Zorg en aandacht

Het is een keihard evangelie dat we zonet gehoord hebben.
Geen sprake dit keer van een God die vergeeft, die medelijden heeft, die een zondaar een nieuwe kans biedt. Integendeel, wat de rijke man ook probeert, hoezeer hij ook aandringt, Abraham is onvermurwbaar. Hij heeft zijn kans verkeken, hij is gestraft en hij blijft gestraft. Zelfs zijn broers mag hij niet meer laten waarschuwen.

In de parabel is het weer een rijke man die er van langs krijgt. Dat gebeurt wel meer in het evangelie.
En het contrast met onze tijd, met onze maatschappij is treffend. Bij ons hebben de rijken een naam, het zijn BV's die we kennen van TV en uit de boekskes.
Er bestaan zelfs lijsten met de rijkste mensen per land of in de hele wereld.
De daklozen daarentegen blijven onbekend en anoniem, zij hebben geen naam. In het evangelie is het net omgekeerd. Van de rijke kennen we de naam niet, van de arme wel. Hij heet Lazarus en dat betekent "God helpt".

We kunnen ons dan de vraag stellen: is rijkdom dan echt verwerpelijk?
Zijn alle rijken automatisch slechte mensen? Mag men dan niet werken voor het dagelijks brood en zelfs voor iets meer? Mag men niet genieten van de luxe, de status die men verworven heeft?
Als we het evangelie goed lezen gaat het daar inderdaad niet om. Het is niet de rijkdom die wordt veroordeeld, wel de onverschilligheid. Kijk maar naar de eerste lezing vandaag. Ook daar krijgt de rijke klasse de volle laag van de profeet Amos.
Hij verwijt hen dat zij leven als zorgelozen, dat zij zich afschermen van de andere mensen, dat zij zich niet bekommeren om het heersende onrecht.
Zo is ook de rijke man uit het evangelie blind voor de honger en de nood van Lazarus. Het lijkt wel of hij hem niet ziet, niet opmerkt. Maar uit zijn gesprek met Abraham blijkt dat hij hem wel degelijk kent, hij kan hem zelfs bij naam noemen.
Hij heeft hem dus wel opgemerkt, maar hij negeerde hem, hij liep er achteloos aan voorbij. En hij had beter moeten weten. Hij kent immers de wet en de profeten, en zijn broers kennen die ook. Daarom mag hij hen niet meer waarschuwen, ze weten goed genoeg wat hen te doen staat.
Abraham spreekt als het ware in naam van God en hij is heel radicaal: als ze naar Mozes en de profeten niet willen luisteren, zullen ze ook niet luisteren naar iemand die uit de doden terugkomt. Ze kennen de wet, ze kennen hun plichten, ze moeten niet doen alsof ze van niets wisten.

Het is een herkenbaar verhaal.
Wij kennen ook onze plichten, we horen de stem wel van ons geweten. We zien bijvoorbeeld op televisie dat er in Pakistan ontzettend veel nodig is om de mensen te helpen de gevolgen van de overstromingen te boven te komen. En toch kwam en komt die hulpverlening veel trager en moeizamer op gang dan bij andere gelegenheden.
Pakistan is blijkbaar ver van ons bed. We kunnen toch moeilijk beweren dat we niet weten hoe hoog de nood daar is.

En ja, Pakistan is inderdaad ver van hier.
In ons landje hebben we toch weinig raakpunten met de figuren uit de parabel. De armen in onze maatschappij kunnen toch aankloppen bij het OCMW, ze krijgen een leefloon, of ze worden geholpen via allerlei initiatieven.
Wij zijn tenslotte een rijk land.
Wij komen niets tekort. Zowat 10% van de wereldbevolking bezit ongeveer 85% van de beschikbare rijkdom. En wij behoren tot die 10%. Zoveel Lazarussen zullen er hier wel niet rondlopen, wachtend op de kruimels van onze tafel.

Maar pas op, het gaat niet alleen over materiële rijkdom. De getallen die ik daarnet gaf, kloppen inderdaad. Wij maken deel uit van die 10%. Maar andere getallen leren ons dat ons land hoog staat in de statistieken wat betreft het aantal zelfmoorden.
Het zijn er ongeveer 2000 per jaar. Dat wil zeggen dat in ons land gemiddeld zes mensen per dag zelf uit het leven stappen. Een andere statistiek vertelt ons dat het aantal mensen bij ons dat anti-depressiva slikt ontstellend en schrikbarend hoog is.

Er is zeker veel minder materiële armoede hier dan in de meeste andere landen.
Maar er is blijkbaar heel wat geestelijke armoede. Vele mensen zijn eenzaam, ongelukkig en zelfs wanhopig. Ook daarover gaat het evangelie. De naam Lazarus betekent "God redt". Dat God redt, barmhartig is, liefdevol, een warm hart heeft voor mensen, dàt moeten we delen met elkaar. En hoe delen we dat? Door het te laten voelen.

De rijke uit het evangelie wordt immers niet veroordeeld omwille van zijn rijkdom, maar wél omdat hij zijn rijkdom niet deelt, omdat hij zijn hart gesloten houdt voor de arme.
Gods barmhartigheid delen, wil dus zeggen dat we zijn vriendschap proberen zichtbaar te maken in onze manier van samenleven met elkaar. En misschien hebben we dan als ouder net een beetje méér geduld met de puber die in huis rondloopt. Of misschien kunnen we dan nóg eens luisteren naar het verhaal van een bejaarde of een zieke, ook al heeft die dat al tien keer verteld.
Misschien worden we wat meer verdraagzaam in ons oordeel over elkaar, in ons commentaar op de politiek en het wereldgebeuren.

God is barmhartig en heeft ons de vrijheid gegeven om die warmte van zijn hart al dan niet uit te dragen.
Er zijn meer dan genoeg koude harten, die wat warmte goed kunnen gebruiken. We moeten niet zoals de rijke man uit het evangelie wachten tot een later leven om die warmte te doen voelen.
Als we er nu aan beginnen kunnen wij van elk stukje aarde een stukje hemel maken ...