Dromen over de hemel (2007)

Weet U nog de plaatjes van vroeger uit de communieboeken en dan kijk ik vooral de ouderen aan. Daar kwam je afbeeldingen tegen van de hemel. Door een grote wolk heen zag je helemaal onderaan een groot vuur en door dat vuur heen zag je kinderen en volwassenen lopen . Ze hadden een zwart hart en een soort van gevangenispakjes aan. Daar net boven zag je het vagevuur. Je zag er mensen geknield heel vurig bidden. Ik weet nog dat op dat plaatje een kindje omhoog keek, maar een man in een wat donkerder pak keek naar beneden naar waar de hel was. Die lijkt er niet zo goed vanaf te komen. Bovenaan op de tekening scheen er een helder licht. God zelf werd afgebeeld op een troon; een man met een lange baard en daaromheen gelukzalige mensen in witte kleren. Misschien dat U niet precies dit plaatje heeft gezien, maar zeker toch wel een vergelijkbaar plaatje, dat dezelfde sfeer en hetzelfde beeld van het hiernamaals schetst.
Heel anders is het beeld van Abbi die afscheid nam van haar oma nog niet zo lang geleden in onze kerk. Zij schreef in een gedicht, dat oma als een sterretje haar altijd nabij zou blijven. Dan is de hemel ver weg, maar ook heel dichtbij. Amber en Kai ook 2 kinderen in onze geloofsgemeenschap schrijven over hun opa dat Hij mag weten dat hij altijd in hun gedachten zal blijven. Ze voelen en weten dat opa er nog is, dat hij nog iets van hen kan weten, dat hij op een of andere manier heel dichtbij blijft. Ze zeggen ook dat ze hem nooit zullen vergeten. Heel lief. Heel mooi en een prachtig beeld van hoe het daar zou kunnen zijn.
In het evangelie laten de Saduceeën aan Jezus weten dat zijn niet in een leven na de dood, in een opstanding geloven en ze lokken hem uit de tijd met allerlei redeneringen. Jezus gaat er niet op in en zegt alleen dat God een God van levenden is en niet van doden. Ook Jezus die door God zelf gezonden is, één met god zelf is, zeggen we in onze geloofsbelijdenis, is ook helemaal mens en kan ook niet precies zeggen hoe het daar zal zijn. Hij heeft het niet over een plaats, over een tijd over hel of vagevuur of wat dan ook. Hij heeft het over God zelf die niet te vangen is in een beeld, die niet af te beelden is als een man met een lange baard en een stok, die als een grote tovenaar ergens boven op een troon zit. Nooit heeft Jezus zich zo over God uitgelaten. Wel zegt Hij vandaag. Hij is een God van levenden en de doden worden opgewekt. Hij heeft het Mozes al te verstaan gegeven in het verhaal van de doornstruik. Voor God leven ze allemaal. Verder blijft de dood de opstanding de verrijzenis een groot geheim, waar we alleen maar over kunnen dromen in menselijke beelden. Een mooi gedicht echt van deze tijd zegt het zo:
Ik droom voor jou de hemel
en alles wat hier mooi is
zul je daar zeker vinden.
Met nog meer glans en nog meer kleuren,
nog meer warmte en nog meer geuren
en de sterren doven niet
Bloemen zullen niet verwelken
en de zon zal niet verdwijnen
Alles zingt een zonnelied

Gras zal zachter nog dan zacht zijn.
Winden komen je wiegen,
engelen komen je behoeden
en de deur van pijn en angsten
gaat voorgoed achter je dicht.
Elke voetstap doet je dansen.
Je zult licht zijn, vederlicht.
In mijn droom zal ik je terugzien

Natuurlijk mag je blijven dromen over hoe het daar zal zijn en elke tijd, elke mens zal zijn beeld hebben en blijven houden. Maar uiteindelijk blijft het een groot geheim, waarvan we niets anders kunnen zeggen dat Jezus ons voorhoudt dat God een God van levenden is en niet van doden.