Zondag van het huwelijk

Wellicht heeft u het ook gelezen: Heimwee naar de donderpreek. Dominees worstelen met de zondagse preek. Hoe spreek je de kerkganger aan die steeds vaker - in dit geval de protestantse kerken - wegblijft?  Twee docenten homiletiek (het leren preken)  onderzochten preken en kwamen tot het vermoeden dat dominees een stevige toon vrezen, omdat het zou overkomen als een moralistische zedenpreek. Anno 21e eeuw not done!!

Met het lezen van onze zondagse motto voor vandaag:  zondag van het huwelijk,  denk ik dat de kerk er in het verleden geen moeite mee gehad zal hebben het dan vigerende huwelijk heftig te duiden, uiteraard afgezet tegen de vermeende invulling vanuit het Oude en Nieuwe Testament. Een flink moralistische saus zal menig predikant in het verleden een stevige onderlaag hebben bezorgd.

Zou de preek van de zondag dan meer moeten voortkomen uit een vorm van woede, zo werd gesteld?  Woede kan immers je bloed flink laten stromen en tot ( hopelijk goede) daden inspireren? In Volzin, het vaktijdschrift voor de moderne theoloog, stond een uitgebreid artikel over de bijna 80 jarige Huub Oosterhuis. U weet wel, de door zijn eigen kerk verguisde priester en dichter.  In zijn laatst verschenen boekje  ‘Red hen die geen verweer hebben’ fulmineert hij tegen de cultuur van groter, beter en meer ten koste van anderen. De door hem geïnterpreteerde woorden neo-liberalisme en casino- kapitalisme spreekt hij met verachting uit. Teleurgesteld als hij is over  de tweedeling in de maatschappij en de systematische graaicultuur, voor Oosterhuis de mammon van onze tijd.

Zouden deze statements dan de bedoelde moralistische zedenpreek zijn waarvoor de predikantenangst zou zijn en de basis vorm zou moeten zijn voor een homilie, een pastorale invulling, voor de zondag? Voor Oosterhuis is dat geen vraag. Hij vreest zijn statements niet. Ik denk zelf dat daar  in de praktijk van ‘ geloven’ ( en daar hebben we het over in de kerk) wel wat op af te dingen valt.

Hoe consequent kan een mens zijn in zijn optreden, in zijn verkondiging in zijn uitspraken?  Mijn nog niet zolang geleden overleden collega op IJburg en enthousiast koorlid van de Oosterhuis-ekklesia, vertelde  dat hij verschillende keren met het hun koor in België heeft gezongen. Daar woont  vlak over de grens de weldoener,  belasting vluchteling en vriend van Oosterhuis.  De Nieuwe Liefde, het zeer luxe met veel marmer gerestaureerde nieuwe pand van de ekklesia in Amsterdam is door deze weldoener in zijn geheel  betaald.  Ja en wij maar zingen over mensen in armoede…..zei mijn collega besmuikt. 

Met de verkiezingen net achter de rug denk ik trouwens dat we aan statements wel even genoeg hebben.  De daden moeten uitwijzen in hoeverre die statements half of heel houdbaarheid zijn. De discussies en aanvallen zijn al begonnen.

Onze vier evangelie schrijvers , deden dat anders. En Markus vanmorgen in het bijzonder. Markus baseerde zich op de verhalen cultuur uit zijn tijd en schreef zijn brief ( want meer was het niet)  als een vorm voor informatie over dat belangrijke gebeuren in retrospectief,  zo’n 90 jaren daarvoor.  Je kunt zijn brief dan ook het best achterelkaar lezen, zoals immers een ontvangen brief betaamt.  Maar verhalen schrijven, brieven schrijven, hebben een aanleiding en daar gaat het om.  Het is een zoeken naar de diepliggendere betekenis. Wat bedoelt hij, wat wil hij zeggen?

En die bedoeling van het verhaal mag ‘de brief ontvanger’ dan ook zelf ontdekken en invullen. Tot zover niets nieuws onder de horizon.  Het houdt dan wel in,  dat een interpretatie bij gevolg altijd ‘invulling’ is, of zoals dat dan ook keurig in mijn vakjargon heet: theologie is! De reeds lang overleden Oud-katholieke Aartsbisschop Rinkel schreef dan ook in zijn Dogmatische theologie: “elk nieuw geslacht moet de rijkdom van deze schat, de Bijbel opnieuw verwerven, zich tot eigendom maken en daarom opnieuw doordenken.” De Schriftgeleerden van vanmorgen deden dat op hun eigen manier. Zij stelden zich meer op als politici.  Op welke manier kan je die rabbi onderuithalen?  Toch hadden zij en Jezus hetzelfde doel:  God dienen, God ter sprake brengen. Tora, de wet onderhouden, Tora ‘lernen’ . En dan zit je zonder dat je het merkt midden in een discussie.  Heel interessant is dan te ontdekken waar het over gaat!  En even niet dat oude gedachtegoed van de kerk mee te laten spelen.

Dan is het ook interessant en zinnig de verschillende  titels boven onze perikoop erbij te nemen.  Hoe verschillend zijn die in de verschillende Bijbeluitgaven ( inclusief ons Lectionarium).  Spreekt de een over: Onverbreekbaarheid van het huwelijk’, zoals de Willibrordvertaling dat aangeeft, in een volgende vertaling van dezelfde uitgever staat ‘echtscheiding’. Het NBG van 1951: ‘Naar Jeruzalem, gesprekken op reis’ en de Nieuwe Bijbelvertaling heeft het over ‘twistgesprekken met farizeeën’. En ons lectionarium ten slotte,  houdt het op: de zondag van het huwelijk’ . Je wordt op verschillende sporen gezet.  Je mag zelf meedenken!Over een ding kunnen we het echter makkelijk eens worden ondanks die verschillende koppen.  De briefschrijver laat ons duidelijk merken. Ik ga met mijn brief God ter sprake brengen. En dan komt hij met zijn verhaal.

Mag een man zijn vrouw verstoten?   Al jaren een teer onderwerp, je zou er flink verlegen mee kunnen zijn. Huwelijken hebben immers hun vanzelfsprekende onverbreekbaarheid verloren. Als ik dit zeg bekruipt me meteen de vraag: mag ik dit zo wel stellen?  Vanuit welk denkkader stel ik dit dan? Bij het aanhoren van deze lezingen kan ons niet ontgaan zijn dat het een zekere gespannenheid, onrust teweegbrengt.  Wordt de oude overtuiging van onverbreekbaarheid van het huwelijk zoals wij dat kennen nu wel of niet bevestigd?  Echtscheidingen maken we immers heel veel mee.

Ik herinner me een frappant voorbeeld bij de voorbereiding van een kinderkerstviering voor een basis school op IJburg. Toen de onderwerpen voor de voorbede aan bod kwamen en alle onderwerpen voorbijgekomen waren, dacht ik er goed aan te doen om voor alle  alleenstaande papa’s en mama’s te bidden. Spontaan werd nee geroepen. Zo’n situatie was normaal, daar hoef je niet voor te bidden…. Ik heb het uit mijn hoofd gelaten!

Mozes had er een oplossing voor bedacht. Dat een liefdesband kan veranderen in een slavenhuis daarvoor had hij wat bedacht. In tegenstelling tot de verhalen over en met Jezus. Daar wordt niet gesproken over een oplossing maar over geldigheid.  Jezus houdt hun Tora voor en denkt aan de Genesis verhalen die gaan over de bedoeling van een liefdesverband:  Nadruk op de gelijkwaardigheid van mensen aan elkaar. Daarna komt de tekst als de meest waardevolle inzet van brievenschrijven: wat God heeft verbonden, moet de mens niet scheiden.  Jezus onderstreept dan dat de eenheid tussen God en de mens samenhangt met de mensen onderling.

Jezus denkt dan aan het dagelijks bidden van Sjema ( Deut 6, 4 -9…. ) waar de Israëliet naar dat Koninkrijk van God doet verlangen, niet als last maar als voorrecht daaraan te werken. Die bevrijdende en lastenverlichtende boodschap!   Vertaald: Een gelijkwaardige samenleving waarin man en vrouw mogen leven tot zegen van God.  Verbreek je dat juk van een ‘gelijkwaardige samenleving’, dan schaadt dat Gods Koninkrijk.  Of om het met Johannes (3:2) anders te zeggen  “het is nog niet geopenbaard wat wij zijn zullen, maar als het geopenbaard wordt, zullen wij ( mensheid en schepping) blijken aan Christus gelijkvormig te zijn.”   Doel en opdracht tegelijk.

Hoe waardevol ook de opmerkingen cq de teleurstelling van Oosterhuis is en dit tot uitdrukking brengt in zijn gedichten en hoe wij zijn liederen met volle borst ook willen meezingen, de gelijkwaardigheid van de mensen onderling is het enige uitgangspunt van zorg in onze opdracht Tora te vervullen. Daar is Jezus ons in voorgegaan:  God liefhebben en de naaste als jezelf.

Om dan te eindigen met een variatie op een uitspraak van de grote hervormer Maarten Luther:  Je gaat geen verbinding aan met iemand waar je van houdt, maar je liefde gaat uit naar hem of haar met wie je verbonden bent. God!!

Moge dat zo zijn.