Laten we de hoop niet varen

Eigenlijk hou ik wel van deze periode.
De natuur ligt er prachtig bij. Een streepje zon kleurt de bomen goudgeel of roodbrons. De kastanjes en de afgevallen bladeren maken een veelkleurig tapijt op de grond.
Er zijn schitterende bloemen die het enkel in deze periode doen. Zelfs jachttaferelen misstaan niet in dit schilderij.

Maar, er zijn zo van die momenten dat het streepje zon mankeert en het is zo donker is dat je eigenlijk niets van dit alles ziet.
De laatste dagen hebben we zeker geen zon gezien...

Naar het einde van het kerkelijk jaar krijgen we altijd lezingen uit de bijbel die eerder angstaanjagend zijn, waar de zon ook zoek is.
Van die lezingen zullen we wel niet wakker liggen, maar het is toch de moeite waard om te gaan zoeken welke boodschap hier achter steekt.

Zo zien we deze week de 11-11-11 actie.
Pessimisten zouden kunnen zeggen : "Hoe kan een actie als 11-11-11 heel Afrika een stapje sneller doen gaan?"
Natuurlijk kan dit niet maar het is een teken, er is een beweging, er is iets op gang.

Zo bouwde in Barcelona ene Gaudi meer dan 50 jaar van zijn leven aan een kerk.
Pessimisten of doemdenkers zouden zeggen, dat komt nooit goed, dat bouwwerk geraakt nooit af. Toch zagen we deze week geen afgebroken tempel maar een tempel die opgebouwd werd.
Na de dood van Gaudi hebben anderen het overgenomen en vorige week werd de Sagrada Familia ingezegend door de paus. Hoe zo'n werk van 1 man kan groeien.

In de eerste lezing klinkt de profeet Maleachi zowel dreigend als troostend: hoogmoedigen en boosdoeners zullen branden als stoppels na de oogst, maar zij die geloven zullen gerechtigheid en genezing ondervinden, zegt hij.
In het evangelie gaat Jezus niet in op het oordeel, Hij heeft het vooral over wat zich tussen nu en de eindtijd zal afspelen.

En dat klinkt soms heel pessimistisch en - spijtig genoeg - ook heel realistisch, en wat maken we niet allemaal mee?
Wat gebeurt er niet in onze omgeving, in ons land, in de wereld.
Maar ook op een andere manier is het voor ons, christenen, een donkere periode. Wij leven sinds zowat een jaar met een dof gevoel van ellende, van ontgoocheling, van moedeloosheid ook.

Misschien voelen we ons als de apostelen die met hun boot in een storm terechtkwamen, terwijl Jezus languit lag te slapen. Tot ze vol ontreddering schreeuwden: Heer, red ons, wij vergaan.

Ja, zo voelen wij ons misschien.
Want onze Kerk zit inderdaad in het oog van de storm door een eindeloze reeks schandalen, en tegelijk verkondigt de aartsbisschop een aantal zaken die de media en met hen het hele land op stang jagen.
Andere bisschoppen nemen openlijk afstand van hem, en zijn eigen woordvoerder slaat met veel gedruis de deur achter zich dicht.

En wij, kleine gelovigen, wij staan erbij en kijken ernaar, en misschien vragen we ons af: is dit dan de Kerk van Christus? Die schandalen, die hardheid, die openlijke twisten? En misschien roepen ook wij: Heer, red ons, wij vergaan.
En als we zo bezig zijn, zo bidden om redding, dan zijn we toch goed bezig, want met welke miserie of ellende we ook te maken krijgen, we moeten ons telkens weer opkrikken.
We moeten ons opnieuw moed inspreken en zelfs tot Jezus richten en ons afvragen: Hoe pakte Hij het aan?

Hoe ging Hij om met zijn medemensen, en met twist en tweedracht.
Hoe stond Hij in zijn tijd?
En dan zien we dat Hij melaatsen genas, duivels van tweedracht uitdreef, een overspelige vrouw van de dood redde, een tollenaar als apostel riep, en een andere tollenaar uit de boom riep.

We zien ook dat Hij een zondige vrouw, die zijn voeten balsemde, met barmhartigheid omringde, dat Hij blinden en lammen genas, en kinderen zegende.
We horen Hem verhalen vertellen over de barmhartige Samaritaan, de verloren zoon en de liefdevolle vader, de goede herder en de zaaier die niet opgeeft, en het kleine zaadje dat uitgroeit tot een machtige boom.

Kortom, we zien en horen bij Jezus enkel en alleen woorden en daden van liefde, van troost, van hoop, van barmhartigheid.
Hij bracht vreugde aan armen, zieken, en Hij bracht licht aan hen die op een of andere manier de weg waren kwijtgeraakt. Geen oordeel of veroordeling, alleen maar liefde en vriendschap en hoop.
Maar tegen één soort mensen ging Hij heftig tekeer, namelijk de schriftgeleerden en de farizeeën.
Hij verweet hun dat ze de mensen met veel te veel wetten en verboden om de oren sloegen en zichzelf tot enige rechtgelovigen uitriepen. En Hij schold hen ongezouten de huid vol, noemde hen huichelaars en witgekalkte graven en meer van dat fraais.

Beste vrienden, laten we de hoop niet varen, maar troost, kracht en inspiratie zoeken in de woorden en daden van die Man om wie we hier bijeen zijn gekomen.
En laten we in de doffe ellende waarin we ons bevinden, vooral luisteren naar het einde van het evangelie dat we zojuist hoorden, het evangelie waarin Jezus al die vreselijke en al die herkenbare dingen opsomt.
Maar hoe vreselijk en herkenbaar ze ook klinken, ze zijn niet de kern van de boodschap. Die kern is wél wat Jezus belooft: ‘In welke ellende je je ook bevindt, Ik zal bij je zijn', zegt Hij, ‘en Ik zal je bijstaan.

Laten we dus vol vertrouwen bidden, voor onszelf en voor Zijn Kerk : Heer, red ons, wij vergaan. Amen.