet zo graag wat Augustinus, na zijn zwerftocht door het leven, schreef: "Gij hebt ons geschapen naar U en onrustig blijft ons hart totdat het rust in U." Vroeg of laat zullen wij ook tot deze ervaring komen. De mens die naar waarheid speurt, zoekt onbewust naar God, de volmaakte schoonheid, en ieder die zijn handen uitstrekt naar een beetje liefde en vrede hunkert naar God, die zelf de liefde is en de bron van alle vrede. Wij, mensen zoeken altijd naar meer, naar iets dat blijft, dat eeuwig is. Alleen God kan ons dat geven. In het diepste van elk mensenhart sluimert, als vonken onder de as, dit heimwee naar God.

Mensen zeggen gemakkelijk dat ze niet geloven. Wat willen ze daarmee eigenlijk zeggen? Meestal verzetten ze zich tegen een God die door mensenhanden is gemaakt, tegen een beeld van God dat zij vanuit de traditie hebben meegekregen. Mensen spreken veel te gemakkelijk over God en over zijn doen en laten. Men mag daar met recht tegen protesteren. Wie zijn wij, kleine mensen, dat wij over God kunnen spreken? Wie kent Gods plannen of wie is zijn raadsman geweest? Wie echt over God wil spreken zwijgt, want elk woord schiet te kort. God laat zich niet in mensenwoorden vangen. Laten wij ook niet proberen om te bewijzen dat God bestaat. God is geen God van theologen of filosofen. Wij kennen God niet op het zeggen van mensen. Huub Oosterhuis drukt het heel mooi uit: "Gij zijt in alles diep verscholen, in al wat leeft en zich ontvouwt; maar wij vermoeden en geloven dat Gij ons draagt, dat Gij ons dient." God is onzichtbaar voor onze ogen, wij kunnen Hem alleen vermoeden in al wat leeft. Alleen door ervaring kunnen wij zeggen: ‘mijn' God, omdat Hij mijn Redder is geworden.

De ervaring die wij van God hebben kunnen wij niet bewijzen, zoals iemand die het geliefd zijn ervaren heeft ook niet kan beschrijven wat liefde is. Liefde en vriendschap kunnen wij niet veroveren, zij kunnen ons alleen als geschenk gegeven worden. Zo ook wordt ons de ervaring van de levende God geschonken. Liefde wordt pas liefde als men zich daar voor openstelt. Zo kunnen wij ons ook openstellen voor de Godservaring; wij kunnen uitzien naar God. De Bijbel leert ons hoe mensen steeds weer gezocht hebben naar het aanschijn van God. "Zoals een hert verlangt naar levend water, zo zoekt mijn ziel naar U, mijn God", "Toon ons, Heer, uw aanschijn opdat wij kunnen leven". En God geeft ons dezelfde belofte die Hij deed aan zijn volk: "Roep tot Mij en Ik zal u antwoord geven." Een godservaring wordt men zich gewoonlijk bewust als men in het leven achteromkijkt. God ziet men niet van aangezicht tot aangezicht, men ervaart God alleen als Hij aan ons is voorbijgegaan. In de bijbel is zo'n godservaring wonderbaar beschreven. Mozes vroeg aan God: "Laat mij toch uw heerlijkheid zien." God gaf hem ten antwoord: "Mijn gelaat kunt gij niet zien, want geen mens kan mijn gelaat zien en in leven blijven. Kom op de rots staan. Wanneer mijn heerlijkheid voorbijgaat zal Ik u in de rotsholte laten schuilen en als Ik voorbijga zal Ik u met mijn hand beschermen en kunt gij Mij van achteren zien." Of, zoals bij de leerlingen van Emmaüs: ‘toen Hij uit hun gezicht verdwenen was gingen hun ogen open'. Ik dacht dat ik dit alles wel eens zeggen mocht op de feestdag van de Allerheiligste Drie-eenheid.